Klokbekercultuur
![]() |
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
![]() |
Dit artikel is nog niet af. |
De klokbekercultuur (Frans: Culture Campaniforme; Duits: Glockenbecher-Kultur; Engels: Bell Beaker culture) is een cultuur in de archeologie uit de Kopertijd - vroege bronstijd, ongeveer tussen 2.500 tot 2.000 v. Chr. Deze cultuur dankt haar naam aan het aardewerk waarin een flauwe S-vorm zit die een beetje aan een omgekeerde kerkklok doet denken, en wordt in heel West-Europa aangetroffen.
Het is verwant aan de trechterbekercultuur en de touwbekercultuur. In Nederland en Noordwest-Duitsland gaat de klokbekercultuur rond 2.000 v. Chr. over in de wikkeldraadbekercultuur van de vroege Bronstijd.
Grafheuvel
De doden worden (alleen) met opgetrokken benen in een grafheuvel begraven, soms ook gehurkt. Mannen op hun rechterzijde, vrouwen op hun linker, met de ogen gericht op het oosten waar de zon opkomt. Mannen krijgen grafgiften als koperen of bronzen bijlen en dolken en vrouwen huisraad als potten.
Het graf zelf is ongeveer een meter diep.
Herkomst
Recent DNA-onderzoek wijst uit dat de cultuur in sommige gebieden door massale migratie (verhuizing) werd verspreid (minimaal 70% percent van het DNA is afkomstig van immigranten uit het oosten). Dit zou de Yamnaya-cultuur (ca. 3.300-2.600 v. Chr.) Uit de Pontisch-Kaspische steppe richting de Kaukasus of de verwante meer westelijk gevestigde touwbekercultuur (ca. 2900–2450 v.Chr.) kunnen zijn. De variant die in Nederland bestond heet standvoetbekercultuur. Een volk met een lichte huidskleur en blonde haren, de kennis hadden van het wiel en daarmee karren hadden voortgetrokken door ossen. De Touwbekercultuur zou de voorvader van de latere Keltische, Germaanse, Baltische en Slavische culturen kunnen zijn.
Manier van leven
Het is niet helemaal duidelijk hoe dit volk leefde. Mogelijk waren het jager-verzamelaars die ook op bepaalde tijden op één plek verbleven met landbouw- en veeteelt activiteiten. Misschien een soort herders.