ADHD: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
 
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 52: Regel 52:
 
* Kinderen die iets aan je vragen (en je uit je concentratie halen)
 
* Kinderen die iets aan je vragen (en je uit je concentratie halen)
   
De hele dag door krijgen je hersenen [[prikkels]] doorgestuurd. Om ervoor te zorgen dat een mens zich kan concentreren tijdens school of tijdens het sporten, zorgen de hersenen ervoor dat bepaalde prikkels geremd worden. Een voorbeeld hiervan is dat je als je aan het voetballen bent, je waarschijnlijk niet let op het bewegen van wolken of op het publiek aan de kant. Je focust je op de bal en het spel. De prikkels uit je omgeving worden dan op dat moment geremd. Dit zelfde geldt voor school. Wanneer je een toets aan het maken bent zorgen je hersenen ervoor dat je prikkels uit de omgeving worden geremd zodat jij je goed kan concentreren op je toets.
+
De hele dag door krijgen je hersenen [[prikkel]]s doorgestuurd. Om ervoor te zorgen dat een mens zich kan concentreren tijdens school of tijdens het sporten, zorgen de hersenen ervoor dat bepaalde prikkels geremd worden. Een voorbeeld hiervan is dat je als je aan het voetballen bent, je waarschijnlijk niet let op het bewegen van wolken of op het publiek aan de kant. Je focust je op de bal en het spel. De prikkels uit je omgeving worden dan op dat moment geremd. Dit zelfde geldt voor school. Wanneer je een toets aan het maken bent zorgen je hersenen ervoor dat je prikkels uit de omgeving worden geremd zodat jij je goed kan concentreren op je toets.
   
Het remmen van prikkels in je hersenen wordt veroorzaakt door bepaalde stoffen, [[neurotransmitters.]] Deze stoffen zorgen ervoor dat cellen in jou lichaam informatie aan elkaar doorgeven, de cellen praten met elkaar. Het communiceren van cellen wordt een informatiestroom genoemd. Die stroom zorgt er uiteindelijk voor dat wij kunnen denken, voelen, en dingen kunnen doen zoals het oppakken van iets.
+
Het remmen van prikkels in je hersenen wordt veroorzaakt door bepaalde stoffen, [[neurotransmitters.]] Deze stoffen zorgen ervoor dat cellen in jouw lichaam informatie aan elkaar doorgeven, de cellen praten met elkaar. Het communiceren van cellen wordt een informatiestroom genoemd. Die stroom zorgt er uiteindelijk voor dat wij kunnen denken, voelen, en dingen kunnen doen zoals het oppakken van iets.
 
[[Bestand:Complete neuron cell diagram en.svg|miniatuur|Dit is een zenuwcel]]
 
[[Bestand:Complete neuron cell diagram en.svg|miniatuur|Dit is een zenuwcel]]
 
Zenuwcellen communiceren dus met elkaar, dit gaat als volgt te werk.
 
Zenuwcellen communiceren dus met elkaar, dit gaat als volgt te werk.
Regel 68: Regel 68:
 
Bij mensen met ADHD zijn er twee functies in de hersenen die hun werk wat minder goed doen:
 
Bij mensen met ADHD zijn er twee functies in de hersenen die hun werk wat minder goed doen:
 
# De filterfunctie: deze functie zorgt ervoor dat niet alle informatie die je ziet wordt door gecommuniceerd naar je hersenen. Als deze functie niet zo goed werkt, reageer je dus op alle prikkels om je heen, daardoor zijn kinderen met ADHD zo snel afgeleid.
 
# De filterfunctie: deze functie zorgt ervoor dat niet alle informatie die je ziet wordt door gecommuniceerd naar je hersenen. Als deze functie niet zo goed werkt, reageer je dus op alle prikkels om je heen, daardoor zijn kinderen met ADHD zo snel afgeleid.
# De remfunctie: Deze functie zorgt ervoor dan je eerst denkt en daarna pas doet. Dit zorgt ervoor dat je minder domme dingen doet, maar ook dat je bijvoorbeeld stil blijft zitten als het moet. Ook zorgt het ervoor dat je tijdens het maken van je huiswerk bijvoorbeeld gedachten over feesten of tv-programma's kan remmen zodat je je goed kan concentreren op je studie. Als deze functie niet zijn werk doet zorgt het er dus voor dat je drukker bent en [[impulsiever]]. Dit laatste betekent dat je bijvoorbeeld voor je beurt praat, of opstaat in een situatie waarin het eigenlijk niet mag.
+
# De remfunctie: Deze functie zorgt ervoor dan je eerst denkt en daarna pas doet. Dit zorgt ervoor dat je minder domme dingen doet, maar ook dat je bijvoorbeeld stil blijft zitten als het moet. Ook zorgt het ervoor dat je tijdens het maken van je huiswerk bijvoorbeeld gedachten over feesten of tv-programma's kan remmen zodat je je goed kan concentreren op je studie. Als deze functie niet zijn werk doet zorgt het er dus voor dat je drukker bent en [[Impulsief|impulsiever]]. Dit laatste betekent dat je bijvoorbeeld voor je beurt praat, of opstaat in een situatie waarin het eigenlijk niet mag.
   
 
==Medicijnen==
 
==Medicijnen==
Regel 128: Regel 128:
 
==Zie ook==
 
==Zie ook==
 
* [[Autisme]]
 
* [[Autisme]]
* [[Aandachtstekortstoornis]]
+
* [[Aandachtstekortstoornis]] (ADD, dat is een aparte soort ADHD)
 
* [[Antisociale gedragsstoornis]] CD afgekort gedragstoornis
 
* [[Antisociale gedragsstoornis]] CD afgekort gedragstoornis
 
* [[Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis]] ODD afgekort
 
* [[Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis]] ODD afgekort

Huidige versie van 16 jun 2024 om 10:28

Esculaap.svg
Gezondheidsklachten?

Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.

ADHD of aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit is een verzamelnaam voor een heleboel symptomen. De afkorting ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. ADHD heeft dus met het aandacht te maken. Hierdoor kunnen personen met ADHD zich niet lang op één ding richten; ze zijn snel afgeleid. Ook zijn personen met ADHD erg druk (hyperactief) en voelen ze zich druk of onrustig. ADHD wordt door onderzoekers ook wel een inhibitiestoornis genoemd. Dat is een moeilijk woord; inhibitie betekent remming en een stoornis is een ander woord voor gebrek. Bij ADHD worden prikkels uit de omgeving, informatie, niet goed geremd.

Bij ADHD gaat het niet om 'zomaar druk' of 'weinig aandacht'. Niet iedereen die druk is of weinig aandacht heeft, heeft ADHD. Uit onderzoek komt naar voren dat ongeveer 3 tot 5% van alle kinderen ADHD heeft. ADHD is voor een groot deel erfelijk. Dat betekent dat als je moeder of vader ADHD heeft, de kans er is dat jij het ook hebt groter is. Niet elke arts kan ADHD vaststellen, maar ADHD kan wel vastgesteld worden door een speciale arts, zoals een psychiater of therapeut.

Kenmerken

Kinderen met ADHD hebben positieve kenmerken, zoals:

  •  Ze zijn vaak heel enthousiaste kinderen
  •  Ze zijn vaak dol op sport en beweging
  •  Ze kunnen zich soms in sommige situaties super goed concentreren.
  •  Ze kunnen veel en goed vertellen
  •  Ze kunnen leuke grapjes maken
  •  Ze zijn vaak heel zorgzaam
  •  Ze hebben veel fantasie

Mensen met ADHD hebben ook eigenschappen waar je als leerkracht of leerling ‘last’ van kunt hebben:

  • Ze zijn bewegelijk en kunnen moeilijk op hun plaats blijven zitten.
  • Ze roepen vaak voor hun beurt in de klas
  • Ze zijn impulsief (ze doen dingen, voordat ze er bij nadenken)
  • Ze kunnen soms zich niet goed concentreren
  • Ze vinden het lastig om emoties te laten zien
  • Ze hebben moeite met tijd en kunnen moeilijk inschatten hoeveel tijd een opdracht kost
  • Ze hebben moeite met plannen en organiseren
  • Het kortetermijngeheugen werkt minder goed. Ze hebben meer moeite om zich iets te herinneren.
  • Soms ook een lage verwerkingssnelheid

Soorten ADHD

Er zijn 3 verschillende typen ADHD. Elk type ADHD heeft één of meer hoofdkenmerken. De drie typen zijn:

  • ADHD-H: het hyperactief/impulsief-type: voornamelijk druk en impulsief gedrag.
  • ADHD-I: het onoplettende type: aandachtstekort en concentratieproblemen. Hyperactiviteit en impulsiviteit komen bij dit type ADHD vaak minder voor. Staat ook bekend als ADD.
  • ADHD-C: het gecombineerde type. Mensen met dit type ADHD hebben kenmerken van beide vormen. Het gecombineerde type komt het meest voor.

Mogelijke oorzaken

Onderzoekers weten nog niet precies hoe ADHD ontstaat.

Onderzoekers hebben wel twee mogelijke oorzaken voor ADHD gevonden:

  1. Erfelijkheid; ADHD wordt overgedragen door erfelijkheid. Dit betekent dat bepaalde genen ervoor zorgen dat iemand ADHD ontwikkelt.
  2. Omgevingsfactoren; hierbij speelt de omgeving een rol. Bepaalde factoren of gebeurtenissen uit je omgeving kunnen ADHD veroorzaken. Dat kan zijn zowel vóórdat als nádat je geboren wordt. Een voorbeeld is dat een baby voor een tijd niet kon ademen of dat de moeder een hoge bloeddruk tijdens haar zwangerschap had.

Wat gebeurt er in de hersenen bij mensen met ADHD?

Het groene deel is de visuele cortex

Bij ADHD spelen verschillende delen van de hersenen een rol. In het voorste deel van je hersenen wordt er hard gewerkt en geregeld. Informatie komt daar binnen, daarna moet er ook nog op gereageerd worden. Onderzoekers hebben goed naar de hersenactiviteit gekeken. Zij zagen dat dat deel hersenen bij mensen met ADHD minder hard werkt en daardoor dus minder goed functioneert. Andere delen van de hersenen worden juist overbelast. Mensen met ADHD kunnen prikkels niet goed remmen. De hersenen worden telkens overspoeld met nieuwe informatie.

Eén van die delen heet de visuele cortex. Dit gedeelte van je hersenen helpt je om ergens een beeld van te maken. Want stel, je gaat boodschappen doen en je moet appels en bananen halen. Dan maakt dit stukje hersenen een ‘plaatje’ in je hoofd van de appels en bananen. Op deze manier onthoud jij makkelijker wat je moet halen. Mensen met ADHD kunnen dit ‘plaatje’ in hun hoofd moeilijk maken. Ze onthouden hierdoor ook moeilijker dingen, ook het voorste deel van de hersenen.

In je hersenen wordt ook het stofje ‘dopamine’ aangemaakt. Dopamine is een stof die helpt om informatie door te geven van de hersenen naar andere delen van het lichaam. Iemand met ADHD maakt te weinig dopamine aan. Er wordt dus wel wat informatie doorgegeven maar niet alles. Er gaat veel informatie verloren. Bijvoorbeeld: je moet van de juf je rekenschrift en rekenboek pakken en deze open doen op bladzijde 26. Voor iemand zonder ADHD is dit heel makkelijk. Voor iemand met ADHD is dit een heel ander verhaal. De hersenen versturen de informatie naar je armen maar onderweg, ergens in het lichaam, gaat de informatie verloren. Zo kan het zijn dat iemand met ADHD zijn rekenboek en schrift wel heeft gepakt maar deze niet op bladzijde 26 heeft open geslagen.

Kinderen met ADHD hebben snel het gevoel dat er te veel om hen een gebeurt. Ze geven dan aan dat ze moe worden of druk in hun hoofd zijn. Ze hebben te veel last van de ‘prikkels’ om zich heen en kunnen zich niet goed concentreren. Voorbeelden van prikkels kunnen zijn:

  • Geluiden die in de klas worden gemaakt
  • Kinderen die rennen of bewegen
  • Knutselwerkjes die aan de muur hangen
  • Kinderen die iets aan je vragen (en je uit je concentratie halen)

De hele dag door krijgen je hersenen prikkels doorgestuurd. Om ervoor te zorgen dat een mens zich kan concentreren tijdens school of tijdens het sporten, zorgen de hersenen ervoor dat bepaalde prikkels geremd worden. Een voorbeeld hiervan is dat je als je aan het voetballen bent, je waarschijnlijk niet let op het bewegen van wolken of op het publiek aan de kant. Je focust je op de bal en het spel. De prikkels uit je omgeving worden dan op dat moment geremd. Dit zelfde geldt voor school. Wanneer je een toets aan het maken bent zorgen je hersenen ervoor dat je prikkels uit de omgeving worden geremd zodat jij je goed kan concentreren op je toets.

Het remmen van prikkels in je hersenen wordt veroorzaakt door bepaalde stoffen, neurotransmitters. Deze stoffen zorgen ervoor dat cellen in jouw lichaam informatie aan elkaar doorgeven, de cellen praten met elkaar. Het communiceren van cellen wordt een informatiestroom genoemd. Die stroom zorgt er uiteindelijk voor dat wij kunnen denken, voelen, en dingen kunnen doen zoals het oppakken van iets.

Dit is een zenuwcel

Zenuwcellen communiceren dus met elkaar, dit gaat als volgt te werk.

In je lichaam zitten naar schatting 100 miljard zenuwcellen. Dat zijn er een hoop! Deze zenuwcellen kunnen met elkaar communiceren door middel van informatiestromen. Bijvoorbeeld: Op een bord zie je een lekker stuk taart liggen. Je kan niet wachten om het stukje op te pakken met je handen en het op te eten. Voordat jij het stuk op kan pakken en kan genieten van het stuk taart moet er tussen de zenuwcellen een hoop gecommuniceerd worden.

Op het plaatje hiernaast zie je een zenuwcel. Die bestaat uit een cellichaam, uitlopers en dendrieten. Tussen twee zenuwcellen zit een kleine opening. Dit wordt met een moeilijk woord Synaps genoemd. Dit kan je zien als een mond.

Wanneer een zenuwcel een prikkel binnenkrijgt doordat je iets hebt gezien of ergens tegen aan bent gestoten, zorgt de zenuwcel ervoor dat er een stroompje met informatie wordt aangemaakt. Neurotransmitters zorgen ervoor dat de stroom wordt verspreid van zenuwcel naar zenuwcel. De informatie stroom zorgt er namelijk voor dat de neurotransmitters openbarsten en in de synaps komen, zij gaan door de mond, en hechten zich aan de nieuwe cel. Die nieuwe zenuwcel zorgt ervoor dat de informatiestroom op dezelfde manier wordt doorgegeven aan de volgende zenuwcel, enzovoort.

Je hebt veel verschillende neurotransmitters in je lichaam. De neurotransmitters die een rol spelen bij het denken en uitvoeren van gedachten en bewegingen zijn dopamine en noradrenaline.

Bij mensen met ADHD zijn er twee functies in de hersenen die hun werk wat minder goed doen:

  1. De filterfunctie: deze functie zorgt ervoor dat niet alle informatie die je ziet wordt door gecommuniceerd naar je hersenen. Als deze functie niet zo goed werkt, reageer je dus op alle prikkels om je heen, daardoor zijn kinderen met ADHD zo snel afgeleid.
  2. De remfunctie: Deze functie zorgt ervoor dan je eerst denkt en daarna pas doet. Dit zorgt ervoor dat je minder domme dingen doet, maar ook dat je bijvoorbeeld stil blijft zitten als het moet. Ook zorgt het ervoor dat je tijdens het maken van je huiswerk bijvoorbeeld gedachten over feesten of tv-programma's kan remmen zodat je je goed kan concentreren op je studie. Als deze functie niet zijn werk doet zorgt het er dus voor dat je drukker bent en impulsiever. Dit laatste betekent dat je bijvoorbeeld voor je beurt praat, of opstaat in een situatie waarin het eigenlijk niet mag.

Medicijnen

Ritalin Methylfenidaat

Er is geen medicijn dat ADHD kan genezen. Wel kun je er de symptomen (verschijnselen) mee verminderen of zelfs laten verdwijnen.

Een medicijn dat vaak door mensen met ADHD gebruikt wordt, is methylfenidaat. Methylfenidaat heb je in verschillende hoeveelheden. Je kan het slikken als 5 mg of 10 mg maar ook 15 en 20 mg. Je hebt ook meerdere merken, zoals Ritalin en Concerta. Als methylfenidaat niet goed (genoeg) werkt of nare bijwerkingen oplevert, kunnen andere medicijnen zoals dexamfetamine en atomoxetine getest worden.

Dit krijg je niet zomaar. Je kunt deze medicijnen alleen krijgen met een recept van een psychiater. Ook mag niet iedereen dit slikken. Meestal krijgen mensen medicijnen én therapie.

Er zijn mensen die geen medicijnen willen gebruiken. Zij gebruiken liever iets anders, bijvoorbeeld visolie, een aangepast dieet of vitamine B6. Het is niet bewezen dat deze middelen werken. Toch zijn er veel mensen die zich er goed bij voelen.

Gevolgen

Als je ADHD hebt, zitten daar natuurlijk gevolgen aan. Er zijn leuke en minder leuke gevolgen. Soms zijn de gevolgen alleen voor diegene met ADHD en soms zijn ze er ook voor de omgeving.

Een aantal leuke gevolgen voor kinderen met ADHD zijn:

  • Ze zijn onbevangen; ze stappen makkelijk op andere mensen af om ze vragen te stellen.
  • Ze zijn erg behulpzaam
  • Ze houden van gekke dingen doen en verzinnen leuke uitstapjes
  • Ze zijn vaak vrolijk, spontaan en kunnen veel grapjes maken
  • Het leven is nooit saai met ADHD. Doordat ze vaak eerst doen en dan denken, maken ze meer mee dan iemand zonder ADHD.
  • Ze kunnen heel enthousiast zijn!
  • Ze zijn super creatief.
  • Ze hebben een groot rechtvaardigheidsgevoel.
  • Ze kunnen goed voor zichzelf opkomen en nemen niet zomaar iets van iemand aan.

Een aantal minder leuke gevolgen van ADHD zijn:

  • Kinderen met ADHD doen vaak dingen voordat ze er bij nadenken. Hieraan irriteren andere kinderen zich aan hem/haar. Ook vinden ze kinderen met ADHD te druk. Het kind met ADHD is soms eenzamer en heeft weinig vrienden.
  • Kinderen met ADHD krijgen vaak te horen dat zij ‘rustiger’ moeten doen. Je kunt begrijpen dat kinderen met ADHD het niet leuk vinden om dit te horen. Ze kunnen er weinig aan doen. Als je steeds hoort wat je fout doet, is dat niet fijn. Je raakt hierdoor het vertrouwen in jezelf kwijt.
  • Op school moeten kinderen zich lang concentreren. Kinderen met ADHD vinden dit heel erg moeilijk en het lukt dan ook vaak niet. Ze hebben vaak hun werk niet af. Doordat zij de les niet af krijgen, hebben zij minder geoefend. Ze kunnen hierdoor slechtere cijfers halen.
  • Doordat kinderen niet de hele les goed meekrijgen, ontwikkelen ze een soort ‘gatenkaaskennis’. Van sommige dingen weten ze heel veel, maar van andere dingen weer weinig.
  • Drukke kinderen worden sneller gezien door de leerkracht en krijgen daardoor vaker straf.
  • Als je vaak hoort dat je iets niet goed doet, ga je daar zelf ook in geloven. Je gaat van jezelf denken dat je niet zo veel kunt. Kinderen met ADHD ontwikkelen soms faalangst.
  • Kinderen met ADHD krijgen op de middelbare school problemen met het plannen en het geven van presentaties. Dit vinden kinderen met ADHD moeilijk en vaak is het te weinig aangeboden op de basisschool.
  • Kinderen met ADHD vinden het moeilijk om in te schatten welke gevolgen hun gedrag op anderen heeft. Ze zijn niet goed in het bedenken van de oorzaken en gevolgen van hun gedrag. Hierdoor hebben ze vaak ruzies met andere kinderen op school.

Nieuws over ADHD

In september 2013 werd er veel geschreven over ADHD. In 2009 zou een Amerikaanse psychiater (Leon Eisenberg) gezegd hebben dat ADHD een verzonnen ziekte is. Waarschijnlijk is dit niet zo gezegd en hebben mensen er een ander verhaal van gemaakt. Het is en blijft dus heel belangrijk om alles te controleren wat je leest.

Omgaan met ADHD

Dit stukje is meer bedoeld voor de omgeving van iemand met ADHD. Op die manier kunnen de mensen hem/haar een beetje helpen. Deze 'tips' zorgen er natuurlijk niet voor dat de ADHD verdwijnt, het kan er wel voor zorgen dat die persoon zich prettiger voelt:

  • Laat het kind zijn kwaliteiten gebruiken
  • Zorg voor een duidelijke structuur, bijvoorbeeld een dagindeling of regels
  • Geef duidelijke opdrachten, niet meer dan één tegelijk
  • Beloon goed gedrag door een complimentje of aandacht te geven
  • Geef interessante taken, anders dwaalt de aandacht van het kind snel af
  • Laat het kind af en toe lekker bewegen, dan kan het de energie kwijt

Onthoud dat een kind met ADHD ook gewoon wil spelen en vriendjes wil hebben. Hij/ zij reageert soms anders en doet niet alles expres. Als je daar een beetje rekening mee probeert te houden, is dat voor iedereen fijn. Soms is dat best moeilijk, maar dat is het voor een kind met ADHD ook.

Informatie

Video's

Zie ook

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=ADHD&oldid=869333"