Gotland
Gotland is het grootste eiland van Zweden en het grootste eiland in de Oostzee. Gotland heeft samen met een aantal andere kleine eilandjes, waaronder Fårö, Stora Karlsö, Lilla Karlsö en Gotska Sandön, een eigen provincie, Gotlands län, en een eigen landschap, Gotland. Het eiland heeft een oppervlakte van 3.183,7 km², waarvan 32,3 km² water. Dat is ongeveer te vergelijken met de totale oppervlakte (dus land en water) van de Nederlandse provincie Zuid-Holland. De lengte van Gotland is 125 kilometer en de breedte 55 km. Op het eiland woonden op 30 juni 2012 57.265 mensen. De hoofdstad van Gotland is het middeleeuwse plaatsje Visby. Aan de oostkust ligt het havenstadje Slite met een grote cementfabriek. Gotland staat bekend om Pippi Langkous, Ingrid Bergman (een bekende, al overleden actrice) en om zijn vele burchten, ruïnes, kerken en oude dorpen. Toerisme is belangrijk voor het eiland, voor het geld, maar er is ook landbouw, industrie en dienstverlening.
Geschiedenis
Gotland is altijd al een belangrijk handelscentrum geweest, bijvoorbeeld in de tijd van de Vikingen. Rond 1200 kwam het eiland tot bloei tijdens de Duitse Hanze. In 1361 werd Gotland ingenomen door Denemarken. In 1394 veroverden piraten het eiland. De Duitse Orde landde een aantal jaren later met een leger en joegen de piraten van het eiland. In 1409 werd Gotland in een vredesverdrag met de Kalmarunie van Scandinavië verkocht aan koningin Margaretha I van Denemarken. In 1645 kwam Gotland definitief bij Zweden. Wel werd Gotland nog tweemaal door vijanden bezet, waaronder Denemarken. De Denen bezetten het eiland slechts drie jaar. In 1808 bezetten Russische troepen enkele weken het eiland tijdens de Finse Oorlog.
Natuur
Gotland bestaat uit sedimentair gesteente. Op het eiland Gotland zijn onder andere loofbossen, naaldbossen, stranden, druipsteengrotten en rotsformaties te vinden. Bij Lummelunda heb je grotten waar je in de zomer kan kijken. In de herfst kan je in de loofbossen zwarte truffels vinden. Met 78 meter boven zeeniveau is Follingbohöjden het hoogste punt. Voor de rest is het eiland vooral vlak. Er heerst een mild klimaat. Misschien het meest spectaculair is het zuidelijkste puntje van het eiland, Sudret, met zijn rotskusten en kale, aantrekkelijke landschap vol eeuwenoude stenen muren en windmolens. Er zijn niet veel meren te vinden. Bogeviken is wel een groot meer. Het meer heeft een oppervlakte van 15 km². Het is een belangrijk natuurgebied voor vogels. Er stromen wel heel veel rivieren door het eiland. De langste is de Gothemsån, 50 kilometer lang.