Koorts
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Als je ziek bent, kun je koorts hebben. Koorts zorgt ervoor dat het lichaam warmer is dan normaal. Dit is een verdediging tegen virussen, omdat:
- Een virus houdt niet van erge warmte, dus kan het virus sneller je lichaam uit.
- Door de warmte gaan de cellen harder werken, zo kunnen ze beter tegen het virus vechten. Koorts heb je vanaf een lichaamstemperatuur 38 graden of hoger. Vanaf 40 graden of hoger wordt het een hyperthermie ook wel genoemd.
Je hebt verhoging als 37,5 graden hebt tot 38 graden vanaf 38 graden wordt er gesproken van koorts.
Vaak moet je bibberen of rillen als je koorts hebt.
Een aspirine kan helpen om de koorts te verlagen.
Met een thermometer meet je je temperatuur. Dat kan in je mond, onder je oksel, in je oor of tussen je billen.
Temperatuur meten
Om te weten of iemand koorts heeft, wordt de temperatuur gemeten. Dit meten kan op verschillende plaatsen in het lichaam:
- Rectale methode (billen); deze methode is het meest betrouwbaar. Je brengt het puntje van de thermometer in via de anus in het rectum. Maak eventueel gebruik van het beschermhoesje voor de hygiëne. Vaak vinden mensen het prettig dat voor je hem in brengt dat het puntje wordt nat gemaakt en ingevet.
- Axillaire methode (oksel); deze meting is minder betrouwbaar dan de rectale, want de temperatuur is 0,5 graden lager dan de rectale. Sommige axillaire thermometers kun je zo instellen, waardoor je niks bij de gemeten stand op hoeft te tellen. Als dat niet zo is dan moet je er 0,5 bij optellen. Bij zeer magere mensen en baby's is deze meting niet te doen. Let er op dat de oksel droog is, plaats hem diep en zorg dat die goed afgesloten is.
- Orale methode (mond); deze meting is ook minder betrouwbaar dan de rectale, want de temperatuur in de mond is 0,3 graden lager dan bij de rectale meting. Sommige orale thermometers zijn hier op in te stellen, maar anders moet bij de meting er 0,3 bij optellen. Deze meting duurt 7 minuten. Deze is niet geschikt voor kleine kinderen en baby's. Voor baby's zijn tegenwoordig een speciale speenthermometer. Bij deze meting moet je zorgen dat je niks gedronken hebt zowel koud als warm. Je mag niet gerookt hebben. Hij moet onder de tong en mond moet gesloten blijven.
- Femorale methode (in de lies); de analoge thermometer moet ook bij de liesmeting 10 minuten aangelegd worden. In de lies is de temperatuur ook 0,5 graden lager. Als dat niet ingesteld is, moet je het er bij optellen 0,5 bij de meting. Deze meting is niet geschikt voor magere mensen en baby's. Zorg dat de lies droog is, leg het in de liesplooi en hou de benen gesloten.
- Intra-aurale methode (oormeting); deze meting doe je met behulp van een oorthermometer. Deze breng je in je oor en binnen 2 minuten weet je de temperatuur. Doe altijd de hygiënische dopjes er op en verwissel die. Zorg dat je op het trommelvlies richt en druk dan op het knop. Daarna hoor je een piepje. Als je klaar bent, lees je het af en hou je het uit het oor en haal de dopjes er af. Hij is niet betrouwbaar als je trommelvlies kapot in deze meting. Het voordeel is dat er niks bij hoeft op te tellen.
- Voorhoofdmeting en de slaap; sinds enige tijd kun je ook via een infrarode digitale koortsthermometer meten.