Beeldtaal

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Tweede versie van Hoogeveen's leesplankje

De beeldtaal is een communicatie systeem dat gebruik maakt van visuele (zichtbare) elementen. Spraak als communicatiemiddel kun je niet strikt scheiden van het geheel van de menselijke communicatieve activiteit, waaronder het visuele. Denk aan de gebaren die mensen maken tijdens het spreken, maar ook de mimiek (gezichtsuitdrukkingen). Als je naar een spreker kijkt, dan luister je er niet alleen naar, maar de lichaamstaal waar je naar kijkt 'zegt' ook heel veel (Ook een vorm van beeldtaal dus). Zeker 70% van de communicatie bestaat hieruit. De term 'taal' in relatie tot het gezichtsvermogen is een uitbreiding van het gebruik van de term taal, waarbij het gaat om de waarneming, het begrip en de productie van zichtbare tekens. De tekst die je nu leest bestaat ook uit zichtbare tekens; leestekens. Door de tekens tot woorden te vormen die elk een betekenis hebben, krijg je zichtbare taal; "leestaal". De letters komen voort uit versimpelde weergaven van voorwerpen. De V zou je bijvoorbeeld kunnen zien als de kop van een vos of een vogel met uitslaande vleugels. Ook bij het leren lezen is hier al eeuwenlang gebruik van gemaakt. Denk aan het leesplankje van Hoogeveen. Via de plaatjes leer je de letters en bijbehorende klanken kennen. Het Chinese schrift heeft dat nog veel sterker. De karakters zijn een soort tekeningen, bijna pictogrammen.

Visuele taal

De beelden die we zien in de vorm van een schilderij, een beeldhouwwerk, een foto, een decor, een pictogram enzovoorts geven via het beeld een boodschap. Zoals je iets met tekst kunt beschrijven kun je het ook visualiseren (in beeld brengen). De uitdrukking "Een plaatje zegt soms meer dan duizend woorden" wil zoiets zeggen dat de afbeelding in één keer duidelijk maakt wat er bedoelt wordt en dat je niet een hele uitleg hoeft te krijgen om het te snappen.

Beeldtaal

Dit is een foto van een okerkleurige grotschildering van een jager (of krijger) in Kakadu National Park, Noord- Australië

Bij een tekening gebruik je eigenlijk altijd eenvoudige lijnen en vormen die je eventueel samenvoegd tot een ingewikkelder geheel. Elk 'basisfiguur' heeft al van kinds af aan een bijna vaste betekenis. Bijvoorbeeld een rondje is de basis voor een wiel, een gezicht, een zon enzovoorts. Een driehoek op een vierkant wordt zo al snel een huis. Bij het opzetten van een tekening of schets gebruik je ook die basisfiguren. Na de krabbelfase gaan kleine kinderen dergelijke basisfiguren ook zelf tekenen en er zelf betekenis aan geven. Dit groeit uit in de zogeheten koppoter wat een mensfiguur moet voorstellen.

Beeldvorming in de hersenen

Zelfs als we slapen zien we beelden: dromen. Die hoeven niet eens in kleur of met geluid te zijn om toch iets van een verhaal te 'zien'. Ook kunnen we dingen zien die er in de werkelijkheid er eigenlijk niet zijn. Denk aan dieren of andere voorwerpen zien in wolken die overdrijven. De vorm van de wolk doet je denken aan iets wat je al kent. Je haalt dan de betekenis uit je eigen verbeelding. Zeg maar de beeldbank van je hersenen.

Betekenis en expressie

De abstracte kunst (het tegenovergestelde van figuratieve kunst) bestaat uit afbeeldingen of beeldhouwwerken die iets overbrengen zonder dat het meteen iets (bekends) voorstelt. De toeschouwer (kijker) kan en mag er zelf een betekenis aan geven. Maar het samenspel van lijnen, vormen en kleuren van het abstracte kunstwerk kan je wél een gevoel (emotie) geven. Het doet denken aan wat we vandaag de dag op eeuwenoude rotstekeningen kunnen zien. We zullen nooit precies weten wat onze vroege voorouders met de afbeeldingen bedoeld hebben, maar je kunt vaak wel aanvoelen waar de afbeelding over gaat. Het zijn vaak geen precieze weergaven van de werkelijkheid, maar de tekeningen/schilderingen zijn geabstraheerd (vereenvoudigd). Pictogrammen of afbeeldingen op verkeersborden hebben hetzelfde effect. Je ziet (en weet vaak meteen) wat het is, maar het is een vereenvoudigde (geabstraheerde) afbeelding van de werkelijkheid.

Perceptie of waarneming

Wat we waarnemen (met onze ogen) is niet helemaal zoals het maken van een foto. Meteen koppelen en vergelijken onze hersenen het 'gemaakte plaatje' door onze ogen aan iets wat we al kennen. We vergelijken het zojuist geziene beeld met de beeldbank in onze hersenen. Dat gebeurd razend snel. Kinderen van zes tot twaalf maanden moeten door ervaring en leren, onderscheid gaan maken tussen cirkels, vierkanten en driehoeken. Vanaf deze leeftijd leert het kind objecten te classificeren (in groepje verdelen), essentiële (belangrijke) eigenschappen te abstraheren (eruit halen) en te vergelijken met andere vergelijkbare objecten (voorwerpen). Voordat objecten kunnen worden waargenomen en geïdentificeerd, moet het kind de verschillende vormen en maten kunnen classificeren die een enkel object kan lijken te hebben. Een bril kun je zien als twee rondjes met een streepje ertussen: O-O

Aangeboren structuren in de hersenen

Wanneer je een eenvoudig liedje of deuntje hoort, kun je het vrij snel na-neuriën. Het maakt zelfs niet uit als het liedje de andere keer in een andere toonsoort wordt gespeeld. Je herkent het toch van de eerste keer (vooral als het een deuntje was dat zo lekker 'in je gehoor blijft hangen'). Het geheel (het deuntje) is dus belangrijker dan het deel (de toonsoort). Dit wordt ook wel het 'gestalt' genoemd. Ditzelfde gebeurt bij het zien. De hersenen zijn geneigd om uit willekeurige lijnen en stippen toch elementen samen te brengen die op iets (wat je al kent) lijken. Dit noem je objecthypothese: "Het zou dit of dat kunnen zijn". Denk maar aan het zien van figuren in wolken. Ditzelfde doen we ook bij schilderijen. Pas na het zien van de gehele voorstelling ga je inzoomen op de details.

Visueel denken of beelddenken

Onze hersenen zijn verdeeld in twee helften. Bij de meeste mensen bevindt het vermogen om spraak (gesproken taal) te organiseren en te produceren (maken) zich voornamelijk aan hun linkerkant. Het waarderen van ruimtelijke waarnemingen hangt meer af van de rechterhersenhelft. Via de hersenbalk worden taal en beeld vervolgens heen en weer aan elkaar gekoppeld. Dit wordt ook wel labelen genoemd (een naamkaartje hangen aan wat je ziet, wat overigens beeldspraak is). Bij mensen met autisme gaat hier vaak wat mis. De communicatie tussen de hersenhelften verloopt bij hun niet helemaal soepel. Er kunnen bij hun verkeerde woorden aan de beelden gekoppeld worden. Andersom hebben deze mensen vaak veel moeite met beeldspraak of spreekwoorden en gezegden. Vaak nemen ze dat letterlijk, terwijl het figuurlijk bedoeld is: met "Je een breuk sjouwen" wordt bedoeld dat iets heel zwaar is, maar deze mensen kunnen bang worden dat ze echt iets zullen breken.

Opbouw van het beeld

Bij het maken van een professionele foto of film let de cameraman/vrouw goed op bijvoorbeeld de uitsnede die hij/zij maakt (dat wat in het scherm past). Ook het standpunt is van belang. Een vogel in de lucht ziet de wereld anders dan een kikker laag bij de grond. Verder is de lichtval en het kleurgebruik van belang. Net als in de schilderkunst telt de compositie mee (wie of wat staat waar?). Beeld en geluid kunnen elkaar enorm versterken. Bijvoorbeeld bij gevaar klinkt spannende muziek.

In de 16e eeuwse schilderkunst zegt de aanwezigheid van bepaalde voorwerpen op het schilderij iets over de persoon of personen die afgebeeld staan. Dit wordt iconografie genoemd.

Beeldmerk

Ook reclamemakers maken slim gebruik van de beeldtaal. Soms hebben bedrijven een logo of beeldmerk dat al van grote afstand herkenbaar is. Denk maar aan de bekende gele M van Mcdonalds of de gele schelp van Shell.

Beeldende kunst in het onderwijs

De visuele taal begint zich bij baby's te ontwikkelen naarmate het oog en de hersenen zich kunnen concentreren en patronen kunnen herkennen. Kindertekeningen laten een proces zien van toenemend perceptueel bewustzijn en een scala aan elementen (vormen, lijnen, stippen, kleuren enzovoorts) om persoonlijke ervaringen en ideeën uit te kunnen drukken.  De ontwikkeling van het visuele aspect van taalcommunicatie in het onderwijs wordt grafische taal genoemd, een zeer belangrijke aanvulling op de geletterdheid (leren schrijven en lezen) en gecijferdheid (leren rekenen). Het vermogen om visueel te denken en te communiceren is onderdeel van, en even belangrijk in het leerproces, als dat van geletterdheid en gecijferdheid. De beeldend kunstenaar, als Michael Twyman heeft opgemerkt, dat als je met de visuele taal om kunt gaan, je beter in staat bent om ideeën over te brengen. Denk maar aan het snel een tekeningetje maken om iets uit te leggen!

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Beeldtaal&oldid=781297"