Boerderij
Met een boerderij wordt vaak het complete bedrijf van een boer bedoeld. boer en boerin
Op een boerderij wonen de boer, de boerin met heel veel land voor hun dieren: een veeteeltbedrijf.
Op de boerderij worden dieren gehouden.
Op een ander soort boerderij wonen de boer, de boerin, met heel veel land waarop ze hun gewassen verbouwen: akkerbouwbedrijf.
Boerderijen bestaan vaak uit verschillende gebouwen en liggen soms te midden van uitgestrekte velden. Op de boerderij fokt de boer dieren, hij parkeert er zijn machines en hij slaat er zijn oogst op.
De eerste boerderijen
Grotendeels van de geschiedenis hebben de mensen een bestaan geleid als jagers -verzamelaars. Ze maakten jacht op dieren en zochten wilde planten om te eten. Toen de laatste ijstijd afliep leerden de mens hoe ze voedsel konden verbouwen. Nu hoefden de mensen niet meer rond te reien maar konden ze zich op één plek vestigen. Landbouw veranderde alles. Er werden vaste huizen gebouwd en voorwerpen werden steeds belangrijke. Alles kon nu groter en zwaarder worden omdat ze het niet meer hoefden te vervoeren. De eerste boeren hadden het wel een stuk zwaarder, iedereen moest alles met de hand en wat hulpmiddelen doen. Tegenwoordig hebben we daar tractors en veel andere dingen voor. In Nederland en België zijn nog veel oude boerderijen te vinden.
Machines op de boerderij
De machines die er tegenwoordig te vinden zijn:
- giertank: om de mest mee over het land te verspreiden.
- Tractor om het land mee om te ploegen, het gras mee op te laden of nieuwe zaden te zaaien.
Op het veld
Als je in de zomer vanuit de lucht naar de velden beneden kijkt, lijk het platteland wel een lappendeken. De boeren telen verschillende gewassen en daarom hebben de velden vaak verschillende kleuren. Ze telen deze gewassen voor mens en dier. Dit zijn gewassen als:
- Vlas
- Zonnebloem
- Mais
- Koolzaad
- Tarwe
Soms teelt de boer geen gewassen op het veld. Maar planten en bloemen die de bodem opnieuw van energie voorzien. Dat noemt men braakland.
Ploegen
In de herfst zijn de meeste velden leeg. er groeit niet op. Toch heeft de boer veel werk. Hij moet het veld omploegen en verschillende gewassen zaaien.
Oogsten
Wanneer de gewassen die op het land staan volgroeid zijn zal de boer ze oogsten. Hij gaat met de trekker het land op en oogst het land.
erf
op het erf zie je vaak een vogelverschrikker. en verschillende soorten planten.