Majdanek
Majdanek | |
Wachttorens Majdanek | |
Periode | 1 oktober 1941 - 22 juli 1944 |
Type kamp | werkkamp, Vernietigingskamp |
Plaats | In de buurt van Lublin, Polen |
Mensen | |
Beheerder | SS-Totenkopfverbände |
Kampcommandant | Karl-Otto Koch (september 1941 - augustus 1942) Max Koegel (augustus 1942 - november 1942) |
Gevangenen | 150.000 Joden, Polen |
Doden | Geschatte 78.000 |
Portaal Tweede Wereldoorlog |
Majdanek (of Lublin ) was een concentratie- en vernietigingskamp van de nazi's. Het werd gebouwd en gebruikt door de SS aan de rand van de stad Lublin tijdens de Duitse bezetting van Polen in de Tweede Wereldoorlog.
Zij kunnen dit artikel lezen of bespreken met een volwassene. |
Het kamp had zeven gaskamers, twee houten galgen en in totaal zo'n 227 bouwwerken, waardoor het een van de grootste nazi- concentratiekampen was. Aanvankelijk was het bedoeld voor dwangarbeid. Pas later werd het gebruikt om mensen op industriële schaal te vermoorden volgens het plan Aktion Reinhard. Het was in gebruik van 1 oktober 1941 tot 22 juli 1944 en werd vrijwel intact (nog in zijn geheel) veroverd. De snelle opmars van het Sovjet Rode Leger tijdens de zogeheten Operatie Bagration verhinderde dat de SS het grootste deel van het kamp kon vernietigen, en plaatsvervangend kampcommandant Anton Thernes slaagde er niet in het meest belastende bewijsmateriaal van oorlogsmisdaden te verwijderen.
Het kamp kreeg in 1941 door de plaatselijke bewoners de bijnaam Majdanek ("kleine Majdan"), omdat het grensde aan het getto van Lublin van Majdan Tatarski. Nazi-documenten beschreven het kamp aanvankelijk als een krijgsgevangenenkamp van de Waffen-SS.
Na de bevrijding van het kamp in juli 1944 door de Russen, werd het terrein officieel beschermd door de Sovjet-Unie. In de herfst, toen de oorlog nog steeds woedde, was het al als een soort museum bewaard gebleven. De crematoriumovens en gaskamers waren grotendeels intact (heel gebleven) en dienden als enkele van de beste voorbeelden van het genocidale beleid van nazi-Duitsland. Tegenwoordig is het Majdanek Staatsmuseum een Holocaust-herdenkingsmuseum en educatiecentrum dat geheel gewijd is aan de herinnering aan de wreedheden begaan in het netwerk van concentratie-, slavenarbeid- en vernietigingskampen en sub-kampen van Konzentrationslager Lublin. Het museum bevat een permanente collectie met zeldzame voorwerpen, archieffoto's en getuigenissen.
De bouw van van het kamp begon op 1 oktober 1941 door 150 Joodse dwangarbeiders uit een van Globocniks kampen in Lublin. Later werd dat aangevuld met 2.000 krijgsgevangenen van het Rode Leger, die extreme omstandigheden moesten overleven, waaronder slapen in de open lucht, waardoor er velen stierven.
Eerst werd er in Majdenek de nog bruikbare spullen van slachtoffers uit de vernietigingskampen Treblinka, Sobibór en Bełżec door de dwangarbeiders verwerkt. Ook werkte de dwangarbeiders in de Steyr-Daimler-Puch wapen-/munitiefabriek. Het kamp werd rond maart 1942 omgebouwd tot moordcentrum. De gaskamers werden in september 1942 in gebruik genomen. Net als in Auschwitz gebruikte men hier het giftige Zyklon B gas. Behalve Polen verbleven er ook kleinere groepen Wit-Russen, Oekraïners, Russen, Duitsers, Oostenrijkers, Slovenen, Italianen en Franse en Nederlandse staatsburgers.
Tot juni 1942 werden de lichamen van de in Majdanek vermoorde mensen begraven in massagraven. Later werden deze weer opgegraven om ze te verbranden in crematoria.
In het kamp vonden ook executies plaats waarbij honderden gevangenen werden doodgeschoten.
De troepen van het Rode Leger arriveerden op 24 juli 1944. De verschrikkingen die ze daar aantroffen, kregen veel publiciteit.