Arabisch-Israëlisch conflict
Het Arabisch-Israëlisch conflict is een conflict tussen meerdere bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten. Het is pas echt begonnen vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen de staat Israël werd opgericht, en duurt nog steeds voort. Het conflict concentreert zich dan ook in de regio Palestina.
Het is een conflict dat zich voornamelijk afspeelt tussen de Joodse bevolking en de Palestijnen.
Vooral één stad is belangrijk: Jeruzalem. Deze stad wordt geclaimd door beide partijen. In zowel het jodendom als de islam is dit een belangrijke stad.
Geschiedenis
Laten we spreken van de regio Palestina. Dit is een geografische regio in West-Azië. Gelegen in de zuidelijke Levant. Grenzend aan het oostelijke deel van de Middellandse Zee.
Deze regio is de geboorteplaats van het jodendom en het christendom.
In de Bronstijd werd de regio bewoond door de Kanaänieten. Vandaar dat de regio ook wel Kanaän wordt genoemd. Zij hadden contacten met de Egyptenaren. Tijdens de ijzertijd heersten twee verwante Israëlitische koninkrijken, Israël en Juda , over een groot deel van Palestina, terwijl de Filistijnen de zuidkust ervan bezetten. De Filistijnen zijn ontstaan als een immigrantengroep uit de Egeïsche Zee. Zij zijn eigenlijk de naamgevers van de regio. Bijbelse teksten identificeren vijf Filistijnse steden: Gaza , Asdod , Ashkelon , Ekron en Gath. Toen al waren er conflicten tussen de Filistijnen en de Kanaänitische volkeren in de regio, in het bijzonder de Israëlieten. Dit aldus de bijbel. Probleem hierbij is dat er hiermee sprake is van een eenzijdige kijk op de zaak, want er zijn nauwelijks andere bronnen.
De Assyriërs veroverden de regio in de 8e eeuw voor Christus, daarna de Babyloniërs in c. 601 v Chr, gevolgd door de Perzen die het Babylonische rijk in 539 v. Chr. veroverden. Alexander de Grote veroverde het Perzische Rijk eind 330 v.Chr., waarbij er een grote Hellinistische (Griekse) invloed komt. Aan het einde van de 2e eeuw voor Christus veroverde het Hasmonese koninkrijk het grootste deel van Palestina en delen van aangrenzende regio's. Zo'n 100 jaar later kwam het geleidelijk in Romeinse handen, waarbij Herodes de Grote als vazal van Rome de laatste regerende Hasmonese heerser in 37 v. Chr. verdreef. Bekend is dat de Romeinen het voortdurend aan de stok hadden met de Israëlieten. De Romeinen noemde het gebied Judea.
Het Romeinse rijk ging over in het Byzantijnse rijk en in de 7e eeuw werd de regio Palestina veroverd door het Rashidun-kalifaat. Dit was het eerste kalifaat dat de islamitische profeet Mohammed opvolgde. De joden, aanhangers van het zoroastrisme en christenen – werden in de veroverde landen dhimmi’s (het beschermde volk) genoemd. Zij mochten hun religie (blijven) beoefenen en hadden een zekere mate van gemeenschappelijke autonomie. Palestina was toen verdeeld in twee provincies: Aylya en Ramlah. Er volgden nog 4 kalifaten. Na de ineenstorting van het koninkrijk Jeruzalem, dat door de kruistochten was gesticht, werd de bevolking van Palestina overwegend moslim.
Na 1516 werd de regio een deel van het Ottomaanse rijk. Dit rijk viel tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op dat moment bestond 90% van de bevolking uit Arabieren. Hierna kreeg Groot-Brittannië het mandaatgebied Palestina toegewezen van de Volkenbond. Veel Joden wilden na de Eerste Wereldoorlog naar het mandaatgebied verhuizen, omdat dat gebied voor hen het heilige land was. De Britten stonden hier achter en lieten vele Joden toe in het land. Vlak voor het begin van de Tweede Wereldoorlog was de Joodse bevolking dan ook toegenomen van 10% naar 35%. Na de Tweede Wereldoorlog besloot de Verenigde Naties dat er een land voor de Joden moest komen. Dit werd Israël. Ze splitsten het gebied hierbij op in een Palestijns gebied en een Israëlisch gebied. De Joden kregen 57% van het land en de Palestijnen 43%. De Palestijnen stonden hier niet achter omdat ze 65% van de bevolking uitmaakte op dat moment, maar ze kregen maar 43% van het land. Hierna ontstonden vele conflicten. De heftigste was in 1967 waarbij Israël uiteindelijk ook het Palestijnse gebied in handen wist te krijgen.
Joden
Het conflict kent twee kanten, zowel de Joodse kant en de Palestijnse kant. De Joden zijn in de geschiedenis meerdere keren het mikpunt geweest voor vervolgingen. Zo zijn er tijdens de holocaust bijvoorbeeld vele Joden vervolgd. Vanuit hun perspectief biedt Israël een veilige haven, een eigen plek waar de Joden kunnen wonen. Ook hebben ze op grond van de bijbel een religieuze connectie met het land.
Palestijnen
Bij de Palestijnen is vooral veel angst ontstaan doordat in de 20ste eeuw vele Joden naar Israël zijn geëmigreerd. Het oorspronkelijke gebied waar de Palestijnen woonden werd voor een groot deel weggeven aan de Joden. Dit gebeurde na de Tweede Wereldoorlog, waarna door de Verenigde Naties de Joden een eigen gebied werd toegewezen. De Palestijnen hielden voor zichzelf de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem over. Deze gebieden zijn later in 1967 door Israël binnengevallen, waardoor Israël nu 100% van het oorspronkelijke Palestijnse gebied bezit.
Op dit moment wordt zowel Israël als de Palestijnse staat niet door alle landen erkend. Er is dan ook onduidelijkheid over de grenzen.
Oplossing?
De meest voor de hand liggende oplossing zou een oplossing zijn waarbij zowel de Joden als de Palestijnen hun eigen land krijgen. Tot op heden is dit nog altijd niet gelukt. Dit wordt mede veroorzaakt doordat er een groep Joden in het Palestijnse gebied woont en een groep Palestijnen in Israël woont. Verder is het lastig af te spreken wie welk gebied krijgt. Verder moeten alle landen van de wereld achter de afspraken staan. Omdat er allemaal Arabische landen rondom Israël heen liggen spelen deze landen ook een grote rol bij het zoeken naar een eventuele oplossing.