Geestelijkheid
De geestelijkheid of clerus vormt een groep belangrijke gelovigen. Deze heten geestelijken en kunnen mensen leren over een bepaald geloof (wat daarbij dus gelooft wordt) en kunnen ook de baas zijn over een kerkgebouw of soms over een leger.
De geestelijkheid komt bij allerlei geloven voor. Bijvoorbeeld het katholicisme, het protestantisme, het jodendom, het boeddhisme en het daoïsme.
Soms heb je een gebied wat door een geestelijke geregeerd wordt. Dat heet dan een bisdom en aan het hoofd staat dan een bisschop.
In het katholicisme heb je dit soort geestelijken:
- Paus, de baas over de Rooms-Katholieke Kerk
- Kardinaal, degenen die vlak onder de paus staan
- Diaken
- Priester
- Bisschop
- Monnik
In het protestantisme heb je dit soort geestelijken:
- Dominee (ook wel predikant genoemd)
- Ouderling
- Diaken
In het jodendom heb je de volgende:
- Rabbijn
- Opperrabbijn.
In de middeleeuwen kon je iedereen onderverdelen in de volgende drie standen:
- Geestelijkheid, de belangrijke gelovigen
- Adel, belangrijke titeldragers, daarmee heersers, en de familie hiervan
- Burgerij, de normale bevolking
Tijdens de middeleeuwen was het in vele landen zo dat je verplicht rooms-katholiek moest wezen. Daar had je dus alleen rooms-katholieke geestelijken. Het leger moest ook naar bepaalde wetten van de geestelijken luisteren. Het leger moest bijvoorbeeld niet-katholieken oppakken. Zo regeerde de adel dus eigenlijk samen met de geestelijkheid, die onder leiding van de paus stond. Op die manier was de paus dus zeer machtig.