Roma
Zigeuners (ook wel "Roma" & "Sinti" genoemd) zijn mensen die oorspronkelijk uit India en Iran komen. Ze trekken vaak rond en werken vaak in het circus, maar lang niet altijd. De meeste zigeuners wonen in Hongarije, Roemenië en de Balkanlanden, maar ze wonen ook in de rest van Europa, in Noord en Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en India.
In de Tweede Wereldoorlog werden veel zigeuners, net als de joden, vermoord door de nazi's. Hoeveel dat er precies zijn is niet bekend, maar de betrouwbaarste schattingen spreken van 4 à 500.000. Hoeveel zigeuners er voor en na de oorlog waren is ook erg onzeker, omdat zigeuners vaak geen vaste woon- of verblijfplaats hebben.
In Italië worden ze nog altijd slecht behandeld en gediscrimineerd. Ze zijn vaak arm en slecht opgeleid. Ook in Frankrijk werden in de laatste jaren veel zigeuners het land uit gezet. Er is altijd veel aandacht voor de joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen en vermoord, maar het leed van de zigeuners is veel minder bekend in Nederland.
In Kamp Westerbork is een monument opgericht voor alle mensen die vanuit daar naar vernietigingskampen zijn doorgestuurd. Voor elke gestorven jood staat er een sterretje, voor elke gestorven christen een kruisje. Voor elke gestorven zigeuner staat er een vlammetje, (Sinti, komt van sintel - as, brandend, nasmeulend, vurig).
Cultuur
Zigeuners hebben van nature een vrolijke cultuur. Veel zang en dans, en veel samenzijn met familie en vrienden maakt deel uit van hun cultuur. Hun kleding is vaak kleurrijk en sierlijk, met name die van de meisjes en vrouwen. Veel sieraden dragen ze (gouden ringen, armbanden en kettingen) en jurken en rokjes. Glimmende oorbellen, kleurige hoofddoekjes en sjaaltjes. Hun haar is meestal zwart en hun haar donker. Van nature komen ze uit India en Iran maar ze zijn er al honderden jaren geleden vertrokken. Wel zie je nog veel hindoestaanse kenmerken terug in hun cultuur. Hun oosterse herkomst verklaart ook hun namen (Settela bijv. is een bekende zigeunernaam en dat klinkt erg buitenlands). Het verklaart ook hun donkere huid en haar. Omdat Zigeuners in Nederland niet erg vaak trouwden met niet-Zigeuners (die niet veel van ze moesten hebben) trouwden ze vaak onderling. Daardoor hebben ze hun bijzondere namen, uiterlijk en cultuur kunnen behouden. Ze zijn gedeeltelijk een nomadisch volk wat inhoudt dat ze rondtrekken van plaats naar plaats. Omdat ze in woonwagens wonen is dat voor hun veel gemakkelijker. Maar er zijn ook veel zigeuners die in vaste huizen wonen.
In veel landen, zoals Hongarije, Roemenië en Spanje, staan de zigeuners bekend om hun muziek. De zigeunermuzikanten zijn geïnspireerd door de volksmuziek van de landen waar ze wonen, maar maken daar wel hun eigen stijl van. In Spanje heb je bijvoorbeeld de flamenco, die wordt gespeeld met gitaar en castagnetten.
Discriminatie
De Arnhemse officier van justitie M. van Elsdingen deed tijdens een requisitoir in 2004 tegen een Roma uit Ede de volgende uitspraken: "Als we spreken over zich misdragende voetbalsupporters of criminele Marokkanen, dan hebben we het over uitzonderingen. Want de meeste voetbalsupporters en Marokkanen zijn niet zo. Maar bij de Roma is dat anders. De Roma-gemeenschap houdt zich bezig met criminaliteit, met strafbare feiten. Inbraken plegen wordt bij hen heel gewoon gevonden. Ze onttrekken zich aan onze cultuur en dat kunnen we niet hebben."
De Romagemeenschap deed toen aangifte vanwege discriminatie, racisme en belediging. Het Openbaar Ministerie vond dat de uitspraken niet te ver gingen, waardoor de strafvervolging uiteindelijk in een vrijspraak eindigde. Je kunt in Nederland zigeuners nog altijd ongestraft beledigen. Ze worden vaak nog altijd gediscrimineerd.
Terugbetalingen
Premier Kok heeft uiteindelijk de Zigeuners officieel een excuses aangeboden, maar dat was al lange tijd na de Tweede Wereldoorlog.
Na de oorlog, in 2000, kregen de oorlogsslachtoffers in Nederland vergoedingen voor hun leed. Dit was als volgt verdeeld:
- 400 miljoen voor de joden
- 250 miljoen voor de Indiërs
- 30 miljoen voor de Zigeuners
Onderwijs
Tot ongeveer 1950 namen de Roma en Sinti kinderen in Nederland vaak niet deel aan het onderwijs. Ze gingen niet naar school, omdat ze een groot deel van het jaar niet op één vast plek woonden en het lastig was steeds een nieuwe school te vinden. Later werden daarvoor speciale kermisscholen opgericht: een leraar of lerares reist mee met het circus en geeft de kinderen dan les in een grote rijdende bus, of in een woonwagen. Zo krijgen ze geen leer achterstand. Als ze meerderjarig zijn gaan ze vaak in het familiebedrijf werken, en hun kinderen ook weer. Zo blijven bepaalde beroepen in de familie, soms wel eeuwen lang.