Koningskwestie: verschil tussen versies
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | {{werk}} |
||
[[Bestand:Leopold_III_van_België_(1934)_(cropped).jpg|right|300px|thumb|Koning Leopold III in 1934]] |
[[Bestand:Leopold_III_van_België_(1934)_(cropped).jpg|right|300px|thumb|Koning Leopold III in 1934]] |
||
De '''koningskwestie''' was een politiek [[conflict]] in [[België]] tussen 1940 en 1951. Het conflict ging aanvankelijk tussen koning [[Leopold III van België|Leopold III]] en de Belgische regering. Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] viel Duitsland België binnen. België kon niet op tegen het Duitse leger, waardoor de de Belgische regering besloot om naar het buitenland te vluchten. Koning Leopold III weigerde echter mee te gaan en wilde bij zijn volk in België blijven. Hoewel de regering hier geen toestemming voor gaf, deed hij dit toch. |
De '''koningskwestie''' was een politiek [[conflict]] in [[België]] tussen 1940 en 1951. Het conflict ging aanvankelijk tussen koning [[Leopold III van België|Leopold III]] en de Belgische regering. Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] viel Duitsland België binnen. België kon niet op tegen het Duitse leger, waardoor de de Belgische regering besloot om naar het buitenland te vluchten. Koning Leopold III weigerde echter mee te gaan en wilde bij zijn volk in België blijven. Hoewel de regering hier geen toestemming voor gaf, deed hij dit toch. |
||
Regel 30: | Regel 29: | ||
==Na de bevrijding== |
==Na de bevrijding== |
||
===Voorwaarden voor terugkeer=== |
===Voorwaarden voor terugkeer=== |
||
+ | Nadat ook de Belgische koninklijke familie bevrijd was, mocht Leopold III niet terugkeren naar België. De Belgische regering had hem al in 1940 niet in staat te regeren verklaard. In juli 1945 werd besloten dat dit enkel ongedaan gemaakt kon worden als beide kamers van het parlement hiermee eens zijn. In plaats daarvan werd Leopolds broer, [[Karel van België]], regent en nam zijn taken over. |
||
+ | [[Bestand:Koningskwestie_kaart_met_percentage_voor-stemmen.png|right|300px|thumb|De uitslag van het [[referendum]].]] |
||
+ | De rest van de koninklijke familie verbleef in Oostenrijk en later in Zwitserland. De moeder van Leopold III probeerde te onderhandelen tussen de regering en Leopold III. Deze onderhandelingen mislukten. De socialisten, communisten en de meeste liberalen waren tegen de terugkeer van Leopold III. Enkel de christendemocraten waren voorstander. De christendemocraten stapten zelfs uit de regering van [[Achille Van Acker]] en eisten een [[referendum]]. In 1949 behaalden de christendemocraten een grote meerderheid in parlement, maar één zetel te kort voor een [[absolute meerderheid]]. Zij moesten samenwerken met de liberalen en besloten dat er een referendum kwam. |
||
===Volksraadpleging=== |
===Volksraadpleging=== |
||
+ | Op 12 maart 1950 vond dit referendum plaats. Alle kiesgerechtigden kregen de vraag ''Zijt U de mening toegedaan dat Koning Leopold III de uitoefening van zijn grondwettelijke machten zou hernemen?'', oftewel ''Bent u van mening dat koning Leopold III zijn taak als koning weer kan uitoefenen (en dus terugkeren naar België)?'' Het referendum was niet-bindend. Dit betekent dat de regering de uitslag niet hoefde te respecteren. |
||
+ | |||
+ | Tijdens het referendum stemde 58% vóór de terugkeer van Leopold III, terwijl 32% tegen stemde. Op regionaal vlak waren er grote verschillen. In Vlaanderen stemde men overwegend voor de terugkeer van de koning, terwijl men in Brussel en grote delen van Wallonië tegen stemde. Na het bekendmaken van de uitslag ontstonden er grote protesten en zelfs een algemene staking in Wallonië. De liberalen stapten uit de regering, waardoor de christendemocraten de uitslag niet konden uitvoeren. |
||
===Terugkeer van Leopold III=== |
===Terugkeer van Leopold III=== |
||
+ | [[Bestand:Koningskwestie_Kortrijk.jpg|left|300px|thumb|Een protest van de voorstanders van Leopold III in [[Kortrijk]]]] |
||
+ | Er kwamen vervolgens weer nieuwe verkiezingen, waarbij de christendemocraten een absolute meerderheid haalden. Op 20 juli 1950 stelde het parlement dat Leopold III weer mocht terugkeren en regeren. De koning keerde twee dagen later (op 22 juli) terug naar België. Op die dag waren er grotere protesten en stakingen in voornamelijk Wallonië. Er vond zelfs een schietpartij plaats, waarbij vier mensen overleden. De situatie dreigde te ontsporen. Tegenstanders van de monarchie riepen namelijk op om met wapens naar Brussel te marcheren. |
||
+ | |||
+ | Dit leidde tot een spoedoverleg, waarbij besloten werd dat Leopold III zijn koninklijke taken aan zijn zoon [[Boudewijn van België|Boudewijn]] zou overdragen. Boudewijn werd hierdoor regent en kreeg de titel "Prins-regent". Leopold III bleef in naam koning, maar voerde zijn taken niet zelf uit. Dit kalmeerde de situatie in België. |
||
===Troonsafstand=== |
===Troonsafstand=== |
||
+ | Op 16 juli 1951 besloot koning Leopold III om af te treden. Hierdoor werd Boudewijn officieel koning van België. Hoewel de situatie sinds 1950 af gekalmeerd was, was de troonsafstand de definitieve oplossing voor de koningskwestie. |
||
+ | Koning Leopold III besloot om zich uit het openbare leven terug te trekken. Hij woonde tot aan zijn dood op [[Kasteel van Argenteuil]]. |
||
− | ==Nasleep== |
||
==Mini-koningskwestie== |
==Mini-koningskwestie== |
||
+ | In 1990 was er een kleine koningskwestie; de [[mini-koningskwestie]]. Toenmalig koning Boudewijn weigerde om de nieuwe wet voor [[abortus]] te tekenen. Boudewijn was namelijk overtuigd katholiek en tegenstander van abortus. Om dit op te lossen werd koning Boudewijn voor korte periode (36 uur) niet in staat te regeren verklaard. Hierdoor konden de ministers de wet tekenen. |
||
+ | |||
+ | Deze mini-koningskwestie zette ook vraagtekens bij de monarchie en de macht van de koning. |
||
[[Categorie:Geschiedenis van België]] |
[[Categorie:Geschiedenis van België]] |
Huidige versie van 23 sep 2023 om 16:46
De koningskwestie was een politiek conflict in België tussen 1940 en 1951. Het conflict ging aanvankelijk tussen koning Leopold III en de Belgische regering. Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel Duitsland België binnen. België kon niet op tegen het Duitse leger, waardoor de de Belgische regering besloot om naar het buitenland te vluchten. Koning Leopold III weigerde echter mee te gaan en wilde bij zijn volk in België blijven. Hoewel de regering hier geen toestemming voor gaf, deed hij dit toch.
Leopolds beslissing was eerst populair onder de Belgische bevolking, maar dit duurde niet lang. Leopold sprak zich uit tegen het Belgisch verzet, trouwde met Lilian Baels en bezocht zelfs Adolf Hitler. In zijn "politiek testament" keurde hij alle beslissingen van de Belgische regering sinds 1940 af en eiste excuses van de regering. Hij sprak geen lof uit voor de Geallieerden (die België bevrijdde) en het Belgisch verzet. De regering maakte na de bevrijding dit politiek testament bekend.
Na de bevrijding moest koning Leopold III gedwongen in het buitenland verblijven en mocht pas in 1950 terugkeren naar België. Hij mocht niet meer zelf besturen, waardoor er een regent kwam. De situatie leidde tot politieke spanningen. In 1951 besloot Leopold III daarom troonsafstand te doen om zo de monarchie te redden. Deze troonsafstand maakte een einde aan de Koningskwestie.
Tweede Wereldoorlog
Ontstaan
Al vóór de Tweede Wereldoorlog waren er conflicten tussen de regering en Leopold III over de macht en taken van de koning. België werd begin 1940 door Duitsland binnengevallen. Na enkele weken werd duidelijk dat het Belgisch leger niet op kon tegen het Duitse. Het Duitse leger was niet alleen groter, maar ook nog eens moderner. De Belgische regering besloot toen om naar het buitenland te vluchten. Ze vluchtten eerst naar Frankrijk en later naar Londen.
De koning en zijn familie weigerden echter om mee te gaan naar het buitenland. Hij wilde net als zijn vader, koning Albert I tijdens de Eerste Wereldoorlog, bij zijn volk blijven. Leopold III gaf zich daarom over aan de Duitse soldaten. Hij was ervan overtuigd dat Adolf Hitler gewonnen had en wilde zijn positie gebruiken om België opnieuw onafhankelijk te maken. Hierdoor kreeg Leopold III niet alleen een conflict met de Belgische regering, maar ook met de Franse en Britse regering. Hij werd door hen als landverrader gezien.
Leopold III in bezet België
Leopold III gaf zichzelf op 28 mei 1940 over aan de Duitse bezetter. Hij werd een krijgsgevangene en kreeg huisarrest in het kasteel van Laken. Dit betekende dat hij het kasteel niet zomaar mocht verlaten.
De Belgische regering en een deel van het parlement waren ondertussen naar de Franse stad Limoges gevlucht. Vanuit Limoges keurden zij de beslissing van de koning af. Zij stelden zelfs een regent aan, aangezien de koning niet in staat was het land te regeren. Frankrijk viel op 22 juni echter in handen van de Duitse bezetter. Enkele ministers dachten hierdoor dat Leopold III toch gelijk had en dienden hun ontslag in. Andere ministers en parlementsleden vluchtten naar Londen (soms via Spanje en Portugal) om daar een nieuwe regering op te zetten. Deze regering werd door de Geallieerden erkend en zette zich in voor de bevrijding van België.
De beslissing van Leopold III viel aanvankelijk goed onder de Belgische bevolking. Zij voelden dat de koning met hen meeleefde. Dit veranderde al binnen een jaar. Leopold III ontmoette Adolf Hitler en de collaborateur Hendrik De Man in zijn paleis. Ook trouwde hij in 1941 met Lilian Baels die toentertijd zwanger was. Deze dingen vielen slecht onder de Belgische bevolking. Zij vonden dat de koning helemaal niet met hen meeleefde, maar in luxe leefde.
Het politiek testament
Leopold III werd kort voor de Geallieerde bevrijding van België naar Duitsland vervoerd en vervolgens naar Oostenrijk. Hier werd hij als krijgsgevangene gehouden. Kort voor zijn deportatie schreef Leopold III zijn "politiek testament". Dit was bedoeld voor de Belgische regering als deze terugkeerde in België. De koning schreef in zijn politiek testament het volgende:
- Hij weigerde de afspraken en verdragen die door de Belgische regering sinds 1940 waren gesloten te erkennen.
- Hij wilde excuses van de Belgische regering voor de ruzie in 1940.
- Hij weigerde de inzet van de Geallieerden en het Belgisch verzet voor de bevrijding van België te erkennen.
De brief viel uitermate slecht bij de regering. De regering besloot de brief vervolgens in Belgische kranten te publiceren, waarna de Belgische bevolking ook klaar was met Leopold III. Ook de Britse premier Winston Churchill vond het testament schandalig.
Na de bevrijding
Voorwaarden voor terugkeer
Nadat ook de Belgische koninklijke familie bevrijd was, mocht Leopold III niet terugkeren naar België. De Belgische regering had hem al in 1940 niet in staat te regeren verklaard. In juli 1945 werd besloten dat dit enkel ongedaan gemaakt kon worden als beide kamers van het parlement hiermee eens zijn. In plaats daarvan werd Leopolds broer, Karel van België, regent en nam zijn taken over.
De rest van de koninklijke familie verbleef in Oostenrijk en later in Zwitserland. De moeder van Leopold III probeerde te onderhandelen tussen de regering en Leopold III. Deze onderhandelingen mislukten. De socialisten, communisten en de meeste liberalen waren tegen de terugkeer van Leopold III. Enkel de christendemocraten waren voorstander. De christendemocraten stapten zelfs uit de regering van Achille Van Acker en eisten een referendum. In 1949 behaalden de christendemocraten een grote meerderheid in parlement, maar één zetel te kort voor een absolute meerderheid. Zij moesten samenwerken met de liberalen en besloten dat er een referendum kwam.
Volksraadpleging
Op 12 maart 1950 vond dit referendum plaats. Alle kiesgerechtigden kregen de vraag Zijt U de mening toegedaan dat Koning Leopold III de uitoefening van zijn grondwettelijke machten zou hernemen?, oftewel Bent u van mening dat koning Leopold III zijn taak als koning weer kan uitoefenen (en dus terugkeren naar België)? Het referendum was niet-bindend. Dit betekent dat de regering de uitslag niet hoefde te respecteren.
Tijdens het referendum stemde 58% vóór de terugkeer van Leopold III, terwijl 32% tegen stemde. Op regionaal vlak waren er grote verschillen. In Vlaanderen stemde men overwegend voor de terugkeer van de koning, terwijl men in Brussel en grote delen van Wallonië tegen stemde. Na het bekendmaken van de uitslag ontstonden er grote protesten en zelfs een algemene staking in Wallonië. De liberalen stapten uit de regering, waardoor de christendemocraten de uitslag niet konden uitvoeren.
Terugkeer van Leopold III
Er kwamen vervolgens weer nieuwe verkiezingen, waarbij de christendemocraten een absolute meerderheid haalden. Op 20 juli 1950 stelde het parlement dat Leopold III weer mocht terugkeren en regeren. De koning keerde twee dagen later (op 22 juli) terug naar België. Op die dag waren er grotere protesten en stakingen in voornamelijk Wallonië. Er vond zelfs een schietpartij plaats, waarbij vier mensen overleden. De situatie dreigde te ontsporen. Tegenstanders van de monarchie riepen namelijk op om met wapens naar Brussel te marcheren.
Dit leidde tot een spoedoverleg, waarbij besloten werd dat Leopold III zijn koninklijke taken aan zijn zoon Boudewijn zou overdragen. Boudewijn werd hierdoor regent en kreeg de titel "Prins-regent". Leopold III bleef in naam koning, maar voerde zijn taken niet zelf uit. Dit kalmeerde de situatie in België.
Troonsafstand
Op 16 juli 1951 besloot koning Leopold III om af te treden. Hierdoor werd Boudewijn officieel koning van België. Hoewel de situatie sinds 1950 af gekalmeerd was, was de troonsafstand de definitieve oplossing voor de koningskwestie.
Koning Leopold III besloot om zich uit het openbare leven terug te trekken. Hij woonde tot aan zijn dood op Kasteel van Argenteuil.
Mini-koningskwestie
In 1990 was er een kleine koningskwestie; de mini-koningskwestie. Toenmalig koning Boudewijn weigerde om de nieuwe wet voor abortus te tekenen. Boudewijn was namelijk overtuigd katholiek en tegenstander van abortus. Om dit op te lossen werd koning Boudewijn voor korte periode (36 uur) niet in staat te regeren verklaard. Hierdoor konden de ministers de wet tekenen.
Deze mini-koningskwestie zette ook vraagtekens bij de monarchie en de macht van de koning.