Taalontwikkelingsstoornis: verschil tussen versies
Regel 49: | Regel 49: | ||
* Moeite hebben met plannen. | * Moeite hebben met plannen. | ||
− | == Tos niet zomaar een label == | + | == Tos niet zomaar een 'label' == |
− | Sommige mensen zeggen dat ze TOS hebben omdat ze moeite hebben taal. Maar je kunt niet zomaar zeggen dat je Tos hebt . Je moet daarvoor onderzocht worden door logopedist of specialist, en pas daarna | + | Sommige mensen zeggen dat ze TOS hebben omdat ze moeite hebben taal. Maar je kunt niet zomaar zeggen dat je Tos hebt. Je moet daarvoor onderzocht worden door een logopedist of specialist, en pas daarna kun je de diagnose TOS krijgen. Dan weet je zeker of je Tos hebt. Zonder onderzoek heb je ook geen officiële verklaring. En die is belangrijk, want met zo'n verklaring kun je op school extra hulp krijgen, zoals taalondersteuning of meer tijd bij toetsen. Dus zeg niet zomaar dat je TOS hebt als je dat niet zeker weet. Heb je moeite met taal praat erover met je ouders, leerkracht of de huisarts. Zij kunnen je helpen om je goed te laten onderzoeken. |
== Behandeling == | == Behandeling == |
Huidige versie van 16 okt 2025 om 22:49
![]() |
Gezondheidsklachten?
Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op. |
Leerstoornissen | |
---|---|
(moeite met het herkennen van cijfers) Dyscalculie Dysgrafie Dyslexie Dysorthografie Dyspraxie Taalontwikkelingsstoornis (moeite met taal) |
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een stoornis waarbij iemand moeite heeft om een taal te leren. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er een aandoening in een bepaald gebied van de hersenen.
De stoornis moet niet verward worden met een taalachterstand. Bij een taalachterstand spreekt een kind een taal minder goed, aangezien hij of zij deze minder hoort of spreekt. Een kind oefent dus niet genoeg. Bij een taalontwikkelingsstoornis is dit niet het geval. Hierbij verloopt het proces in de hersenen moeizaam. Alleen meer aanbod om te oefenen werkt. Er is iemand nodig die in TOS gespecialiseerd is.
Wat is TOS?
TOS is een stoornis waarbij kinderen problemen hebben met praten en taal begrijpen. Ze vinden het moeilijk om woorden te vinden, zinnen te maken of goed te luisteren naar wat anderen zeggen. Dit is niet omdat ze niet slim zijn, maar omdat hun hersenen taal anders verwerken. Daardoor kan het praten later gaan dan bij anderen kinderen. Met hulp, bijvoorbeeld van een logopedist, kunnen ze beter leren praten en begrijpen.
Taalontwikkelingsstoornis per levensfase
Peuter en kleutertijd
Bij jonge kinderen met TOS valt vaak op dat de taalontwikkeling trager op gang komt. Eerste woorden verschijnen later, woordenschat groeit langzamer en zinnen blijven kort en ongrammaticaal. Klanken worden weg gelaten of verkeerd uitgesproken, waardoor het kind soms moeilijk verstaanbaar is. Ook het begrijpen van taal kan beperkt zijn aanwijzingen worden niet altijd begrepen en er lijkt weinig reactie op vragen of verhaaltjes. Dit kan leiden tot frustraties, driftbuien of terugtrekgedrag, omdat communicatie zoveel moeite kost.
Onderbouw basisschool
Wanneer kinderen naar school gaan, wordt duidelijk dat de taalachterstand doorwerkt. Ze hebben moeite om mee te komen met kringgesprekken, instructies goed te begrijpen of verhaaltjes na te vertellen. Hun zinnen blijven vaak kort en grammatica onvolledig. Ook problemen in het vinden van woorden zijn zichtbaar; ze weten wel wat ze bedoelen, maar komen niet op de juiste woorden. Dit kan leiden tot misverstanden en onzekerheid in het contact met leeftijdsgenoten.
Middenbouw basisschool
Tijdens de leerjaren waarin lezen en schrijven centraal staan, lopen kinderen met TOS tegen nieuwe obstakels aan. Omdat hun taalbasis zwakker is, leren ze minder makkelijk lezen en schrijven. Begrijpend lezen is lastig ze ontcijferen de woorden wel, maar begrijpen de betekenis van de tekst minder goed. Ook vertellen of schrijven van verhalen is moeilijk, omdat de zinsopbouw beperkt blijft en woordenschat achter blijft. In gesprekken kunnen ze moeite hebben met het volgen van de draad of het goed formuleren van antwoorden.
Bovenbouw basisschool
De kloof met leeftijdgenoten wordt groter. Woordenschat en taalbegrip lopen achter, waardoor schoolvakken met veel taal zoals geschiedenis, aardrijkskunde en biologie extra moeilijk zijn. Het maken van langer teksten of werkstukken kost veel tijd en moeite, omdat kinderen beperkt blijven in hun zinsopbouw, spelling en samenhang. In sociale contacten kan TOS leiden tot misverstanden of buitensluiten, omdat het kind moeite heeft met het opvolgen van groepsgesprekken of subtiele grapjes.
Voortgezet onderwijs
Op de middelbare school wordt taal nog belangrijker. Leerlingen met TOS hebben vaak moeite met taalrijke vakken, maar ook instructies, toetsen en opdrachten. Het begrijpen van abstracte teksten en het leren van vreemde talen vormen een grote uitdaging. Ze kunnen moeite hebben met plannen en navolgen van complexe opdrachten, omdat taalbegrip hierin super belangrijk is. In sociale contacten blijven gesprekken soms moeizaam, zeker in groter groepen, waardoor leerlingen zich onzeker of teruggetrokken voelen.
MBO, HBO en universiteit
In vervolgopleidingen komen Taalproblemen opnieuw naar voren. Het begrijpen van vaktaal, opdrachten en studieteksten kosten veel tijd en inspanning. Verslagen schrijven, prestaties geven of meedoen met discussies is lastig. Studenten hebben baat bij extra ondersteuning zoals eenvoudige instructies meer visuele hulp of begeleiding bij taalgebruik. Toch ontwikkelen vele strategieën om hun zwakkere vaardigheden te compenseren bijvoorbeeld door gebruik te maken van schema's, mindmaps en herhaling.
Volwassenen leven
TOS blijft ook in de volwassenheid merkbaar. In gesprekken hebben volwassenen soms moeite om zich precies uit te drukken of complexe informatie te begrijpen. Dit kan problemen opleveren bij vergaderingen, sollicitaties of het lezen van officiële documenten. Schrijven van rapporten of e-mails kosten veel tijd en moeite. Toch vinden veel volwassenen manieren om hiermee om te gaan, door gebruik te maken van duidelijk structuur, visuele ondersteuning of door sterk in te zetten op hun praktische en sociale kwaliteiten. Met de juiste steun bouwen ze vaak zelfvertrouwen op in werk en relaties ondanks blijvende uitdagingen.
Geschiedenis
TOS is ontdekt toen mensenbrein merkten dat sommige kinderen moeite hebben met praten en taal, zonder dat ze iets mankeren. Vroeger dachten mensen soms dat het door slechte opvoeding kwam, later bleek dat het aan de hersenen ligt. Nu weten we dat kinderen met TOS gewoon meer hulp nodig hebben om te leren beter praten.
Ervaren hoe het is om TOS te hebben
Om beetje te kunnen weten hoe het kan zijn om TOS te hebben kun je volgende opdracht proberen uit voeren. Vertel hoe je dag was, maar je mag geen moeilijk woorden gebruiken en je mag geen woorden herhalen. Zo kan TOS voelen je weet wat je wilt zeggen, maar de woorden blijven hangen.
Vormen van TOS
Bij lichte vorm van TOS heb je soms moeite met het vinden van woorden of het goed formuleren van zinnen, maar je redt je meestal in gesprekken wel. Bij een milde vorm van TOS gaat praten moeizamer: zinnen blijven kort, grammatica klopt vaak niet en je begrijpt de taal meestal soms minder goed. Bij een zware vorm van TOS is het communiceren heel erg moeilijk spreken gaat traag of beperkt, zinnen zijn moeilijk te begrijpen en ook het begrijpen van anderen kost veel moeite.
Kenmerken
Bij een taalontwikkelingsstoornis zijn de volgende kenmerken aanwezig:
- Wel goed horen;
- Moedertaal langzaam en moeizaam leren;
- Normale intelligentie hebben;
- Klanken en woorden moeilijk kunnen onthouden;
- Moeite hebben met grammatica dus spelling;
- Moeite hebben met omgaan met emoties;
- Moeite hebben met plannen.
Tos niet zomaar een 'label'
Sommige mensen zeggen dat ze TOS hebben omdat ze moeite hebben taal. Maar je kunt niet zomaar zeggen dat je Tos hebt. Je moet daarvoor onderzocht worden door een logopedist of specialist, en pas daarna kun je de diagnose TOS krijgen. Dan weet je zeker of je Tos hebt. Zonder onderzoek heb je ook geen officiële verklaring. En die is belangrijk, want met zo'n verklaring kun je op school extra hulp krijgen, zoals taalondersteuning of meer tijd bij toetsen. Dus zeg niet zomaar dat je TOS hebt als je dat niet zeker weet. Heb je moeite met taal praat erover met je ouders, leerkracht of de huisarts. Zij kunnen je helpen om je goed te laten onderzoeken.
Behandeling
Bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis wordt door logopedisten en anderen specialisten gewerkt aan het versterken van hun taalvaardigheden door middel van spel en communicatie, aangepast aan hun niveau en ontwikkelingsfase. Zo proberen ze het kind beter te laten begrijpen en zich duidelijker uit te drukken in het dagelijks leven.
Omgaan met TOS
TOS betekent taalontwikkelingsstoornis. Kinderen met TOS hebben moeite met het begrijpen van taal. Ze leren praten wat later, vinden het lastig om goede zinnen te maken of begrijpen soms niet precies wat er wordt gezegd. Het heeft niks te maken met slimheid: kinderen en volwassenen met TOS kunnen goed leren, maar taal kost hun veel moeite.
- Thuis kunnen ouders helpen door rustig en duidelijk te praten, korte zinnen te gebruiken en te herhalen. Voor te lezen, samen praten en geduld tonen is heel erg belangrijk.
- Op school is het belangrijk dat leerkrachten weten dat de leerling met TOS niet altijd alles begrijpt of goed kan vertellen. Extra tijd geven, opdrachten kort en duidelijk helpt veel. Logopedie kan ook ondersteuning geven.
- Op werk helpt het als collega's en leidinggevenden rekening houden met het feit dat taal soms lastig blijft. Duidelijke afspraken, eventueel schrijven wat belangrijk is, en voldoende tijd om vragen te stellen maken het makkelijker om mee te doen.
Autorijden en Taalontwikkelingsstoornis
Voor mensen met een taalontwikkelingsstoornis kan leren autorijden lastiger zijn, omdat mondeling instructies soms moeilijker te begrijpen en verwerken zijn. Korte en duidelijker aanwijzingen, visuele ondersteuning en extra herhaling helpen om het proces overzichtelijk te maken. Zo wordt autorijden beter haalbaar en kan het bijdrage aan zelfstandigheid.