Op hoop van zegen
|
|
Op hoop van zegen | |
![]() | |
Informatie | |
Schrijver | Herman Heijermans |
Taal (origineel) | Nederlands |
Land | ![]() |
Genre | Tragedie Realistisch drama |
Datum | 24 december 1900 |
Akte(s) | 4 |
Portaal ![]() |
Op hoop van zegen is een toneelstuk van de Nederlandse toneelschrijver Herman Heijermans. Hij schreef het stuk in 1900. De eerste opvoering van het stuk vond plaats op 24 december 1900 in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Op hoop van zegen is een voorbeeld van een realistisch drama. Internationaal gezien is het ook een van de meest succesvolle Nederlandse toneelstukken.
Het verhaal gaat over het bestaan van vissers in een dorpje aan de Noordzeekust. Kniertje, een arme weduwe, is haar vader en twee zoons kwijtgeraakt door de visserij. Haar andere zoon, Barend, wil daarom niet op zee gaan met de boot van reder Bos. Toch wordt Barend door zijn moeder gedwongen om mee te gaan. Er is namelijk geen alternatief. Bos speelt echter een vuil spelletje. Zijn schip, met de naam Op hoop van zegen, is gammel. Hij hoopt dat het schip vergaat, zodat hij de verzekeringsgelden kan claimen. Een bekend citaat uit het toneelstuk is "De vis wordt duur betaald", wat Kniertje enkele keren herhaald.
Met zijn toneelstuk wilde Heijermans de misstanden in de visserij aan het licht brengen. Er was namelijk geen controle op uitgaande schepen. Dat zou uiteindelijk met de Schepenwet van 1909 veranderen. In totaal is het toneelstuk vier keer verfilmd, waarvan de laatste keer in 1986.
Personages

In het toneelstuk komen de volgende personages voor:
- Kniertje, een vissersweduwe.
- Geert en barend, haar zoons.
- Jo, haar nicht
- Cobus, haar broer.
- Daantje, diakenhuismannetje.
- Clemens bos, reder.
- Mathilde, zijn vrouw.
- Clémentine, zijn dochter.
- Simon, scheepmakersknecht.
- Marietje, zijn dochter.
- Mees, Marietjes aanstaande.
- Kaps, boekhouder.
- Saart, vissersweduwe.
- Truus, vissersvrouw.
- Jelle, bedelaar.
- 1ste veldwachter.
- 2de veldwachter.
Samenvatting
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal. Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt! |
Kniertje, een vissersweduwe, heeft haar man en twee zoons op zee verloren. Ze woont samen met haar nog levende zoon, Barend. Daarnaast heeft Kniertje nog een zoon, Geert, die in de gevangenis zit. Clémentine komt langs bij Kniertje om Cobus, de broer van Kniertje, te tekenen. Zij houdt er namelijk van om vissers te tekenen. Haar vader, Clemens Bos, is de eigenaar van de rederij. Hij heeft Kniertje na het verlies van haar man financiële steun gegeven. Voor deze steun wil hij iets terug; hij vraagt Barend om matroos te worden om de Op hoop van zegen. Barend is echter als de dood om op zee te gaan. Hij slaat het aanbod van Clemens af en zegt liever een ander beroep te leren. Het probleem is echter dat Barend niet kan lezen en schrijven. Ook is er vrijwel geen ander werk in het vissersdorp. Kniertje en Clemens zijn daarom niet blij met de Barends keuze.
Even later komt Geert vrij uit de gevangenis. Jo is blij om hem weer te zien, maar Kniertje gelooft dat haar zoon nergens goed voor is. De twee krijgen ruzie, maar leggen het later bij. Toch vindt Geert dat zijn moeder te afhankelijk is geworden van Clemens. Kniertje weet dat wel, maar ze heeft geen andere keuze. Ze wil Barend overtuigen om op zee te gaan. Tijdens een feest in Kniertjes huis komt Clemens langs. Hij vraagt ditmaal aan Geert om mee te gaan op zee, maar Geert weigert. Tussen hem en Clemens ontstaat grote ruzie en hij dreigt hem zelfs in zijn gezicht te slaan.
Ondertussen is Barend het huis uit geslopen om bij de Op hoop van zegen te kijken. Als hij terugkomt, vertelt hij zijn moeder dat het schip niet orde is. Volgens hem zijn de ribhouten rot, waardoor het schip gedoemd is te vergaan. Zijn moeder denkt dat hij smoesjes bedenkt om niet mee te gaan. Zij ziet Clemens als een betrouwbare man en denkt dat haar zoon liegt. Barend smeekt zijn moeder om hem niet mee te laten gaan. Uiteindelijk wordt hij door de veldwachters meegenomen. Hij moet vervolgens de zee op.
Het toneelstuk maakt een tijdsprong. Clémentine komt aan bij het huis van Kniertje. Buiten stormt het hard en de schepen hebben het moeilijk op zee. Cobus maakt zich geen zorgen, omdat oude schepen volgens hem het minst vergaan. Hierdoor denkt hij dat Barend veilig is, omdat de Op hoop van zegen een oud schip is. Clémentine (die weet dat het schip gammel is) maakt zich meer zorgen. Ze zegt tegen Cobus dat het schip rot is (als Kniertje niet aanwezig is), maar Cobus denkt dat ze liegt. Het huis vult zich met andere personages en de verhalen gaan al snel over scheepsrampen. Truus maakt de opmerking "De vis wordt duur betaald". Clémentine voelt zich schuldig, omdat zij niets over het schip aan de familie heeft verteld. Jo wordt uiteindelijk boos op de aanwezigen, omdat zij niet over scheepsrampen wil praten. Haar vader is namelijk overleden op zee. Later zegt ze tegen Kniertje dat ze spijt heeft van haar uitval, maar niet anders kon. Ze is namelijk bang dat het schip van Geert en Barend zal vergaan. Jo vertelt dat zij zwanger is van Geert en niet wil dat haar kind zonder vader zal opgroeien.
Achtergrondinformatie
Titelverklaring
De titel verwijst naar het schip van reder Bos; de nummer 47 met de naam Op hoop van zegen. Bos nodigt in de eerste akte Barend uit om matroos te worden op het schip.
De naam heeft meerdere betekenissen. Het woord "zegen" betekent iets men de bescherming van God vraagt. De vissers wagen hun eigen leven als op zee gaan. Ze hebben geen andere keuze, omdat ze anders geen inkomen hebben. Desondanks weten ze dat de schepen gevaarlijk zijn en er een (grote) kans bestaat dat ze sterven. Ze hebben hierdoor alleen hoop en de zege van God om de reis te doorstaan. Vanuit het perspectief van Bos betekent de titel iets heel anders. Hij hoopt juist dat het schip vergaat, zodat hij de verzekeringsgelden kan claimen. Hij hoopt daarom dat zijn plan goed zal uitwerken.
Realistisch?
Thema's
Drijvende doodskisten
Toen Heijermans het toneelstuk schreef, waren vissersschepen relatief onveilig. De schepen waren slecht onderhouden en er was vrijwel geen toezicht op uitgaande schepen. Hierdoor kwamen scheepsrampen vrij vaak voor. Tijdens zo'n scheepsramp sloeg een schip om of verging het schip. De bemanning overleefde zo'n scheepsramp vaak niet. Hierdoor was de visserij een relatief gevaarlijke sector.
Heijermans was zelf een socialist en bekommerde zich om de arbeidsomstandigheden van vissers. Zijn toneelstuk is dan ook een sociale aanklacht tegen de slecht onderhouden schepen. Volgens Heijermans speelden de rederijen (de eigenaren van de schepen) met mensenlevens en waren er veel misstanden. Op hoop van zegen werpt een licht op die misstanden. Door het succes van het toneelstuk werden die misstanden ook bekend bij het grote publiek.
In 1909 nam het Nederlands parlement de Schepenwet aan. Schepen die een Nederlandse haven verlieten werden nu gecontroleerd. Zo keek men of een schip zeevaardig was. Schepen moesten bepaalde certificaten hebben voor vertrek. Zonder die certificaten kon een schip niet vertrekken. De Schepenwet zorgde ervoor dat schepen veel veiliger werden. Hierdoor kwamen scheepsrampen minder vaak voor. Soms wordt Op hoop van zegen gezien als de veroorzaker van die wet.
Verfilmingen en adaptaties
Filmpje
- "Toneelstuk over arme mensen" uit "Welkom in de IJzeren Eeuw".