Sandro Botticelli
Sandro Botticelli | |
Mogelijk zelfportret van Botticelli | |
Persoonlijke informatie | |
Volledige naam | Alessandro di Mariano di Vanni Filipepi |
Bijnaam | Botticelli, wat "klein vat" betekent |
Land | Republiek Florence, nu Italië |
Geboortedatum | ca. 1445 |
Geboorteplaats | Florence |
Overleden | 17 mei 1510 |
Overleden te | Florence |
Gehuwd met / relatie |
nooit getrouwd geweest, relatie met Simonetta Vespucci (1453-1476) |
Carrière | |
Beroep | fresco-schilder, kunstschilder, tekenaar |
Bekend van | La Fortezza, La Primavera, De Geboorte van Venus, Portret van een jonge vrouw |
Actief | 1460 - 1510 |
Genre(s) | allegorie, historie, mythologie, portret, christelijk religieuze voorstelling |
Website | |
https://rkd.nl/explore/artists/11286 | |
---|---|
Portaal Kunst & Cultuur |
Alessandro di Mariano di Vanni Filipepi, geboren in 1445 in Florence, overleden op 17 mei 1510 in Florence (Italië). Hij is beter bekend als Sandro Botticelli en was een Italiaanse kunstschilder van de vroege renaissance. Botticelli werd herontdekt aan het einde van de 19e eeuw door de prerafaëlieten die een herwaardering van zijn werk maakten. Sindsdien zijn zijn schilderijen gezien als de gratie van de laat-Italiaanse gotiek en sommige vroege renaissanceschilderijen, ook al zijn ze gemaakt in de tweede helft van de Italiaanse renaissanceperiode.
Levensloop
Botticelli werd geboren in de stad Florence in een huis in de straat die nog steeds Borgo Ognissanti heet. Hij woonde zijn hele leven in hetzelfde gebied en werd begraven in zijn buurtkerk genaamd Ognissanti ("Allerheiligen"). Sandro was een van de vele kinderen van de leerlooier Mariano di Vanni d'Amedeo Filipepi en moeder Smeralda Filipepi, en de jongste van de vier sie de volwassen leeftijd zouden bereiken
In 1460 stopte Botticelli's vader zijn bedrijf als leerlooier en werd hij goudklopper met zijn andere zoon, Antonio. Dit beroep zou de familie in contact hebben gebracht met een scala aan kunstenaars. Schrijver Giorgio Vasari meldde in zijn Life of Botticelli dat Botticelli aanvankelijk was opgeleid als goudsmid.
In 1464 kocht zijn vader een huis in de nabijgelegen Via Nuova (nu Via della Porcellana genoemd) waar Sandro van 1470 tot aan zijn dood in 1510 woonde. Botticelli woonde en werkte in het huis (toen nogal ongebruikelijk) ondanks dat zijn broers Giovanni en Simone daar ook woonden. De meest opvallende buren van de familie waren de Vespucci, waaronder Amerigo Vespucci, naar wie Amerika werd genoemd. De Vespucci waren Medici-bondgenoten en uiteindelijk vaste klanten van Botticelli.
De bijnaam Botticelli, wat "klein vat" betekent, is afgeleid van de bijnaam van Sandro's broer, Giovanni, die blijkbaar Botticello werd genoemd vanwege zijn ronde gestalte. Een document uit 1470 verwijst naar Sandro als "Sandro Mariano Botticelli", wat betekent dat hij de naam volledig had aangenomen.
Van rond 1461 of 1462 ging Botticelli in de leer bij Fra Filippo Lippi, een van de belangrijkste Florentijnse schilders en een favoriet van de bankiersfamilie de Medici. Hier leerde hij het vak van het maken van fresco's. Botticelli verliet Lippi's werkplaats waarschijnlijk in april 1467. Rond 1469 krijgt hij zijn eigen werkplaats.
In 1472 nam Botticelli zijn eerste leerling aan, de jonge Filippino Lippi, de zoon van zijn meester. De werken van Botticelli en Filippino uit deze jaren, waaronder veel schilderijen van Madonna en Kind, zijn vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden. De twee werkten dan ook veel samen. Vanaf die tijd worden er ook altaarstukken geschilderd. Hij werkt veel voor de familie de Medici en familie Vespucci.
In 1481 riep paus Sixtus IV Botticelli en andere prominente Florentijnse en Umbrische kunstenaars op om de muren van de pas voltooide Sixtijnse Kapel in Rome te beschilderen. Dit grote project zou de belangrijkste decoratie van de kapel worden. Botticelli schilderde een serie portretten van pausen. Deze werken werden de verleiding van Mozes , de verleiding van Christus en de verstoring van de wetten van Mozes genoemd. De meeste fresco's zijn bewaard gebleven, maar worden sterk overschaduwd en verstoord door Michelangelo 's werk van de daarop volgende eeuw, aangezien enkele van de eerdere fresco's werden vernietigd om plaats te maken voor Michelangelo 's schilderijen. In 1482 keerde Botticelli terug naar Florence.
In de dan volgende periode maakt hij de mythologische meesterwerken Primavera (Allegorie van de lente ca. 1482) en De geboorte van Venus (ca. 1485). Ze behoren tot de beroemdste schilderijen ter wereld en iconen van de Italiaanse Renaissance.
Na ongeveer 1493 of 1495 lijkt Botticelli geen grote religieuze schilderijen meer te hebben geschilderd, hoewel de productie van Madonna's waarschijnlijk is voortgezet. Schilderijen van de Madonna met Kind, dat wil zeggen de Maagd Maria en het kindje Jezus, waren enorm populair in het 15e-eeuwse Italië.
Hij zou ziek en afgeleefd, op ca. 70-jarige leeftijd zijn overleden. Hij zou volgens schrijver Vesari "veel geld hebben verdiend, maar het allemaal hebben verspild door onzorgvuldigheid en gebrek aan management". Botticelli is nooit getrouwd geweest en had blijkbaar een sterke afkeer van het idee van het huwelijk.
Werk
Al vanaf het begin is zijn werk rustig en evenwichtig. Het lichaam is zeer zorgvuldig getekend en anatomisch precies en weerspiegelt de nauwkeurige studie van het menselijk lichaam door de kunstenaar. Hij werkt vaak met zachte doorlopende contouren en pastelkleuren. Botticelli schilderde ook veel Madonna's en altaarstukken en fresco's in Florentijnse kerken.
Botticelli's maagden zijn altijd mooi, op dezelfde geïdealiseerde manier als zijn mythologische figuren, en vaak rijkelijk gekleed in eigentijdse stijl. Ze worden vaak vergezeld door even mooie engelen, of een baby Johannes de Doper(de patroonheilige van Florence).
Hij maakte verschillende portretten, waaronder die van Simonetta Vespucci (La Bella Simonetta ca. 1480-1485) waarmee hij waarschijnlijk een relatie had. Zij leefde van 1453-1476 en is dus op jonge leeftijd overleden.
Er zijn werken van hem verloren gegaan, onder andere in de Tweede wereldoorlog. Ook zijn er enkele tekeningen bewaard gebleven.