Alvleesklier
De alvleesklier of de/het pancreas (officiële naam in Latijn) is een orgaan, dat zowel hormonen als verteringssappen aanmaakt. De alvleesklier bevindt zich onder de maag naast de twaalfvingerige darm.
De klier maakt alvleessap aan, waarin verschillende stoffen zitten voor de spijsvertering. Ook zorgt het ervoor dat eventueel meegekomen maagzuur wordt geneutraliseerd. Daarnaast maakt de alvleesklier de hormonen insuline en glucagon aan voor het op pijl houden van het bloedsuiker.
Een alvleesklier is bij een volwassene tussen de 12 en 15 centimeter lang. Het orgaan bestaat uit een kop, een lichaam en een staart. Van de zijkant heeft de alvleesklier de vorm van een veer.
Functies
Spijsvertering
De alvleesklier maakt 1,5 tot 3 liter alvleessap per dag aan. In dit alvleessap zitten verschillende enzymen die helpen bij het splitsen van eiwitten, koolhydraten en vetten. Dit zijn alle drie voedingsstoffen die bijna al het eten voorkomt en die het lichaam ook nodig heeft als brandstof of bouwstof. De voedingsstoffen zijn echter vaak ongeschikt voor het lichaam om op te nemen. Hierdoor zorgen de enzymen ervoor dat ze als het ware in stukjes opgeknipt worden. Zo kunnen de voedingstoffen in een later stadium door de dunne darm worden opgenomen.
Het alvleessap wordt door de alvleesklier gemaakt en via de alvleesgang naar de twaalfvingerige darm gebracht. Het komt in deze darm terecht door de papil van Vater; een kleine opening de wand die open en dicht kan. Deze papil zorgt ervoor dat de juiste hoeveelheid alvleessap in de darm terechtkomt. Hoewel gal, dat door de lever aangemaakt wordt, ook zorgt voor splitsen van vetten, maakt de alvleesklier ook hiervoor enzymen aan. De reden hiervoor is dat er verschillende soorten vetten zijn.
In het alvleessap zit ook natriumbicarbonaat. Deze stof zorgt ervoor dat het maagzuur geneutraliseerd wordt. De brei in de twaalfvingerige darm is namelijk eerst in de maag geweest. Het maagzuur zorgt hiervoor het verteren van het voedsel, maar is zelf heel erg zuur. De maag zelf kan hier goed tegen, maar de darmen niet. natriumbicarbonaat zorgt ervoor dat het zuur minder zuur wordt. Hierdoor is niet meer schadelijk.
Hormonen
De alvleesklier maakt twee belangrijke hormonen aan, namelijk glucagon en insuline. Dit gebeurd in de eilandjes van Langerhans, die verspreid liggen door de alvleesklier. Deze eilandjes bestaan uit een aantal cellen die samen of glucagon of insuline aanmaken. De cellen die glucagon aanmaken worden alfacellen genoemd en de cellen die insuline aanmaken bètacellen. Deze twee hormonen worden direct aan het bloed afgegeven; er lopen kleine bloedvaatjes naast de eilandjes.
Insuline en glucagon reguleren de bloedsuikerspiegel. Ze zorgen ervoor dat er altijd evenveel suiker in het bloed blijft. Wanneer de bloedsuikerspiegel laag is, maakt de alvleesklier glucagon aan. Dit is een seintje voor de lever om het opgeslagen glycogeen om te zetten in glucose. Glucose is de naam voor suiker binnen het menselijk lichaam en zorgt ervoor dat cellen energie krijgen. Zonder glucose stoppen de cellen op een gegeven moment met werken en kunnen sterven. Aan de andere kant kan het ook voorkomen dat de bloedsuikerspiegel te hoog is. Dan maakt de alvleesklier insuline aan. Dit roept alle cellen in het menselijk lichaam op om zoveel mogelijk glucose op te slaan in de cel. Hierdoor daalt de hoeveelheid in het bloed en hebben de cellen tevens een voorraad voor een tijdje.
De alvleesklier maakt ook somatostatine aan. Dit hormoon zorgt ervoor dat de aanmaak van verschillende hormonen (waaronder glucagon en insuline) en verteringssappen wordt gestaakt. Dit hormoon wordt ook in de eilandjes van Langerhans aangemaakt. De cellen die dit aanmaken worden deltacellen genoemd.
Aandoeningen
De alvleesklier is vatbaar voor veel aandoeningen. De meest voorkomende aandoening is de alvleesklierontsteking. Het alvleessap tast dan het eigen weefsel aan. Dit kan door verschillende dingen, zoals een galsteen die de papil van Vater blokkeert of het overmatig gebruik van alcohol. De alvleesklier gaat hierdoor zich verteren en sterft hierdoor af.
De kwaadaardigste aandoening is alvleesklierkanker. Dit is tevens één van de kankersoorten die het moeilijkst te genezen is. Vaak hebben patiënten maar een paar maanden te leven en na 5 jaar is slechts 5% van de patiënten in leven. Insulinoom en glucagonoom zijn tumoren specifiek in de cellen die insuline en glucagon aanmaken. Ze zijn hierdoor gerelateerd aan alvleesklierkanker zelf.
De bekendste aandoening aan de alvleesklier is diabetes mellitus, beter bekend als suikerziekte. Diabetes is ongeneeslijk. Bij diabetes kan de alvleesklier te weinig of geen insuline aanmaken. Veel cellen kunnen alleen glucose opnemen als er insuline aanwezig is. Patiënten moeten hierdoor goed op hun voeding letten en zelf insuline het lichaam spuiten. Doen ze dit niet kan de ziekte verergeren. Patiënten kunnen dan in een coma terecht komen of last krijgen van allerlei kwalen. Wanneer patiënten wel op hun eten letten en insuline blijven spuiten is er niets aan de hand.
Behandeling van de alvleesklier
De alvleesklier is vrij lastig orgaan als het gaat om behandelingen. Het orgaan heeft twee belangrijke functies en is fataal voor het lichaam. Dit betekent dat het lichaam niet zonder een alvleesklier kan. Ziekten en aandoeningen aan de alvleesklier zijn daarom ook vaak levensbedreigend of ongeneeslijk. Bij sommige ziekten kan wel een deel van de alvleesklier verwijderd worden. In sommige gevallen moet bij een ontsteking van de galblaas de kop van de alvleesklier worden verwijderd. Dit is niet levensbedreigend, aangezien er nog een deel van de klier is die het werk kan overnemen.
Wetenschappers zijn momenteel druk bezig met het maken van de kunstmatige alvleesklier. Dit medische apparaat moet ervoor zorgen dat diabetespatiënten minder tijd kwijt zijn aan het prikken van bloed en spuiten van insuline. Het idee is dat de kunstmatige alvleesklier het werk overnemend van de niet (volledig) werkende alvleesklier. Hierbij kan het alleen om de hormoonfunctie, aangezien de spijsverteringsfunctie bij diabetespatiënten vaak nog wel werkt.
De alvleesklier kan getransplanteerd worden voor een nieuwe. Dit komt weinig voor, aangezien de operatie erg ingewikkeld is en de alvleesklier een moeilijk orgaan is. Hierdoor wordt vaak gekozen om alleen de eilandjes van Langerhans te transplanteren (wat in het geval van diabetes werkt). Alvleeskliertransplantaties (inclusief die van alleen de eilandjes) komen heel weinig voor. In 2015 waren er bijvoorbeeld slechts 35 donoren beschikbaar voor het transplanteren van een alvleesklier. De alvleesklier komt dan van een overleden persoon.
Alvleesklier | Baarmoeder | Bijnier | Bijschildklier | Darmen | Eierstokken |