Henna
Henna is een groen poeder dat komt van het gedroogde blad van de Lawsonia Inermis. Het wordt vaak gebruikt als verfstof. Daarvoor moet je een papje van maken het groene poeder samen met gekookt water. Je kan er ook koude koffie in doen, of citroensap, of een rauw ei. Men zegt dat dat invloed heeft op de kleur.
Als je de hennapap van je haar of je huid afwast, laat het een rode kleur achter. Henna wordt veel gebruikt voor het verven van nagels, handpalmen en haar. Dit gebeurt vooral in Arabische, Afrikaanse en Indische culturen. Dat is ook logisch want de plant waaruit de henna gewonnen wordt groeit van nature in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en India. Tegenwoordig gebruiken veel mensen buiten deze landen ook henna: om hun haar te kleuren en om neptatoeages te maken.
In 2005 waarschuwde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) voor tijdelijke tatoeages met ‘black henna’, ofwel zwarte henna. Deze bevatte de chemische stof p-fenyleendiamine (PPD), dat ernstige allergische reacties kan geven.