Bongo

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Sexteto Habanero in 1925. De eerste van links is Agustín Gutiérrez, de bongosero. Zijn afstemlamp staat op de grond (omcirkeld).
Moderne Bongo met stelschroeven

De bongo is een Afro-Cubaans slaginstrument dat bestaat uit een paar (2) kleine trommels met open bodem van verschillende afmetingen. In het Spaans wordt de grotere trommel de hembra (vrouwelijk) genoemd en de kleinere de macho (mannelijk). Samen met de conga of tumbadora, en in mindere mate de batá- trommel, zijn bongo de meest voorkomende Cubaanse handtrommels, die vaak worden gespeeld in genres als son cubano, salsa en Afro-Cubaanse jazz. Een bongodrummer staat bekend als een bongosero. Bongo-trommels zijn ongeveer 20 cm (8 inch) hoog en hebben een diameter van ongeveer 20 cm (8 inch) en 25 cm (10 inch).

De oorsprong van de bongo is nogal onduidelijk. Het gebruik ervan werd voor het eerst beschreven tijdens de late 19e eeuw in de oostelijke regio van Cuba, de provincie Oriente. Daar werd het gebruikt in populaire muziekstijlen zoals nengón, changüí en hun afstammeling, cubano. Volgens Fernando Ortiz is het woord bongó afkomstig van de Bantu- woorden mgombo of ngoma, wat trommel betekent.

De meeste bronnen over de Afro-Cubaanse cultuurgeschiedenis stellen dat de bongo afkomstig zou zijn van Centraal-Afrikaanse (Congo / Bantu) drummodellen, omdat die ook open bodems hebben. En omdat er veel Afrikanen uit de regio Congo / Angola in Oost-Cuba als slaaf verbleven (waar de bongo voor het eerst verscheen) maakt een dergelijke invloed mogelijk. Sommige historici stellen dat het aan elkaar bevestigen van de twee drums een latere uitvinding was die plaatsvond in Cuba.

De bongo werd in de jaren '20 van de twintigste eeuw populair bij rondtrekkende Afro-Cubaanse muziekgroepen. Van bijzonder belang waren Óscar Sotolongo en Agustín Gutiérrez van het Sexteto Habanero en José Manuel Carriera Incharte "El Chino" van het Sexteto Nacional. Zij speelden met steeds meer technische vaardigheid op de bongo's. Vóór de komst van mechanisch (met stelschroeven) afstembare bongo's en conga's in de jaren '40, werden beide instrumenten afgesteld met olie- of petroleumlampen. De hitte van de vlam werd gebruikt om het trommelvel te doen uitzetten om het gewenste geluid te bereiken. De Afro-Cubanen namen eind jaren '40 het instrument mee naar New York vanwaar de bongo in de loop van de 20e eeuw zich verspreidde over Latijns-Amerika (zie ook Latin muziek). Daar namen de Puerto Ricanen het instrument over en leerden van de Cubanen hoe ze het moesten bespelen.

Bongo's maken relatief hoge tonen in vergelijking met conga's en moeten tussen de knieën worden gehouden met de grotere trommel aan de rechterkant als je rechtshandig bent. Ze worden van ouds gespeeld door met de vingers en handpalmen op de rand van de drumvellen te slaan.

Links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Bongo&oldid=729976"