Beeldtaal
|
|
De beeldtaal is een communicatie systeem dat gebruik maakt van visuele (zichtbare) elementen. Spraak als communicatiemiddel kun je niet strikt scheiden van het geheel van de menselijke communicatieve activiteit, waaronder het visuele. Denk aan de gebaren die mensen maken tijdens het spreken. De term 'taal' in relatie tot het gezichtsvermogen is een uitbreiding van het gebruik ervan om de waarneming, het begrip en de productie van zichtbare tekens. De tekst die je nu leest bestaat ook uit zichtbare tekens; leestekens. Door de tekens tot woorden te vormen die elk een betekenis hebben, krijg je weer taal; "leestaal". De letters komen voort uit versimpelde weergaven van voorwerpen. De V zou je bijvoorbeeld kunnen zien als de kop van een vos. Ook bij het leren lezen is hier al eeuwenlang gebruik van gemaakt. Denk aan het leesplankje van Hoogeveen. Via de plaatjes leer je de letters en bijbehorende klanken kennen.
Visuele taal
De beelden die we zien in de vorm van een schilderij, een beeldhouwwerk, een foto, een pictogram enzovoorts geven via het beeld een boodschap. Zoals je iets met tekst kunt beschrijven kun je het ook visualiseren. De uitdrukking "Een plaatje zegt soms meer dan duizend woorden" wil zoiets zeggen dat de afbeelding in één keer duidelijk maakt wat er bedoelt wordt en dat je niet een hele uitleg hoeft te geven om het te snappen.
Beeldtaal
Bij een tekening gebruik je eigenlijk altijd eenvoudige lijnen en vormen die je eventueel samenvoegd tot een ingewikkelder geheel. Elk 'basisfiguur' heeft al van kinds af aan een bijna vaste betekenis. Bijvoorbeeld een rondje is de basis voor een wiel, een gezicht, een zon enzovoorts. Een driehoek op een vierkant wordt zo al snel een huis. Bij het opzetten van een tekening of schets gebruik je ook die basisfiguren.
Beeldvorming in de hersenen
Zelfs als we slapen zien we beelden: dromen. Die hoeven niet eens in kleur of met geluid te zijn om toch iets van een verhaal te 'zien'. Ook kunnen we dingen zien die er in de werkelijkheid er eigenlijk niet zijn. Denk aan dieren of andere voorwerpen zien in wolken die overdrijven. De wolk doet je denken aan iets wat je al kent. Je haalt dan de betekenis uit je eigen verbeelding. Zeg maar de beeldbank van je hersenen.
Betekenis en expressie
De abstracte kunst (het tegenovergestelde van figuratieve kunst) bestaat uit afbeeldingen of beeldhouwwerken die iets overbrengen zonder dat het meteen iets (bekends) voorstelt. De toeschouwer (kijker) kan en mag er zelf een betekenis aan geven. Maar het samenspel van lijnen, vormen en kleuren van het abstracte kunstwerk kan je wél een gevoel (emotie) geven. Het doet denken aan wat we vandaag de dag op rotstekeningen kunnen zien. We zullen nooit precies weten wat onze voorouders met de afbeeldingen bedoelt hebben, maar je kunt vaak wel aanvoelen waar de afbeelding over gaat. Het zijn vaak geen preciese weergaven van de werkelijkheid, maar de tekeningen/schilderingen zijn geabstraheerd. Pictogrammen of afbeeldingen op verkeersborden hebben hetzelfde effect. Je ziet (en weet vaak meteen) wat het is, maar het is een vereenvoudigde (geabstraheerde) afbeelding van de werkelijkheid.
Perceptie of waarneming
Wat we waarnemen (met onze ogen) is niet zoals het maken van een foto. Meteen koppelen en vergelijken onze hersenen het 'plaatje' aan wat we al kennen. Kinderen van zes tot twaalf maanden moeten door ervaring en leren onderscheid gaan maken tussen cirkels, vierkanten en driehoeken. Vanaf deze leeftijd leert het kind objecten te classificeren (in groepje verdelen), essentiële (belangrijke) eigenschappen te abstraheren (eruit halen) en te vergelijken met andere vergelijkbare objecten (voorwerpen). Voordat objecten kunnen worden waargenomen en geïdentificeerd, moet het kind de verschillende vormen en maten kunnen classificeren die een enkel object kan lijken te hebben. Een bril kun je zien als twee rondjes met een streepje ertussen: O-O
Aangeboren structuren in de hersenen
Wanneer je een eenvoudig liedje of deuntje hoort, kun je het vrij snel na-neuriën. Het maakt zelfs niet uit als het liedje de andere keer in een andere toonsoort wordt gespeeld. Je herkent het toch van de eerste keer (vooral als het een deuntje was dat zo lekker 'in je gehoor blijft hangen'). Het geheel (het deuntje) is dus belangrijker dan het deel (de toonsoort). Dit wordt ook wel het 'gestalt' genoemd. Ditzelfde gebeurt bij het zien. De hersenen zijn geneigd om uit willekeurige lijnen en stippen toch elementen samen te brengen die op iets (wat je al kent) lijken. Dit noem je objecthypothese: "Het zou dit of dat kunnen zijn". Ditzelfde doen we ook bij schilderijen. Pas na het zien van de gehele voorstelling ga je inzoomen op de details.
Visueel denken of beelddenken
Onze hersenen zijn verdeeld in twee helften. Bij de meeste mensen bevindt het vermogen om spraak (gesproken taal) te organiseren en te produceren (maken) zich voornamelijk aan hun linkerkant. Het waarderen van ruimtelijke waarnemingen hangt meer af van de rechterhersenhelft. Via de hersenbalk worden taal en beeld vervolgens aan elkaar gekoppeld. Bij mensen met autisme gaat hier vaak wat mis. De communicatie tussen de hersenhelften verloopt bij hun niet helemaal soepel.