Maat en ritme: verschil tussen versies
k (Categorie:Muziek toegevoegd met HotCat) |
k |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Een muziekstuk heeft een bepaalde '''maat''' met daarbij een '''ritme'''. Beide begrippen horen bij elkaar, maar zijn toch iets verschillend. Een maat is zeg maar de cadans waarin een muziekstuk staat. Heb je een gewoon loop- of marstempo, dan kun je 1, 2, 3, 4 tellen, waarbij op elke tel je een stap zet: stap, stap, stap, stap. Ga je echter huppelen, dan kun je nog steeds 1, 2, 3, 4 tellen, maar er komt een tussensprongetje, zo van tada, tada, tada, tada. In het laatste geval spreek je meer van een ritme. |
+ | Een muziekstuk heeft een bepaalde '''maat''' met daarbij een '''ritme'''. Beide begrippen horen bij elkaar, maar zijn toch iets verschillend. Een maat is zeg maar de cadans waarin een muziekstuk staat. Heb je een gewoon loop- of [[Marsmuziek|marstempo]], dan kun je 1, 2, 3, 4 tellen, waarbij op elke tel je een stap zet: stap, stap, stap, stap. Ga je echter huppelen, dan kun je nog steeds 1, 2, 3, 4 tellen, maar er komt een tussensprongetje, zo van tada, tada, tada, tada. In het laatste geval spreek je meer van een ritme. |
Ritmes zijn vaak medebepalend voor een muziekstroming. Zo heb je eerst de [[Bigband]] muziek dat over gaat in de [[Swing (muziek)|swing]], dat wat golvend lijkt. De [[reggae]] heeft weer een ander ritme evenals de [[Disco (muziek)|disco]]. |
Ritmes zijn vaak medebepalend voor een muziekstroming. Zo heb je eerst de [[Bigband]] muziek dat over gaat in de [[Swing (muziek)|swing]], dat wat golvend lijkt. De [[reggae]] heeft weer een ander ritme evenals de [[Disco (muziek)|disco]]. |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Bij verschillende [[Dans|dansvormen]] heeft het ritme een belangrijke invloed op de passen die je maakt. Zo heeft de [[tango]] in de vierde maat een tussenstap: ta, ta, ta, ta, tada, ta, ta, ta, tada enzovoorts. |
Bij verschillende [[Dans|dansvormen]] heeft het ritme een belangrijke invloed op de passen die je maakt. Zo heeft de [[tango]] in de vierde maat een tussenstap: ta, ta, ta, ta, tada, ta, ta, ta, tada enzovoorts. |
||
− | Bovenstaande voorbeelden zijn allemaal vier-kwarts maten. In een hele maat heb je vier tellen. Op [[bladmuziek]] |
+ | Bovenstaande voorbeelden zijn allemaal vier-kwarts maten. In een hele maat heb je vier tellen. Op [[bladmuziek]] wordt dat aangegeven als 4/4. |
Bij een [[Wals (dans en muziek)|wals]] (Engelse wals of een Weense wals) is er sprake van 3 tellen in een maat. de drie-kwarts maat. Op bladmuziek wordt dat aangeven met 3/4. Je telt dus 1, 2, 3, 1, 2, 3. In de dans krijg je dan stap, stap, stap. |
Bij een [[Wals (dans en muziek)|wals]] (Engelse wals of een Weense wals) is er sprake van 3 tellen in een maat. de drie-kwarts maat. Op bladmuziek wordt dat aangeven met 3/4. Je telt dus 1, 2, 3, 1, 2, 3. In de dans krijg je dan stap, stap, stap. |
||
Regel 11: | Regel 11: | ||
Verder heb je nog de twee-kwarts maat. Dit is zoals je dat bij rennen hebt: 1, 2, 1, 2, 1, 2. Op bladmuziek wordt dat aangegeven als 2/4. Een ritmevariant hierop is de draf van een paard: ra-ta-plof, ra-ta-plof. Dat is zeg maar kort-kort-lang, kort-kort-lang, waarbij de beide korten een halve tel zijn en de plof een hele tel, samen twee tellen. |
Verder heb je nog de twee-kwarts maat. Dit is zoals je dat bij rennen hebt: 1, 2, 1, 2, 1, 2. Op bladmuziek wordt dat aangegeven als 2/4. Een ritmevariant hierop is de draf van een paard: ra-ta-plof, ra-ta-plof. Dat is zeg maar kort-kort-lang, kort-kort-lang, waarbij de beide korten een halve tel zijn en de plof een hele tel, samen twee tellen. |
||
+ | Bij de maat heb je een accent moment, zeg maar het moment waarop je heel even ademhaalt. 1, 2, 3, 4, ademteug, 2, 3, 4 enzovoorts. In dit voorbeeld ligt het accent op de eerste tel. Een dirigent maakt bij het slaan van de maat hier ook gebruik van. |
||
+ | |||
+ | Er zijn meer maten, maar dan wordt het al snel ingewikkeld. Daarom is dirigeren best wel een moeilijk vak. Want het is niet alleen de maat aangeven, je moet op nog veel meer dingen letten. |
||
+ | |||
+ | == Galerij == |
||
+ | <gallery mode="slideshow"> |
||
+ | Bestand:Tweedelig.PNG|twee-kwarts maat beweging |
||
+ | Bestand:Driedelig.PNG|drie-kwarts maat beweging |
||
+ | Bestand:Vierdelig.PNG|vier-kwarts maat beweging |
||
+ | </gallery> |
||
[[Categorie:Muziek]] |
[[Categorie:Muziek]] |
Versie van 10 okt 2023 17:01
Een muziekstuk heeft een bepaalde maat met daarbij een ritme. Beide begrippen horen bij elkaar, maar zijn toch iets verschillend. Een maat is zeg maar de cadans waarin een muziekstuk staat. Heb je een gewoon loop- of marstempo, dan kun je 1, 2, 3, 4 tellen, waarbij op elke tel je een stap zet: stap, stap, stap, stap. Ga je echter huppelen, dan kun je nog steeds 1, 2, 3, 4 tellen, maar er komt een tussensprongetje, zo van tada, tada, tada, tada. In het laatste geval spreek je meer van een ritme.
Ritmes zijn vaak medebepalend voor een muziekstroming. Zo heb je eerst de Bigband muziek dat over gaat in de swing, dat wat golvend lijkt. De reggae heeft weer een ander ritme evenals de disco.
Bij verschillende dansvormen heeft het ritme een belangrijke invloed op de passen die je maakt. Zo heeft de tango in de vierde maat een tussenstap: ta, ta, ta, ta, tada, ta, ta, ta, tada enzovoorts.
Bovenstaande voorbeelden zijn allemaal vier-kwarts maten. In een hele maat heb je vier tellen. Op bladmuziek wordt dat aangegeven als 4/4.
Bij een wals (Engelse wals of een Weense wals) is er sprake van 3 tellen in een maat. de drie-kwarts maat. Op bladmuziek wordt dat aangeven met 3/4. Je telt dus 1, 2, 3, 1, 2, 3. In de dans krijg je dan stap, stap, stap.
Verder heb je nog de twee-kwarts maat. Dit is zoals je dat bij rennen hebt: 1, 2, 1, 2, 1, 2. Op bladmuziek wordt dat aangegeven als 2/4. Een ritmevariant hierop is de draf van een paard: ra-ta-plof, ra-ta-plof. Dat is zeg maar kort-kort-lang, kort-kort-lang, waarbij de beide korten een halve tel zijn en de plof een hele tel, samen twee tellen.
Bij de maat heb je een accent moment, zeg maar het moment waarop je heel even ademhaalt. 1, 2, 3, 4, ademteug, 2, 3, 4 enzovoorts. In dit voorbeeld ligt het accent op de eerste tel. Een dirigent maakt bij het slaan van de maat hier ook gebruik van.
Er zijn meer maten, maar dan wordt het al snel ingewikkeld. Daarom is dirigeren best wel een moeilijk vak. Want het is niet alleen de maat aangeven, je moet op nog veel meer dingen letten.