Amalia van Solms
Gravin Amalie (Slot Braunfels, Braunfels, Duitsland, 31 augustus 1602 - Den Haag, 8 september 1675), was de vierde dochter van Graaf Johann Albrecht I van Solms-Braunfels en Prinses Agnes van Sayn-Wittgenstein.
Amalie bracht haar jeugd door op Slot Braunfels, het slot van haar ouders. Ze werd hofdame van Koningin Elizabeth van Bohemen, de vrouw van Friedrich V von der Pfalz, en toen Friedrich V verslagen werd, vluchtte Amalie met de zwangere koningin naar het westen. Uiteindelijk kwamen ze in Den Haag terecht. Ze maakte kennis met de broer van stadhouder Maurits van Oranje, Frederik Hendrik. Hij werd verliefd op Amalie, maar Amalie wou zijn minnaar niet worden en dus wachtte ze totdat ze getrouwd waren.
Op 4 april 1625 trouwde ze met Frederik Hendrik van Oranje-Nassau. Ze kregen 9 kinderen:
- Willem (27 mei 1626 – 6 november 1650) (stadhouder)
- Louise Henriëtte (7 december 1627 – 18 juni 1667)
- Henriëtte Amalia (26 oktober 1628 – december 1628)
- Elisabeth (4 augustus 1630 – 4 augustus 1630)
- Isabella Charlotte (28 april 1632 – april 1642)
- Albertine Agnes (9 april 1634 – 24 mei 1696)
- Henriëtte Catharina (10 februari 1637 – 3 november 1708)
- Hendrik Lodewijk (30 november 1639 – 29 december 1639)
- Maria Henriëtta (5 september 1642 – 20 maart 1688)
Toen Frederik Hendrik na het overlijden van zijn broer stadhouder werd, breidde hij zijn invloed op het beleid sterk uit. Hierdoor nam de invloed van Amalie ook toe. Samen zorgden ze ervoor dat het Haagse hofleven aanzienlijk uitgebreid werd. Ze lieten verschillende paleizen, waaronder het Huis ten Bosch, bouwen. Amalie was het brein achter de huwelijken van veel van haar kinderen met koninklijke prinsen of prinsessen. Nadat haar zoon Willem II gestorven was, nam Amalie de voogdij van haar kleinzoon, Willem III, op zich.
Na het overlijden van Frederik Hendrik, stond Felipe IV van Spanje Turnhout in België aan haar af. Ze heeft ook een keer gekeken naar het wonderbaarlijk lange meisje Trijntje Keever.