Mandoline
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Een mandoline (Italiaans voor letterlijk "kleine mandola") is een snaarinstrument uit de luit-familie en wordt meestal geplukt met een plectrum. Het heeft meestal vier rijen verdubbelde metalen snaren (gangen) die per paar hetzelfde zijn gestemd, waardoor er in totaal 8 snaren zijn, hoewel er ook vijf (10 snaren) en zes (12 snaren) gangen zijn. De paren snaren zijn afgestemd op dezelfde manier als een viool (G3, D4, A4, E5). Ook als de viool-familie, het is de (sopraan) mandoline lid van een mandoline-familie dat de instrumenten mandola, octaaf mandoline, mandocello en mandobass kent.
Er zijn veel soorten mandoline, maar de drie meest voorkomende soorten zijn de Napolitaanse mandoline of mandoline met ronde rug, archtop mandoline en mandoline met platte rug. De versie met ronde rug heeft een diepe bodem, opgebouwd uit stroken hout, aan elkaar gelijmd tot een kom. De archtop, ook bekend als de mandoline met gesneden bovenkant, heeft een gebogen bovenkant en een ondiepere, gebogen achterkant, beide uit hout gesneden. De mandoline met platte rug gebruikt dunne platen hout voor het lichaam, aan de binnenkant verstevigd voor stevigheid op dezelfde manier als een gitaar. Elke stijl van instrument heeft zijn eigen geluidskwaliteit en wordt gekoppeld aan bepaalde vormen van muziek. Napolitaanse mandolines spelen een belangrijke rol in de Europese klassieke muziek en de volksmuziek. Archtop-instrumenten komen veel voor in Amerikaanse volksmuziek en Bluegrass muziek. Instrumenten met platte rug worden vaak gebruikt in Ierse, Britse en Braziliaanse volksmuziek.
Andere mandolinevariëteiten verschillen voornamelijk in het aantal snaren. Zo zijn er viersnarige modellen zoals de Brescian en Cremonese, zessnarige types zoals de Milanese, Lombardische en Siciliaanse en 6-gangen instrumenten van 12 snaren zoals de Genuees. Er is ook een type met twaalf snaren (drie snaren per gang) en een instrument met zestien snaren (vier snaren per gang).
Een groot deel van de ontwikkeling van mandoline draaide om het klankbord (de bovenkant). Vroege instrumenten klonken zachter, waren bespannen met darmsnaren en geplukt met de vingers of met een ganzenveer (als een soort van plectrum). Moderne instrumenten zijn echter luider, met behulp van metalen snaren, die meer druk uitoefenen dan de darmsnaren. De moderne zangbodem is ontworpen om de druk van metalen snaren te kunnen hebben die bij eerdere instrumenten zouden breken. Het klankbord is er in vele vormen - maar over het algemeen rond of druppelvormig, soms met krullen of andere uitsteeksels. Er zijn meestal een of meer klankgaten in het klankbord, rond, ovaal of in de vorm van een kalligrafische f (f-gat). Een rond of ovaal klankgat kan worden bedekt of omzoomd met decoratieve rand van rozetten of purfling (ingelegd met bijvoorbeeld stukjes bot).