Verzuiling
Verzuiling heeft met geschiedenis te maken, begonnen in de tijd van de stoommachines. Mensen hoorden onder andere in Nederland en België bij een bepaalde groep. Deze groep was gebaseerd op wat je geloofde (bijvoorbeeld katholiek) of wat je belangrijk vond in het leven (bijvoorbeeld socialist). De groepen leefden min of meer naast elkaar en niet met elkaar. Ze stonden als het ware als zuilen naast elkaar. Deze zuilen namen vooral gezamenlijk beslissingen: voor een individuele wil was weinig ruimte.
Pas na de Tweede Wereldoorlog krijgt de verzuiling echt vorm. Het had ook te maken met de schoolstrijd waarbij de andere groepen dan het openbaar onderwijs ook eigen scholen (bijzondere scholen) wilden hebben en dat die net als de openbare scholen betaald werden door de overheid. Uiteindelijk werd dit in 1917 geregeld in artikel 23 van de grondwet: De vrijheid van onderwijs, dat een internationaal erkend grondrecht is, staat in artikel 23 lid 2. De financiële gelijkstelling van openbare en bijzondere scholen, dat een typische Nederlands verschijnsel is, staat in de artikel 23 lid 6 en lid 7. Door dit artikel ontstaan er voor elke zuil eigen scholen.
Ook de strijd om het kiesrecht zorgt ervoor dat na de Tweede Wereldoorlog zowel mannen als vrouwen mogen kiezen. Voor elke zuil ontstaan dan politieke partijen. Nederland krijgt een 'netwerk' van rooms-katholieke, protestants-christelijke en socialistische organisaties. Sommige streken waren vooral katholiek (het zuiden vooral), maar de invloed van elke zuil was door het hele land merkbaar.
Met de komst van de radio en later ook de televisie kreeg elke zuil ook zijn eigen omroep. Ook in de pers zie je de verzuiling terug. Elke zuil zijn eigen krant. Datzelfde gebeurt bij onder andere de vakbonden, de sport- en ontspanningsverenigingen en de gezondheidszorg. Het bedrijfsleven is eigenlijk een van de weinige organisaties waarbij er geen verzuiling optreed.
Zuilen | Rooms-katholieke zuil | Protestants-christelijke zuil | Socialistische zuil | 'Neutrale' zuil |
---|---|---|---|---|
Onderwijs | ja | ja | nee | ja |
Verenigingen | ja | ja | ja | ja |
Politieke partijen | RKSP, wordt KVP gaat later op in het CDA |
ARP, gaat later op in het CDA |
SDAP, later PvdA
CPN als afsplitsing van SDAP |
VDB, gaat op in PvdV |
Vakbonden | NKV, gaat later op in de FNV |
CNV NWV Patromonium |
NVV, gaat later op in de FNV |
ANWV |
Omroeporganisatie | KRO | NCRV | VARA | AVRO |
Kranten | De Tijd de Volkskrant |
De Standaard, wordt voortgezet als Trouw |
Het Volk | Algemeen Handelsblad, gaat later op in NRC Handelsblad NRC, gaat later op in NRC Handelsblad Het Vaderland De Telegraaf |
Gezondheidszorg | ja | ja | nee | ja |
De periode van de verzuiling wordt meestal aangegeven van 1917 tot 1967, maar begon eigenlijk al in de negentiende eeuw. De Nederlandse maatschappij begint vanaf 1967 zo te veranderen dat er sprake is van ontzuiling. Die wordt onder andere veroorzaakt door de radio en televisie, waarop met zelf kan beslissen waar je naar kijkt en luisterd. Zo kwam men meer in aanraking met de anders denkende medemens. Ook de toegenomen vrijheid om op vakantie te gaan naar andere delen van het land en het buitenland brengt mensen in aanraking met andere culturen. De onkerkelijking speelt hierin ook een rol. Men wordt zelfbewuster, vrijheidslievender en democratischer. Opvallend is wel dat er in de 'top' van de Nederlandse politiek zelf wél sprake is van samenwerking tussen de partijen. Anders was het ook onmogelijk geweest om kabinetten (met twee of meer partijen) te vormen en zou het land onregeerbaar zijn. Pas na de ontzuiling vanaf 1967 werd de bevolking zich dan ook meer politiek bewust en werd er meer en meer op basis van het partijprogramma gekozen en niet op de zuil waartoe de partij behoorde.