Vroegmoderne tijd

Een lezing van de filosoof Voltaire in een Franse salon in 1755

De vroegmoderne tijd, ook wel nieuwe tijd, is een periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa die volgt op de late middeleeuwen. De periode duurde van eind 15e tot begin 19e eeuw.

Belangrijke gebeurtenissen

De vroegmoderne tijd werd gekenmerkt door de ontdekkingsreizen die leidden tot de ontdekking en kolonisatie van nieuwe continenten, zoals Amerika, Afrika en Azië. Dit bevorderde de globalisering van handel, cultuur en ideeën. De renaissance, die begon in de late middeleeuwen en bloeide in de vroegmoderne tijd, was een periode van hernieuwde interesse in kunst, literatuur, wetenschap en filosofie. Het humanisme benadrukte daarnaast de studie van de klassieke werken en menselijke capaciteiten. De vroegmoderne tijd zag de opkomst van absolutistische monarchieën, waarbij vorsten steeds meer macht naar zich toe trokken. Tegelijkertijd ontstonden moderne nationale staten met centrale regeringen en nationale identiteit. Het was ook een periode van grote vooruitgang in de wetenschap, met de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode en baanbrekende ontdekkingen op het gebied van astronomie, fysica en geneeskunde. Belangrijke personen hierin waren bijvoorbeeld Copernicus, Galileo, Kepler en Newton. zij ontwikkelden fundamentele theorieën die de basis legden voor moderne wetenschap. Economisch gezien zag de vroegmoderne tijd de opkomst van kapitalisme, met de groei van handel, handelsnetwerken en de opkomst van de moderne markteconomie. Tegen het einde van de vroegmoderne tijd begonnen de principes van de Verlichting steeds meer invloed te krijgen. Deze beweging legde de nadruk op rationaliteit, wetenschap en persoonlijke rechten, en beïnvloedde zowel politieke als filosofische opvattingen.