Massamedia: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
k (typos fixed: Nazi's → nazi's)
Regel 5: Regel 5:
 
In preciezere zin, is massacommunicatie de verzending van berichten naar veel ontvangers tegelijk. Massacommunicatie kan echter in grote lijnen worden opgevat als het proces van uitgebreide verspreiding van informatie binnen regio's en over de hele wereld.
 
In preciezere zin, is massacommunicatie de verzending van berichten naar veel ontvangers tegelijk. Massacommunicatie kan echter in grote lijnen worden opgevat als het proces van uitgebreide verspreiding van informatie binnen regio's en over de hele wereld.
   
Via massacommunicatie kan informatie snel worden doorgegeven aan veel mensen die niet noodzakelijkerwijs in de buurt van de bron wonen. Massacommunicatie wordt beoefend via verschillende kanalen die bekend staan ​​als [[Medium|mediums]], waaronder radio, televisie, sociale netwerken, billboards (advertenties op grote posters), kranten, tijdschriften, boeken, film en internet. In dit moderne tijdperk wordt massacommunicatie gebruikt om informatie in versneld tempo te verspreiden, vaak over politiek en andere [[Polarisatie|polariserende]] onderwerpen. Er zijn grote verbanden tussen de media die via massacommunicatie worden verspreid en het effect op groepen mensen die de berichten ontvangen. Het is ook niet voor niets dat kinderen (en volwassenen) geleerd moet worden wat [[mediawijsheid]] is. Want niet alles wat er via de media op je afkomt, moet je simpelweg geloven.
+
Via massacommunicatie kan informatie snel worden doorgegeven aan veel mensen die niet noodzakelijkerwijs in de buurt van de bron wonen. Massacommunicatie wordt beoefend via verschillende kanalen die bekend staan ​​als [[medium]]s, waaronder radio, televisie, sociale netwerken, billboards (advertenties op grote posters), kranten, tijdschriften, boeken, film en internet. In dit moderne tijdperk wordt massacommunicatie gebruikt om informatie in versneld tempo te verspreiden, vaak over politiek en andere [[Polarisatie|polariserende]] onderwerpen. Er zijn grote verbanden tussen de media die via massacommunicatie worden verspreid en het effect op groepen mensen die de berichten ontvangen. Het is ook niet voor niets dat kinderen (en volwassenen) geleerd moet worden wat [[mediawijsheid]] is. Want niet alles wat er via de media op je afkomt, moet je simpelweg geloven.
   
 
== Geschiedenis ==
 
== Geschiedenis ==
Regel 11: Regel 11:
 
''Het nieuwtje ging als een lopend vuurtje rond'' is een oud gezegde. Als er een [[marskramer]] (soort koopman in de Middeleeuwen) vanuit een andere stad of dorp kwam, vertelde hij wat hij er gezien had. De inwoners van die stad of het dorp vertelde dat aan elkaar door. Was er iets nieuws ontdekt (een nieuw product bijvoorbeeld) dan ontstond er vanzelf een ''van mond tot mond reclame''. Als de vorst (keizer, koning, hertog) iets te melden had ver weg vanuit zijn kasteel, dan werd er een heraut op een paard rondgestuurd die het rondbazuinde op de markten van steden en dorpen. Daarbij maakte hij letterlijk gebruik van een [[bazuin]] (soort trompet) om de aandacht van het volk te trekken en als er genoeg mensen waren opgetrommeld (want een trommel werd ook wel gebruikt) las hij het bericht voor. Na de uitvinding van de boekdrukkunst werden er kleine dunne velletjes met tekst gedrukt als er iets nieuws te melden was. Al vanaf het begin maakte ook politici hier graag gebruik van. Vanaf dat moment wordt het voor veel mensen ook duidelijk dat kunnen lezen en schrijven toch wel handig was. De eerste vlugschriften werden vaak in kroegen door diegene die konden lezen voorgelezen aan de analfabeten. Al redelijk snel nam het aantal lezende mensen toe en werden de 'kranten' groter en kregen meer inhoud. Het nieuws (en dus ook de reclame) kon zich steeds sneller verspreiden. Door [[fotografie]] en later ook [[Film (cinematografie)|film]] kon het nieuws ook in beelden worden verspreid. Bioscopen kregen daarbij aan het eind van de 19e eeuw een belangrijke rol (bioscoopjournaal).
 
''Het nieuwtje ging als een lopend vuurtje rond'' is een oud gezegde. Als er een [[marskramer]] (soort koopman in de Middeleeuwen) vanuit een andere stad of dorp kwam, vertelde hij wat hij er gezien had. De inwoners van die stad of het dorp vertelde dat aan elkaar door. Was er iets nieuws ontdekt (een nieuw product bijvoorbeeld) dan ontstond er vanzelf een ''van mond tot mond reclame''. Als de vorst (keizer, koning, hertog) iets te melden had ver weg vanuit zijn kasteel, dan werd er een heraut op een paard rondgestuurd die het rondbazuinde op de markten van steden en dorpen. Daarbij maakte hij letterlijk gebruik van een [[bazuin]] (soort trompet) om de aandacht van het volk te trekken en als er genoeg mensen waren opgetrommeld (want een trommel werd ook wel gebruikt) las hij het bericht voor. Na de uitvinding van de boekdrukkunst werden er kleine dunne velletjes met tekst gedrukt als er iets nieuws te melden was. Al vanaf het begin maakte ook politici hier graag gebruik van. Vanaf dat moment wordt het voor veel mensen ook duidelijk dat kunnen lezen en schrijven toch wel handig was. De eerste vlugschriften werden vaak in kroegen door diegene die konden lezen voorgelezen aan de analfabeten. Al redelijk snel nam het aantal lezende mensen toe en werden de 'kranten' groter en kregen meer inhoud. Het nieuws (en dus ook de reclame) kon zich steeds sneller verspreiden. Door [[fotografie]] en later ook [[Film (cinematografie)|film]] kon het nieuws ook in beelden worden verspreid. Bioscopen kregen daarbij aan het eind van de 19e eeuw een belangrijke rol (bioscoopjournaal).
   
Met de komst van de (commerciële) radio rond 1900 waren er eerst een handjevol mensen die zich zo'n apparaat konden veroorloven. Maar al snel waren er doe-het-zelf pakketten waarmee handige mensen zelf zo'n apparaat in elkaar konden knutselen. De kwaliteit was natuurlijk niet al te best, maar het aantal luisteraars nam hand over hand toe. Niet heel lang daarna ontstonden dan ook de eerste Nederlandse omroepen (1919). In 1930 kwam het eerste zendtijdbesluit. Een soort wet waarin het radioreglement werd vastgelegd. Hierbij kregen de vier grote omroepverenigingen ([[AVRO]], [[Katholieke Radio Omroep|KRO]], [[Nederlandse Christelijke Radio Vereniging|NCRV]] en [[VARA]]) ieder 20% van de zendtijd. Ook gedurende de Tweede Wereldoorlog speelde de radio een belangrijke rol. Ondanks dat de [[Nazi|Nazi's]] de Nederlanders verplicht had de radio in te leveren, bleven velen clandestien naar Radio Oranje vanuit Londen luisteren. Dat was natuurlijk niet zonder risico. Ook maakten de Nazi's misbruik van de krant, pamfletten en ook de radio om propaganda te verspreiden.
+
Met de komst van de (commerciële) radio rond 1900 waren er eerst een handjevol mensen die zich zo'n apparaat konden veroorloven. Maar al snel waren er doe-het-zelf pakketten waarmee handige mensen zelf zo'n apparaat in elkaar konden knutselen. De kwaliteit was natuurlijk niet al te best, maar het aantal luisteraars nam hand over hand toe. Niet heel lang daarna ontstonden dan ook de eerste Nederlandse omroepen (1919). In 1930 kwam het eerste zendtijdbesluit. Een soort wet waarin het radioreglement werd vastgelegd. Hierbij kregen de vier grote omroepverenigingen ([[AVRO]], [[Katholieke Radio Omroep|KRO]], [[Nederlandse Christelijke Radio Vereniging|NCRV]] en [[VARA]]) ieder 20% van de zendtijd. Ook gedurende de Tweede Wereldoorlog speelde de radio een belangrijke rol. Ondanks dat de [[Nazi|Nazi's]] de Nederlanders verplicht had de radio in te leveren, bleven velen clandestien naar Radio Oranje vanuit Londen luisteren. Dat was natuurlijk niet zonder risico. Ook maakten de nazi's misbruik van de krant, pamfletten en ook de radio om propaganda te verspreiden.
   
 
Rond 1950 verschenen de eerste televisies in Nederland. Op 2 oktober 1951 is de allereerste Nederlandse televisie-uitzending op tv te zien. Deze uitzending kwam uit [[Bussum]]. Een kerkje was omgebouwd tot studio (studio Irene) en daarnaast was een mast gebouwd (van steigermateriaal) die het TV-signaal uitzond. Opnieuw waren er eerst weinig televisie-bezitters. Maar ook dat veranderde snel. De radio-omroepen werden dan ook TV-omroepen. Met eerst één en later twee zenders konden mensen met een eigen antenne op het dak de TV-uitzendingen ontvangen. Met bepaalde antennes kon men ook programma's vanuit Duitsland of België ontvangen (zeker als je dicht bij de grens woonde). Nu zie je amper nog antennes op de daken (of het moten schotelantennes zijn) omdat veel nu via de [[Kabel (internet)|kabel]] gaat (koper en/of glasvezel).
 
Rond 1950 verschenen de eerste televisies in Nederland. Op 2 oktober 1951 is de allereerste Nederlandse televisie-uitzending op tv te zien. Deze uitzending kwam uit [[Bussum]]. Een kerkje was omgebouwd tot studio (studio Irene) en daarnaast was een mast gebouwd (van steigermateriaal) die het TV-signaal uitzond. Opnieuw waren er eerst weinig televisie-bezitters. Maar ook dat veranderde snel. De radio-omroepen werden dan ook TV-omroepen. Met eerst één en later twee zenders konden mensen met een eigen antenne op het dak de TV-uitzendingen ontvangen. Met bepaalde antennes kon men ook programma's vanuit Duitsland of België ontvangen (zeker als je dicht bij de grens woonde). Nu zie je amper nog antennes op de daken (of het moten schotelantennes zijn) omdat veel nu via de [[Kabel (internet)|kabel]] gaat (koper en/of glasvezel).

Versie van 8 okt 2023 20:01

Massamedia zijn media die door bijna iedereen worden gebruikt. Iedereen kan tegenwoordig zelf 'omroepje' spelen en middels een blog of vlog vele mensen bereiken.

Massacommunicatie is het proces van het doorgeven en uitwisselen van informatie via massamedia aan grote bevolkingsgroepen. Het maakt gebruik van verschillende vormen van media, aangezien technologie de verspreiding van informatie efficiënter heeft gemaakt. De eerste vlugschriften werden verspreid na het ontstaan van de drukpers. Hieruit groeide later de krant, waarbij elke krant vele abonnees had. Daarna volgde de radio en de televisie, die weel mensen tegelijk konden bereiken. Met de komst van internet werd het bereik eigenlijk wereldwijd. Primaire voorbeelden van gebruikte en onderzochte platforms zijn journalistiek en reclame. De studie van massacommunicatie houdt zich voornamelijk bezig met hoe de inhoud en informatie die massaal wordt gecommuniceerd, het gedrag overtuigt of beïnvloedt. hierbij gaat het om houding, mening of emotie van mensen die de informatie ontvangen.

In preciezere zin, is massacommunicatie de verzending van berichten naar veel ontvangers tegelijk. Massacommunicatie kan echter in grote lijnen worden opgevat als het proces van uitgebreide verspreiding van informatie binnen regio's en over de hele wereld.

Via massacommunicatie kan informatie snel worden doorgegeven aan veel mensen die niet noodzakelijkerwijs in de buurt van de bron wonen. Massacommunicatie wordt beoefend via verschillende kanalen die bekend staan ​​als mediums, waaronder radio, televisie, sociale netwerken, billboards (advertenties op grote posters), kranten, tijdschriften, boeken, film en internet. In dit moderne tijdperk wordt massacommunicatie gebruikt om informatie in versneld tempo te verspreiden, vaak over politiek en andere polariserende onderwerpen. Er zijn grote verbanden tussen de media die via massacommunicatie worden verspreid en het effect op groepen mensen die de berichten ontvangen. Het is ook niet voor niets dat kinderen (en volwassenen) geleerd moet worden wat mediawijsheid is. Want niet alles wat er via de media op je afkomt, moet je simpelweg geloven.

Geschiedenis

Eerste televisie uitzending van de AVRO vanuit Bussum

Het nieuwtje ging als een lopend vuurtje rond is een oud gezegde. Als er een marskramer (soort koopman in de Middeleeuwen) vanuit een andere stad of dorp kwam, vertelde hij wat hij er gezien had. De inwoners van die stad of het dorp vertelde dat aan elkaar door. Was er iets nieuws ontdekt (een nieuw product bijvoorbeeld) dan ontstond er vanzelf een van mond tot mond reclame. Als de vorst (keizer, koning, hertog) iets te melden had ver weg vanuit zijn kasteel, dan werd er een heraut op een paard rondgestuurd die het rondbazuinde op de markten van steden en dorpen. Daarbij maakte hij letterlijk gebruik van een bazuin (soort trompet) om de aandacht van het volk te trekken en als er genoeg mensen waren opgetrommeld (want een trommel werd ook wel gebruikt) las hij het bericht voor. Na de uitvinding van de boekdrukkunst werden er kleine dunne velletjes met tekst gedrukt als er iets nieuws te melden was. Al vanaf het begin maakte ook politici hier graag gebruik van. Vanaf dat moment wordt het voor veel mensen ook duidelijk dat kunnen lezen en schrijven toch wel handig was. De eerste vlugschriften werden vaak in kroegen door diegene die konden lezen voorgelezen aan de analfabeten. Al redelijk snel nam het aantal lezende mensen toe en werden de 'kranten' groter en kregen meer inhoud. Het nieuws (en dus ook de reclame) kon zich steeds sneller verspreiden. Door fotografie en later ook film kon het nieuws ook in beelden worden verspreid. Bioscopen kregen daarbij aan het eind van de 19e eeuw een belangrijke rol (bioscoopjournaal).

Met de komst van de (commerciële) radio rond 1900 waren er eerst een handjevol mensen die zich zo'n apparaat konden veroorloven. Maar al snel waren er doe-het-zelf pakketten waarmee handige mensen zelf zo'n apparaat in elkaar konden knutselen. De kwaliteit was natuurlijk niet al te best, maar het aantal luisteraars nam hand over hand toe. Niet heel lang daarna ontstonden dan ook de eerste Nederlandse omroepen (1919). In 1930 kwam het eerste zendtijdbesluit. Een soort wet waarin het radioreglement werd vastgelegd. Hierbij kregen de vier grote omroepverenigingen (AVRO, KRO, NCRV en VARA) ieder 20% van de zendtijd. Ook gedurende de Tweede Wereldoorlog speelde de radio een belangrijke rol. Ondanks dat de Nazi's de Nederlanders verplicht had de radio in te leveren, bleven velen clandestien naar Radio Oranje vanuit Londen luisteren. Dat was natuurlijk niet zonder risico. Ook maakten de nazi's misbruik van de krant, pamfletten en ook de radio om propaganda te verspreiden.

Rond 1950 verschenen de eerste televisies in Nederland. Op 2 oktober 1951 is de allereerste Nederlandse televisie-uitzending op tv te zien. Deze uitzending kwam uit Bussum. Een kerkje was omgebouwd tot studio (studio Irene) en daarnaast was een mast gebouwd (van steigermateriaal) die het TV-signaal uitzond. Opnieuw waren er eerst weinig televisie-bezitters. Maar ook dat veranderde snel. De radio-omroepen werden dan ook TV-omroepen. Met eerst één en later twee zenders konden mensen met een eigen antenne op het dak de TV-uitzendingen ontvangen. Met bepaalde antennes kon men ook programma's vanuit Duitsland of België ontvangen (zeker als je dicht bij de grens woonde). Nu zie je amper nog antennes op de daken (of het moten schotelantennes zijn) omdat veel nu via de kabel gaat (koper en/of glasvezel).

In de jaren 1980 ontstonden de eerste internetproviders in Nederland. Via de computer kon men inbellen en informatie van over de hele wereld vergaren. De hiervoor genoemde media zit nu eigenlijk allemaal in één apparaatje, de smartphone.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Massamedia&oldid=818925"