Op-art
![]() |
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
![]() |
Dit artikel is nog niet af. |
Op-art , een afkorting voor optical art (optische kunst) , is een stijl binnen het postmodernisme waarbij gebruik wordt gemaakt van optische illusies.
Op-art werken zijn meestal abstract, en waarvan veel bekendere werken gemaakt zijn in zwart-wit. Meestal geven ze de kijker de indruk van beweging, verborgen beelden, flitsende en trillende patronen, of van zwelling of kromtrekken.
Geschiedenis
De op-art, als je kijkt naar de grafische en kleureffecten, is terug te voeren op het neo-impressionisme, het kubisme, het futurisme, het constructivisme en het dadaïsme. László Moholy-Nagy maakte fotografische op-art en gaf les over dit onderwerp in het Bauhaus. In een van zijn lessen moesten zijn leerlingen gaten in kaarten maken en deze vervolgens fotograferen. Dit gaf merkwaardige effecten. Ook liet hij voorwerpen met openingen op fotopapier leggen en het vervolgens belichten. De voorwerpen geven dan een soort schaduw op de foto. Het is als het ware spelen met licht.
Het oog gefopt
Er zijn verschillende voorbeelden van optische illusies in de kunst waarvan het trompe-l'oeil er een van is. Dit is een afbeelding in perspectief, bijvoorbeeld op een muur, waarbij het lijkt of er een extra ruimte is. Gezichtsbedrog dus. Deze techniek werd al in de late middeleeuwen toegepast. In de op-art gebruikt men vergelijkbare trucjes, maar dan vooral in zwart-wit of grijstinten. Neem de Cornsweet-illusie: