Anne Frank

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Anne Frank

Annelies "Anne" Marie Frank (Frankfurt, Duitsland, 12 juni 1929) is een bekend slachtoffer van de holocaust.

Anne was de dochter van Otto en Edith Frank. Ze had een oudere zus, Margot, die 3 jaar eerder, op 16 februari 1926, geboren was. Anne's vader Otto ging in de zomer van 1933 naar Nederland, Edith in november, Anne en Margot gingen naar hun oma in Aken (vlak bij de Nederlandse grens), Margot ging in december 1933 naar Nederland en Anne in februari 1934, waar ze als verjaardagscadeau voor Margot op de tafel werd gezet.

De geschiedenis

In de meidagen van 1940 werd Nederland veroverd door het leger van de Duitse leider Adolf Hitler. Daarmee was de 2e wereldoorlog ook voor ons land begonnen. Deze oorlog duurde tot 5 mei 1945. Op die dag werd Nederland bevrijd door de legers van Engeland en Amerika. (de geallieerden)

Toen de oorlog voorbij was, bleken vele miljoenen joden vermoord te zijn in concentratiekampen. Een concentratiekamp is een heel grote gevangenis achter prikkeldraad. In een van die concentratiekampen stierf in maart 1945 het meisje Anne Frank uit Amsterdam.

Voordat zij in het concentratiekamp kwam heeft zij een tijd ondergedoken gezeten in het achterhuis in Amsterdam. Zij is beroemd geworden door het dagboek dat zij in de oorlog schreef. Alle joden moesten een gele ster op hun jas dragen zodat iedereen kon zien dat dat een jood was.

Monument in Utrecht

Onderduiken

Veel joden probeerden aan de concentratiekampen te ontkomen. Ze zochten naar huizen waar ze zich met hulp van bewoners konden verstoppen. Zo hoopten ze uit de handen van de Duitsers te blijven. In veel gevallen is dat gelukt, maar in meer gevallen is het mislukt. In Nederland namen de Duitsers 120.000 joden gevangen. Veel joden werden verraden. Mensen die aan de kant van de Duitsers stonden, gingen naar de Gestapo toe en vertelden waar joden verborgen zaten. De Gestapo was de geheimen Duitse politie. Ook de vader en moeder van Anne Frank moesten een onderduikaders zien te vinden. Er was bij de familie Frank namelijk een bericht binnengekomen dat vader Otto Frank zich bij de Duitsers moest melden. De man wist wat dat betekende: hij zou dan ook naar een concentratiekamp worden gebracht.

Het achterhuis

De familie Frank vond een onderduikadres aan de Prinsengracht 263 in Amsterdam. Daar was de zaak waar Otto Frank werkte (vader Anne Frank). Het was een groot huis. Zoals veel panden aan de Amsterdamse gracht bestond het uit een voorgedeelte en een achtergedeelte. In het achtergedeelte kreeg de familie Frank onderdak. In het huis verstopten zich ook de heer en mevrouw van Daan en hun zoon Peter. Later kwam er nog een man bij, die Dussel heette. Ook zij kwamen hier terecht omdat ze joods waren en door de Duitsers werden gezocht. Anne Frank moest een kamer delen met haar zus Margot Frank, maar toen meneer Dussel er ook bij kwam moest ze haar kamer delen met hem. De mensen die voor hen zorgden waren: Miep Santrouschitz(Gies), Johannnes Kleiman, Victor Kuler en Bep Voskuijl. Omdat het nu een museum is, komen er veel mensen kijken. Per jaar komen er ongeveer 60.000 bezoekers.

Waarom moeten ze altijd stil zijn?

Het is voor een jong meisje als Anne Frank heel moeilijk om zo lang opgesloten te zitten. Andere meisjes van die leeftijd kunnen gewoon met hun vriendinnen praten of op straat spelen. Maar Anne Frank moet altijd stil zijn. Want als er mensen zijn die geluiden horen, zouden ze de schuilplaats wel eens aan de Duitsers kunnen verraden.

Het dagboek

Anne Frank begon er in te schrijven op 14 juni 1942. Dat was nog voor ze met haar vader Otto Frank, moeder Edith Frank en zus Margot Frank onderdook.

Brieven aan Kitty

Anne schrijft in het dagboek alles op wat zij en haar medeonderduikers elke dag beleven. De aantekeningen maakt ze in vorm van brieven. Die brieven schrijft ze aan Kitty. Ze begint met,,Lieve Kitty”. Die naam heeft Anne verzonnen. Het meisje Kitty bestond alleen in haar gedachten. Op 1 augustus 1944 schrijft Anne haar laaste brief

Ze schrijft ook over de andere familie die ondergedoken zit: de heer en mevrouw Van Daan met hun zoon Peter. En over mijnheer Dussel, die er later bij komt. Op Peter word Anne tijdens het verblijf in het Achterhuis verliefd. Ze kreeg het dagboek voor haar 13de verjaardag

Anne wordt schrijfster

In maart 1944 hoort Anne een oproep op radio Oranje. De Nederlandse regering wil na de oorlog dagboeken van Nederlanders over de bezetting verzamelen. Om te weten wat de Nederlanders tijdens de oorlog hebben meegemaakt. Als Anne dat hoort, besluit ze haar dagboek uit te geven. Ze herschrijft daarvoor haar dagboek. Ze voegt er nog herinneringen aan toe en laat stukken tekst weg. Ze werkt hieraan van mei tot haar arrestatie op 4 augustus.

Een vriendin op papier

Op 12 juni 1942 wordt Anne dertien jaar. Voor haar verjaardag krijgt ze een dagboek. Ze schrijft er in over haar familie, over school en over haar ‘aanbidders’. Er worden regelmatig jongens verliefd op haar. Ze willen met haar naar huis fietsen of sturen haar kushandjes. Maar Anne heeft alleen oog voor Peter Schiff.

Dagboekfragmenten

1 juli 1942

Ik houd van Peter zoals ik nog nooit van iemand heb gehouden heb, en ik houd altijd gevoelens voor dat Peter alleen maar om zijn gevoelens te verbergen met al die meisjes loopt. Misschien denkt hij nu ook dat Hello en ik verliefd zijn. Maar dat is niet waar. Hij is maar een vriendje van mij (…)

Ontdekt

Anne Frank en de andere onderduikers dachten dat de Duitsers hen niet zouden vinden. Ze waanden zich veilig in het huis aan de Prinsengracht. Maar op 4 augustus 1944 werd de schuilplaats helaas ontdekt. Ze waren verraden, we weten alleen niet door wie. De onderduikers hadden er toen ruim twee jaar gezeten. Ze waren er namelijk op 6 juli 1942 gekomen.

Kort nadat de familie Frank gevangen was genomen, werden er in het Achterhuis Anne's dagboek en andere schriften gevonden door Miep Gies en een paar andere medewerkers van haar vaders bedrijf, die ze meenamen.

Alle 8 onderduikers gingen naar de gevangenis, op 8 augustus werden ze naar Kamp Westerbork gebracht, vanaf daar werden ze getransporteerd naar Auschwitz. Dat was voor Anne de laatste keer dat ze haar vader had gezien. Anne Frank werd door de Duitsers vanaf Auschwitz naar het concentratiekamp Bergen-Belsen gebracht, samen met haar oudere zus Margot. Dat kamp lag tussen de steden Hamburg en Hannover. Anne Frank stierf daar, in maart 1945, een dag na haar zus Margot. Ze was toen bijna 16 jaar oud. Ze was ziek en omdat er geen medicijnen waren en ze door honger was verzwakt, overleed ze. Hetzelfde is gebeurd met bijna alle andere onderduikers van het Achterhuis. Haar vader, Otto Frank, bleef als enige van het gezin in leven

De betekenis van Anne Frank

Anne als symbool

Vele miljoenen mensen lazen Annes dagboek. Er zijn scholen en straten naar haar genoemd. Er zijn ook veel films en toneelstukken gemaakt over Annes dagboek, bijvoorbeeld de film ‘Diary of Anne Frank’. Anne kon heel goed schrijven. Ze schreef op een begrijpelijke manier. Ze dacht na en schreef openhartig en eerlijk over haar gevoelens, de mensen om haar heen en hoe zij de oorlog beleefde. Zo kun je je een beetje voorstellen hoe het is om een oorlog mee te maken.

Herinnering

Het is belangrijk dat we ons de 2e wereld oorlog blijven herinneren. Dat we denken: ‘zoiets mag niet meer gebeuren’. Daarom is er elk jaar op 4 mei dodenherdenking. Om 20.00 is het hele land dan 2 minuten stil, en er worden kransen gelegd op het monument op de dam. Daarna is er op 5 mei bevrijdingsdag, om terug te denken aan de dag dat Nederland bevrijd werd.

Externe links

Video

Website's

                            THIJS

12 juni 1942

Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals 

ik het nog nooit aan niemand gekund heb, en ik hoop dat je een grote steun voor me zult zijn.



Zaterdag, 20 juni 1942

Lieve Kitty!

Met vijf meisjes hebben we een pingpong club opgericht die heet ‘De kleine beer minus twee.’ Hierbij dachten we dat de kleine beer uit vijf sterren bestond maar hij heeft er zeven, vandaar minus twee. Na het pingpongen lopen we meestal naar de ijswinkels die voor de joden geoorloofd zijn, de Oase of Delhi. Meestal woorden we getrakteerd door bekende of aanbidders. Verliefde jongen hou ik nog een beetje op afstand.

Je Anne



28 september 1942 (toevoegsel)

Het benauwt me ook meer dan ik kan zeggen kan dat we nooit meer naar buiten mogen, en ik ben erg bang dat we ontdekt worden en dan de kogel krijgen. Dat is natuurlijk een minder prettig vooruitzicht.



Vrijdag, 21 augustus 1942

Beste Kitty,

 Omdat er veel huiszoekingen zijn vond Mijnheer Kugler het beter om 

voor onze toegangsdeur een kast te plaatsen. Deze kast is draaibaar en gaat als een gewone deur open.

Onze schuilplaats is nu pas echt een schuilplaats geworden, als we nu naar beneden willen moeten we eerst bukken en dan springen. Tot september houd ik voor mezelf vakantie, vader wil me daarna zelf lesgeven. Meneer van Daan en ik kunnen niet met elkaar opschieten en mama doet net alsof ik een baby ben, ze heeft vanmorgen weer een preek gehouden. We denken over verschillend over allerlei dingen. Peter vind ik nog steeds een vervelende jongen, hij hangt de hele tijd op zijn bed en timmert een beetje. Papa is een lieverd al is hij wel eens even boos op me. Als het buiten lekker warm is gaan we op een bed op de zolder liggen, waar de zon door een open raam naar binnen schijnt.

Je Anne


21 september 1942 (toevoegsel)

Mijnheer van Daan is de laatste tijd poeslief tegen mij, ik laat het maar stil tegen me aan leunen.






Zaterdag, 30 januari 1943

Lieve Kitty,

Ik ben woedend en mag het niet laten zien, ik zou willen schreeuwen, stampvoeten en huilen om de nare opmerkingen, spottende blikken en beschuldigingen van iedereen om me heen.

Alles wat ik doe lijk ik verkeerd te doen. De hele dag hoor ik niks anders dan dat ik een vervelend wicht ben. Als ik toch een hopeloos geval ben, trek je je handen maar helemaal van mij af. Ik kreeg te horen dat ik brutaal was, werd twee dagen genegeerd en daarna weer behandeld zoals ieder ander. Ik ben zoals ik ben, en doe meer m’n best als dat iedereen denkt. Ik probeer mond te houden over wat ik denk, om zo min mogelijk ruzie te maken.

Je Anne


Zondag, 2 januari 1944

Lieve Kitty,

Toen ik vanochtend terugbladerde in mijn dagboek, kwam ik veel brieven tegen met als onderwerp ‘moeder’. Ik vroeg me af hoe ik met zoveel haat en woede over haar had kunnen schrijven. Ik voel me schuldig en wil m’n geweten zuiveren door te verklaren hoe het zo kwam. Ik bekeek de dingen alleen vanuit mezelf en luisterde niet naar de tegenpartij die ik vaak beledigd of verdriet gedaan heb.


Ik was woedend op mijn moeder. Zij begreep mij niet maar ik begreep haar ook niet.

Door mijn gedrag werd ze verdrietig en geprikkeld. Prettig was het voor ons allebei niet.

Het is rustiger geworden tussen mij en m’n moeder, we houden onze monden als we ons ergeren. Ik sus mijn geweten door te bedenken dat scheldwoorden beter op papier staan dan dat mijn moeder ze in haar hart moet dragen.

Je Anne




Donderdag, 6 januari 1944

Lieve Kitty,

Ik wilde zo graag is met iemand praten, dat ik Peter opzocht in zijn kamer. Het is er altijd gezellig en Peter zou me niet zo gauw de deur uitzetten. Tegenover elkaar zaten we aan zijn tafeltje kruiswoordpuzzels te maken en toen zag ik zijn verlegenheid en onzekerheid, dat ontroerde me. Ik nam me voor om vaker bij peter langs te gaan, om hem aan de praat te krijgen.


Vanochtend werd ik wakker en wist meteen wat ik gedroomd had. Ik zat tegenover Peter Schiff, onze ogen ontmoeten elkaar en toen zei Peter ‘Als ik dat had geweten was ik allang bij je gekomen’. Ik draaide me om, want de ontroering werd me te groot. Ik voelde me zo goed en toen werd ik wakker. De tranen sprongen me in de ogen en want ik was erg verdrietig dat ik hem weer kwijt was, maar toch ook weer blij omdat ik mijn lieve Peter zo duidelijk heb gezien. Ik hoef geen foto van hem, ik zie hem goed, zo goed.

Je Anne




Zaterdag, 12 februari 1944

Lieve Kitty,

 De zon schijnt, de hemel is diepblauw, er waait en 

heerlijk wind en ik verlang zo naar alles. Naar praten, naar vrijheid, naar vrienden, naar alleen zijn en naar huilen maar ik kan het niet. Ik ben er onrustig van en denk dat ik de lente in me voel, ik voel het in m’n lichaam en in m’n ziel. Ik verlang…

Je Anne



Maandag, 14 februari 1944

Lieve Kitty,

Voor een heel klein deeltje ben ik al geholpen wat m’n verlangen betreft. Tot mijn grote vreugde merkte ik dat Peter me aldoor aankeek. Hij is toch niet zo verliefd op Margot dan ik dacht. De hele dag keek ik hem expres niet te veel aan want, dan kreeg ik een fijn gevoel in me en dat moet toch niet te vaak gebeuren.

Zondagavond zaten we allemaal naar de radio te luisteren, Dussel draaide de hele tijd aan dat toestel. Iedereen ergerde zich hieraan, na een half uur vroeg Peter of hij ermee wilde stoppen maar nee dat deed hij niet. Peter werd kwaad en brutaal maar zijn vader viel hem bij.


Omdat het Peter nogal dwars zat zocht hij mij vanochtend op om zijn verhaal te vertellen.

Hij merkte dat ik echt luisterde en dat hielp. Hij vertelde, ‘Ik zeg niet zo snel iets omdat ik bang ben te gaan stotteren, rood word en niet de goede woorden kan vinden’.

‘Gisteren lukte het me ook niet en ik had net als vroeger het liefst m’n vuisten willen gebruiken’. ‘Jij zegt tegen de mensen gewoon wat je te zeggen hebt, jij bent niet verlegen’.

Daar vergis je je in, zei ik, ik zeg de dingen meestal anders dan ik me voorgenomen had. Ik praat vaak te veel en te lang. Ik ben blij dat er nog iemand in dit huis is die net zulke woedeaanvallen kan krijgen als ik. Ik voelde me met Peter verbonden, iets wat ik vroeger alleen bij vriendinnen had.

Je Anne




Vrijdag, 18 februari 1944

Liefste Kitty,

Mijn leven is beter geworden, omdat ik nu iets heb waar ik me op kan verheugen. Als het even kan ga ik naar boven, naar Peter. Peter praat nu zoveel dat hij nog praat als ik de deur uitloop. Ik ben niet verliefd op hem maar ik heb het gevoel dat er tussen ons iets groeit, iets wat vriendschap en vertrouwen geeft. Moeder vindt mijn bezoekjes aan Peter maar niks. Erg genoeg ga ik een hekel aan haar krijgen.

Je Anne M. Frank








Vrijdag, 3 maart 1944

Liefste Kitty,

Toen ik vanochtend in het kaarsje keek dacht ik aan oma en werd weer blij en gelukkig.

Peter beheerst ook mijn stemming, vandaag hebben we een uur zitten praten op de trap. We praten vooral over boeken en over vroeger (en niet meer over zijn ouders.) Het scheelt niet veel meer of ik word verliefd. Wanneer zou ik hem kunnen vertellen dat ik hem een schat vind? Ik weet heus wel dat ik niet de makkelijkste ben en Peter houdt van zijn rust.

Ik zou willen dat we dit soort dingen tegen elkaar durven te vertellen. Toch heb ik het gevoel, dat hij net zo denkt als ik.

Je Anne M. Frank



Dinsdag, 7 maart 1944

Lieve Kitty,

Als ik nu op mijn leven van 1942 terugkijk voelt alles onwerkelijk, ik lijk nu veel wijzer geworden. Ik had toen veel aanbidders, vriendinnen, kennisjes en mijn ouders verwendde mij met snoep en genoeg geld. Leraren vonden mij leuk en grappig. Ik was een flirt en amusant maar ik was ook eerlijk, vlijtig en gul. Het heeft ruim een jaar geduurd voordat ik eraan gewend was dat ik niet meer bewonderd werd. Ik kijk op die Anne Frank terug als een leuk, grappig maar oppervlakkig meisje. Ik heb het allemaal nog niet verleerd maar zou na een week bekaf zijn en toe zijn aan een goed gesprek. Nu wil ik vriendschappen met oprechte mensen die mij waarderen om mijn karakter.


Ik bekijk m’n leven tot het nieuwjaar 1944 als onder een loep. Thuis een leven met veel zon en daarna de ruzies en beschuldigingen waar ik niet anders dan brutaal op wist te reageren.

De eerste helft van 1943 was eenzaam, veel huilen en moedeloosheid doordat alles zoals fouten en gebreken zo groot leken. De tweede helft werd beter, ik begon te denken, te schrijven en bedacht me dat anderen niets met mij te maken hadden. Zelfs mijn moeder kan ik missen en met mijn vader zou ik nooit vertrouwd worden. Dit doet me pijn maar ik vertrouw niemand meer dan mezelf.


Na nieuwjaar ontdekte ik door m’n droom dat ik verlangde naar een jongensvriend. Nu leef ik alleen nog maar voor Peter. Wat wij hebben is nog klein en gevoelig, we durven het nog niet te benoemen, de liefde, de toekomst en het geluk.

Het verschil tussen m’n moeder en mij is, is dat zij denkt dat je alleen maar moet denken aan alle ellende in de wereld en dat jij dan blij moet zijn als jij het beter hebt. Ik denk dat je het geluk in jezelf moet vinden dan pas kan je ook anderen gelukkig maken.

Je Anne M. Frank










Maandag, 3 april 1944

Liefste Kitty,

Ik zal nu eens over het eten schrijven want het is niet alleen in het achterhuis maar in heel Nederland een probleem. We hebben in de 21 maanden dat we hier zitten al heel wat ‘eetperiodes’ meegemaakt. In die eetperiodes had je niets anders dan een bepaald gerecht of groente. Zo hadden we een tijd alleen andijvie dan weer spinazie of koolrabi, komkommers, zuurkool. Nu hebben we geen groente meer maar vooral, bruine bonen, erwtensoep, aardappelen met meelballen. Soms raapstelen en rotte wortelen en soep uit pakjes.

’s Avonds eten we kunstjus bij de aardappelen en rode bietensla. De traktatie is eens per week een plakje leverworst en jam voor op ons droge brood.

Je Anne M. Frank



Zaterdag, 15 juni 1944

Lieve Kitty,

We hebben een boek uit de bibliotheek met de titel ’Hoe vindt u het moderne jonge meisje’ 

De schrijfster heeft kritiek op de jeugd van tegenwoordig. Bij sommige stukken voelde ik me persoonlijk aangesproken. Daarom wil ik me hierbij verdedigen.

Ik ken mezelf. Ik veroordeel mezelf in veel dingen. Als ik weer eens iets op een verkeerde manier zegt denk ik gelijk ‘dit had anders gemoeten’

Mijn vader heeft gelijk als hij zegt “ieder kind moet zichzelf opvoeden”

Ik voel me altijd sterk, vrij en zo jong.

Nu even mijn ouders. Ze hebben me altijd erg verwend, waren lief, verdedigen me voor die van boven en hebben alles gedaan wat ze kunnen doen. En toch heb ik me lang eenzaam, buitengesloten, verwaarloost en niet begrepen gevoeld. Vader probeerde mijn opstandigheid te temperen. Hij sprak tegen mij als tegen een kind in een moeilijke kindertijd. Ik wilde door hem als “Anne” gezien worden en niet als een meisje –zoals-alle-anderen met leeftijds- verschijnselen. Mijn vader “Pim”begreep dat niet omdat hij zelf afstand houdt en niet veel over zichzelf verteld kan ik niet intiem met hem zijn. Hoe hij ook zijn best doet ik zal mijn levensbeschouwingen en mijn goed overdachte theorieën alleen aan mijn dagboek en soms aan Margot vertellen.

Het kan niet anders, door de kritiek die ik zou krijgen op mijn half-affe werk zou mijn wankele zelfvertrouwen en rust helemaal verliezen.


Nog meer peins ik over Peter. Niet hij heeft mij versierd maar ik heb hem versierd. Ik heb een droombeeld van hem gemaakt en wilde een vriend waarbij ik alles kon vertellen.

We hebben dingen besproken die hij mij naderhand ongehoord lijken. Ik vind het jammer dat ik door intimiteiten vriendschap heb uitgesloten. Ik merk dat Peter mij steeds liever vindt, hij houdt zich aan mij vast terwijl ik alleen maar probeer hem zekerder te laten voelen over zichzelf.


Ik heb ergens gelezen dat “de jeugd in zijn diepste grond eenzamer is als ouderdom”

Dit lijkt mij waar, wij jongeren hebben het hier in het achterhuis moeilijker dan de ouderen.

Ondanks dat ik mijn idealen, dromen en verwachtingen probeer vast te houden worden ze vaak door de werkelijkheid verwoest. Toch geloof ik in de innerlijke goedheid van de mens. De wereld lijkt steeds meer in een woestijn te veranderen en ik voel de dreiging. Ik voel het leed van miljoenen mensen en toch als ik naar de hemel kijk denk ik dat het ook weer goed komt.

Intussen hou ik mijn denkbeelden hoog en droog om ze in de toekomst misschien toch nog uit te voeren.

                                                                                                               Je Anne M. Frank




Dinsdag, 1 augustus 1944

Lieve Kitty,

“Een bundeltje tegenspraak”dat ben ik.

Je hebt tegenspraak van buiten en tegenspraak van binnen. Het eerste is alles waar ik om bekend sta zoals een eigen menig hebben, het zelf beter weten, het laatste woord hebben, eigenlijk veel onaangename eigenschappen. Het tweede sta ik niet om bekend, dat is mijn geheim.

Ik ben bang dat er weinig mensen zijn die mijn andere mooie en betere kanten zullen kennen.

Mijn lichtere oppervlakkige kant zal de diepere altijd te vlug af zijn.

In gezelschap is dus de lieve Anne nog nooit te voorschijn gekomen.

Zoals ik al zei, ik voel alles anders aan dan dat ik het uitspreek en daardoor heb ik de naam van een jongensnaloopster, flitster, wijsneus en romannetjesleester.

De vrolijke Anne lacht erom maar ik doe heel veel om anders te worden. Als ik stil en ernstig ben, denkt iedereen dat ik me aanstel en mijn familie denkt gelijk dat ik ziek bent. Ik moet me er wel uit redden met een grapje.

Als er zo op je gelet wordt, draai ik mijn hart om, draai het slechte naar buiten en het goede naar binnen en zoek naar een manier om te worden naar hoe ik graag zou willen zijn. Misschien kan dat alleen als er geen andere mensen in de wereld zouden wonen.


Je Anne M. Frank



(Hier eindigt Annes dagboek)















B. bladzijde 10: Het Lege Achterhuis


De onderduikers in het Achterhuis hebben veel steun gehad van de mensen die beneden werkte op het kantoor van Otto Frank. Eén van deze helpers was Miep Gies waarvan in 1987 een boek verscheen waarin ze verteld wat zij voor, tijdens en na de oorlog heeft meegemaakt.

Hier volgt een fragment dat begint op het moment dat de onderduikers door de Duisters zijn opgepakt en weggevoerd. Miep en enkele andere helpers van het kantoor zijn achtergebleven.


Na de kast opzij geschoven te hebben opende wij met de reserve sleutel de deur naar het Achterhuis. Alles was overhoop gehaald. In de slaapkamer van Dhr. en Mevr. Frank ontdekte ik tussen een chaos van papier en boeken het oranje geruite dagboekje dat Anne op haar dertiende verjaardag van haar vader had gekregen. Ellie raapte het op en gaf het aan mij. Wij zochten de rommel af voor nog meer ‘schrijfsels’ van Anne. Toen haar dagboek vol was heeft ze in oude kasboeken en losse vellen verder geschreven. Snel verzamelde we zoveel mogelijk, we waren bang dat de Oostenrijker terug zou komen. Jan nam een stapel boeken mee. Matto stond zenuwachtig bij de deur. Als laatste ging ik naar beneden, ik nam nog snel Anne’s zacht beige kapmanteltje mee. Ik sloot de schuilplaats af en ging naar beneden. Alles deed ik in mijn onderste bureaula met de bedoeling het te bewaren totdat Anne terugkomt.

Ik schoof de la dicht, maar deed hem niet op slot.



























C. bladzijde 29 t/m 31: Waar het dagboek ophoudt


Mies Bouhuys vertelt hoe het met de mensen uit het achterhuis ging nadat ze waren opgepakt.


Op de dag dat de laatste trein van Nederland naar Auschwitz rijdt dansen de mensen op straat. Maar Anne Frank, haar vader, haar moeder, Margot, Peter, zijn ouders en Dhr. Dussel moeten mee met de goederentrein. Ze rijden door Duitsland maar de 57 mensen zien er niks van. Er is geen raam, geen water, geen wc, alleen bovenin een luchtrooster met tralies.

Na drie hele dagen stopt de trein ’s nachts in Auschwitz. De deuren worden ontgrendeld en opengerukt. Er branden felle schijnwerpers er zijn honden en er wordt gebruld en geschreeuwd van de mensen die namen roepen van wie ze zijn kwijtgeraakt. Otto Frank wordt gescheiden van zijn vrouw en dochters. Voorgoed. Iedereen moet zijn spullen afgeven, wordt kaalgeschoren. Met alleen een grauw katoenen jak staan ze uren in de kou te wachten tot je nummer wordt afgeroepen. Maar ook heeft Anne in Auschwitz nog hoop. Ze horen dat de Amerikanen voor de Rijn zijn en ’s nachts horen ze de kannonen van de russen dichterbij komen.


Anne krijgt tranen in haar ogen als ze de ogen ziet van de zigeunerkinderen die naakt in de regen staan te wachten om de gaskamers in te gaan. Bijna niemand ziet nog de ellende van anderen, ze zijn alleen bezig met overleven. Eerst zijn Anne en Margot nog samen in een barak. Ze moesten 12 uur per dag graszoden steken, er vielen mensen dood neer. Op een avond in oktober moeten ze bij kamparts komen, jonge gezonden vrouwen werden gescheiden van de oude en zieke vrouwen. Zonder elkaar gedag te kunnen zeggen zien Anne en Margot hun moeder nooit meer. Drie maanden later sterft Edith Frank in een ziekenbarak in Auschwitz.


Omdat de Duitsers weten dat ze ingesloten worden door de bevrijdingslegers worden gevangenen uit verschillende kampen bij een gebracht in Bergen –Belsen. De omstandigheden zijn daar nog slechter, treinen met voedsel of brandstof rijden niet meer als het jaar 1945 begint. De hele wereld weet dat Duitsland binnenkort verslagen is, ook de gevangen weten het. Alleen wordt de angst steeds groter dat de bevrijding voor hun kamp te laat zal komen. Ze zijn mager, eten sneeuw en heerst tyfus. En de gevangenen graven kuilen waar de overledenen in verbrand worden. Anne hoort van een vrouw dat ene Lies haar wilt zien. Ze zien elkaar in de ijskoude avond bij het prikkeldraad, ze staan tegenover elkaar, de twee vriendinnen van het plein in Amsterdam. Anne vertelt dat ze niet weet hoe het met haar ouders gaat en dat Margot tyfus heeft. De moeder van Lies is dood en haar vader ligt op sterven. De volgende avond gooit Lies wat te eten in een vest gewikkeld over het hek, maar voordat Anne het kon pakken was het ingepikt door iemand anders, Anne huilt. Nog een avond hebben ze elkaar gezien. Lies heeft het overleefd en woont nu in Israël. Margot is kort daarna gestorven, een paar dagen later Anne. Helemaal alleen, vijftien jaar oud op een dag in maart ging ze dood, een paar weken later voor het kamp werd bevrijd. Niemand weet welke dag het was en waar ze begraven ligt. Waarschijnlijk ergens in Duitsland in een massagraf op de Lúnenburgerheide, waar 30.000 mensen en kinderen zijn vermoord.


Mies Bouhuys

10. Inhoud: Film (uitgewerkt in scènes)


12 juni 1945. Anne is dertien jaar geworden. Op het verjaardagsfeestje van Anne kijken ze met het gezin en vrienden de film Rin tin tin.


Anne heeft meerdere redenen waarom ze in haar dagboek wil schrijven, een van die redenen is dat ze geen echte vriendin heeft bij wie ze alles kwijt kan.


Op het Merwedeplein praten Otto en Edith over dat er steeds meer verboden komen voor de joden. Anne weet niets over de onderduikplannen, ze heeft wel door dat spullen weggehaald zijn. Margot weet er wel van. En bekende van de familie dr. Gans is opgepakt.


Als Anne met haar schoolvriend Harry Goldberg loopt, ziet ze Peter Wessel (Schiff) waarop ze helemaal verliefd is.


Het bedrijf van Otto Frank is op de Prinsengracht. Otto mag zelf geen leiding meer geven. Hij laat de zaken over aan zijn personeel, Dhr. Koophuis, Dhr. Van Kraler, Miep en Elli.

Otto verteld tegen het personeel dat hij met zijn gezin in het bedrijfspand gaat onderduiken, dat lijkt het meest veilig voor de familie Frank.


Anne kwam erachter dat haar moeder in haar dagboek gelezen had, daar was Anne heel boos over. Ze hebben veel ruzie met elkaar. Edith zal Anne nooit begrijpen.


Als Anne ’s avonds met Harry op stap gaat waarschuwen haar ouders Harry dat ze hem verantwoordelijk houden voor als Anne te laat thuis komt. Want na acht uur ’s avonds mogen er geen joden buiten zijn (avondklok). Anders worden ze op transport gezet.


Joodse artsen mogen geen medicijnen meer voorschrijven. Ook mogen de joden geen telefoons meer hebben en mogen/kunnen niet meer in telefooncellen bellen.


Anne kan goed met haar vader praten maar niet met haar moeder, die behandeld haar alsof ze een klein kind is. Harry vindt Anne leuk en vind Peter Wessel niets terwijl Anne verliefd is op Peter.


Lies (Hanneli Goslar) vertelt Anne dat ze denkt dat Anne gaat onderduiken omdat er steeds meer spullen weggebracht worden. Anne schrikt en is woest op haar ouders omdat ze haar niets vertelt hebben. Anne’s vader heeft dit gedaan om haar zo lang mogelijk veilig en gelukkig te laten voelen.


Anne schrijft in haar dagboek voor zichzelf om haar hart te luchten en te vertellen wat diep weggestopt zit.






Er is paniek als er een oproep van de SS komt voor Margot, ze moet zich melden bij kamp Westerbork. Edith gaat op zoek naar Otto in het ziekenhuis en bij de Familie van Daan. Ze moeten nu zo snel mogelijk onderduiken.



Anne schrijft een briefje aan Dhr. Goudsmit (huismeester) of hij voor Moortje de kat wil zorgen.


Miep helpt de familie Frank. Miep en Margot fietsen ’s ochtends om half zeven naar het Achterhuis. Anne en haar ouders vertrekken om half acht lopend door de regen. Ze hebben zoveel mogelijk kleding over elkaar aangetrokken. Onderweg stopt er een automobilist die vraagt of ze mee willen rijden. Als hij de jodensterren ziet verontschuldigt hij zich en durft hij ze niet mee te nemen. Omdat Anne en haar ouders laat zijn zitten Miep, Meneer Kraler en Meneer Koophuis in spanning te wachten.


In het achterhuis zijn ze blij Margot weer te zien. Na zes uur ’s avonds hoeven ze niet meer zo stil te zijn omdat er geen mensen in het bedrijf zijn. Daarom gaan ze het huis inrichten.


12 juli 1942, schrijft Anne aan haar tafeltje in de slaapkamer in haar dagboek. Ze krijgt het benauwt in het Achterhuis en is bang om ontdekt en doodgeschoten te worden. Er word een boekenkast neergezet voor de ingang van het achterhuis.


Er is een overval gepleegd bij het bevolkingsregister in Amsterdam, de Duitsers zijn zo woedend en voeren meteen tweehonderd joden af. De familie van Daan is nu zo bang dat ze ook willen onderduiken.


13 juli 1942, De familie van Daan (van Pels) komt ook onderduiken in het Achterhuis. Anne vindt Mevr. Van Daan een verwend nest en is jaloers op Peter omdat hij zijn kat mee mocht nemen. Als Anne uit haar raam kijkt ziet ze de Westertoren. Sommige mensen dachten dat de Familie Frank naar België gevlucht was.


Mevr. Van Daan trekt haar zoon Peter voor, zo vind ze dat Peter niet hoeft te leren, Anne en Margot wel. Ook heeft ze heeft veel commentaar op de manieren van Anne. De ouders van Peter hebben vaak ruzie. Otto en Dhr. Van Daan luisteren naar de radio.

Ze verheugen zich op 6 uur ’s avonds want dan kunnen ze doen wat ze willen. Peter zijn zestiende verjaardag word gewoon gevierd, hij krijgt een scheerapparaat daar is hij erg blij mee.

Als er naar de radio geluisterd wordt luisteren ze naar Radio Oranje of de BBC.

Ze luisterden naar een toespraak van Sir Winston Churchill op de BBC radio.


In het weekend loopt Anne door het hele huis, ook op plekken waar ze niet mag komen. In haar dagboek schrijft ze dat ze geluk heeft dat zij met haar zus en ouders in het Achterhuis zitten.


Dhr. Koophuis, brengt boodschappen. En hij vraagt of er nog een onderduiker mag komen in het Achterhuis.


Anne is nog steeds dertien jaar, uit een boek heeft ze ballet geleerd en geeft een voorstelling aan haar huisgenoten. Anne houdt van belangstelling. Mevr. Van Daan vindt het rokje van Anne te kort. Edith vindt dat ze er niet mee moet bemoeien.


Dhr. Koophuis heeft een maagbloeding gehad en ligt in het ziekenhuis. Hij haalt altijd het brood, maar omdat niemand anders dan Dhr. Koophuis brood kan halen zullen de onderduikers een paar dagen zonder brood moeten leven.


Omdat Meneer Koophuis in het ziekenhuis ligt maakt Otto zich zorgen over hoe het nu met zijn bedrijf moet. Edith vindt dat Otto het bedrijf los moet laten, er zijn ergere dingen. Anne is het niet met haar moeder eens en laat veel te duidelijk haar mening horen.


’s Avonds op bed is Anne nog steeds boos. Edith wil het avondgebed met haar samen doen maar Anne wil dit niet, ze vraagt waar haar vader is want die doet normaal altijd het avondgebed met haar samen. Moeder is hierdoor erg van streek.


16 november 1942, Dhr F. Pfeffer arriveert. Anne noemt hem Dussel (idioot)

Dhr. Dussel duikt onder om zijn vrouw te beschermen want zij is katholiek. Anne moet nu haar kamer delen met hem en Margot slaapt voortaan bij haar ouders op een opklap bed.


Er komt ruzie tussen Anne en Dussel over het schrijftafeltje. Hij vindt dat Anne te veel en te lang aan het schrijftafeltje zit. Iedereen gaat zich hiermee bemoeien. Edith neemt het voor Anne op tegenover Mevr. Van Daan, ze vertelt dat het gewoon haar leeftijd is. Otto en Dhr. Dussel onderhandelen over hoe vaak Anne aan het tafeltje mag. Anne mag twee keer in de week het tafeltje gebruiken.


Ze vieren tijdens hun verblijf gewoon het Chanoeka feest, dat is een Joodsfeest.


Er komt een nieuwe magazijnchef. Hij heeft meer ruimte nodig in het magazijn en hij loopt zomaar naar boven en ziet de boekenkast, hij hoort dat het hol is. Dhr. Koophuis die hem meteen achterna gelopen is bedenkt een andere oplossing en ze gaan uiteindelijk weer naar beneden.

’s Avonds laat klinkt het geluid van vliegtuigen, bommenwerpers en afweergeschut. Anne is bang en kruipt bij Otto in bed.





18 Maanden later

Op de verjaardag van Edith Frank vertelt Anne tegen Peter dat ze een heel ander persoon wil worden, ze wilt lief en aardig zijn voor iedereen. Anne heeft een lijst met goede voornemens gemaakt. Door de ruzie tussen Dhr. en Mevr. Van Daan wordt de verjaardagssfeer verpest. Margot probeert Mevr. Van Daan op te vrolijken.


Als de groenteboer een bloemkool aan Elli geeft lijkt het erop dat de magazijnchef dit gezien heeft. Anne wordt volwassener en vind de dingen die ze in haar dagboek heeft geschreven over haar moeder schokkend.


Als Anne’s tijd aan het tafeltje voorbij is gaat Meneer Dussel lezen in zijn nieuwe boek. Er druppelt iets op zijn boek, er blijkt kattenpies door het plafond te lekken. Anne ligt in een deuk. Dhr. Van Daan vond het niet goed dat Miep het boek van een joodse schrijver gekocht had. Ze had opgepakt kunnen worden. Hierover ontstaat ruzie tussen Dhr. Van Daan en Dhr. Dussel.


De familie van Daan heeft geen geld meer, ze krijgen ruzie omdat Meneer van Daan wil dat zijn vrouw haar bontjas verkoopt. Op straat ziet Miep dat er mensen afgevoerd worden, ze hoort dat de Duitse razzia’s willen houden op de Prinsengracht. Samen met Elli fietst ze zo snel mogelijk naar het Achterhuis. De onderduikers schrikken heel erg van dit nieuws en Anne is doodsbang. Gelukkig rijden de Duitsers gewoon door en ze zijn dus niet ontdekt.

De bontjas van Mevr van Daan wordt verkocht op de zwarte markt. Miep vertelt aan de onderduikers dat de familie van Anne’s vriendin Lies niet kon onderduiken omdat niemand het aan durfde om een zwangere vrouw in huis te nemen. Tijdens het vluchten zijn ze opgepakt. Anne is door dit nieuws helemaal van slag.


De laatste tijd heeft Anne veel nachtmerries over Lies en over andere dingen. Gelukkig heeft ze ook prettige dromen over Peter Wessel (Schiff).


Terwijl Margot Anne’s haar knipt praten ze met elkaar. Margot vindt dat Anne een stuk volwassener is geworden.


Als Anne aan het zonnebaden is onder het open dak raam van de zolder, kwam ze erachter dat Peter van Daan daar ook graag is. Hij komt ook vaker op de zolder. Peter vertelt dat hij verlegen is en Anne vertelt dat ze de dingen vaak anders zegt als ze bedoelt. Ze sluiten vriendschap.


Dhr. Koophuis brengt boeken voor Anne en Margot en als verrassing had hij boter bij zich. Ook heeft hij een bericht voor Albert Dussel dat alles goed gaat met zijn vrouw.


Anne en Peter zijn weer samen op de zolder ze praten met elkaar over hoe ze zich voelen en over allerlei zaken van het leven. Anne geniet via het zolderraam van de ‘natuur’. Ze ziet de blauwe lucht, de vogels en de kastanjeboom. Ze voelt zich ondanks alles gelukkig.




Mevr. Van Daan vindt dat Anne zich te veel aan Peter opdringt. De mensen van het Achterhuis luisteren naar de radio. De radio zendt berichten uit over hoe de Joden vervolgd worden. Volgens de Duitsers is het Jodenvraagstuk (probleem) in Nederland bijna opgelost.


Anne ligt ziek op bed, Dhr. Dussel onderzoekt haar maar Anne wil er niks van hebben. Ze krijgt een bloemetje van Peter en heeft een gesprek met Margot over wat Peter en Anne voor elkaar voelen.


Anne leest een zelfgeschreven verhaal voor aan Peter. Hij vindt het leuk om naar haar verhaal te luisteren. De magazijnkat is al drie dagen zoek ze zijn bang dat hij meegenomen is door mensen die vlees willen eten.


Dussel vult de kies van Otto Frank, Dussel vertelt dat Minister Bolkestein op Radio Oranje een oproep heeft gedaan om brieven en dagboeken te moeten bewaren. Zodat ze later weten wat er allemaal gebeurt is. Daarom gaat Anne haar dagboek (versie A) herschrijven en zo ontstaat versie B.


Anne leest weer voor aan Peter, hij slaat zijn arm om haar heen en geeft haar een kus op de wang. Ze schrikt zich rot en loopt snel weg.


Op de radio horen ze over het bestaan van de gaskamers. Anne vraagt aan haar vader waarom dit gebeurt. Otto geeft uitleg over het antisemitisme en het Arische ras. Hitler vindt dat er geen minderwaardige rassen mogen bestaan en dus probeert hij de Joden, de slavenvolkeren, de zigeuners, de gehandicapten, de homo’s en alles wat zwak is uit. Dit wordt rassenleer genoemd. Anne wil er alles over weten want ze vindt het dom om te sterven zonder te weten waarom.


De magazijnchef zet steeds kattenvoer neer in de hoop dat de kat terugkomt. Als het bakje leeg is en de kat niet terug is, wordt hij achterdochtig. Moschi de kat van Peter heeft het voer opgegeten.


De onderduikers krijgen het steeds moeilijker, ze leven voortdurend in angst, zijn depressief en gestresst. Anne kan niet wachten tot de werknemers van het kantoor weg zijn zodat ze door het hele huis kan lopen. De radio in het kantoor is inmiddels in beslag genomen.


Omdat Peter en Anne heel veel bij elkaar zijn worden de ouders bezorgd. Ze zijn bang voor een eventuele zwangerschap. Edith vindt dat Otto maar eens met Anne moet gaan praten.


Otto wil Anne verbieden om ’s avonds naar Peter te gaan. Anne begrijpt dat haar moeder Otto heeft gestuurd en zegt tegen haar vader dat ze geen kind meer is en dat ze haar kunnen vertrouwen. Het lukt Otto dus niet om Anne over te halen. Alsof hij boos is slaat hij de deur achter zich dicht.


Miep ziet vanuit het kantoor dat de groenteboer opgepakt wordt. De twee onderduikers in zijn huis waren ontdekt en opgepakt. Dit betekent voor de mensen in het achterhuis dat ze geen groente meer krijgen.


Omdat Anne boos is over van alles en nog wat schrijft ze een boze brief aan haar ouders.


Dhr. Kraler vertelt de onderduikers het verhaal van de groenteboer en dat er nu nog minder eten zal zijn.


Anne’s ouders zijn van slag door de inhoud van Anne’s brief, ze zijn boos en roepen Anne erbij. Als het gesprek net begonnen is word Otto door Peter en Dhr. Van Daan geroepen, ze hebben beneden iets gehoord. De mannen gaan naar beneden om te kijken maar de inbrekers horen mensen en gaan er gauw vandoor. Bij het weggaan gooide een van hen zijn lantaren op de grond daardoor ontstond een klein brandje. Peter trapte het vuur uit. Als ze de politie aan horen komen gaan ze snel naar boven. Met zijn allen gaan ze naar de zolder en wachten in spanning af. De politie doorzoekt het huis van de inbraak, als ze bij de boekenkast komen zien ze een voetstap en begrijpen dat er hier onderduikers moeten zitten. Een politieman veegt de voetstap weg en de agenten vertrekken en verraden hun niet.


Anne heeft veel spijt van al die nare dingen die ze in de brief heeft geschreven. Huilend vertelt ze haar ouders dat het haar spijt.


Koophuis heeft ergens nog een radio gevonden. Er zijn berichten over de invasie van de geallieerden in Normandie (Frankrijk). Ze gaan uit hun dak van vreugde en denken dat het nu toch niet lang meer kan duren voordat ook Nederland bevrijd wordt.


Op vrijdag 4 augustus 1944 vielen de Gestapo onder leiding van Carl Sibberbauer het kantoor binnen. Onder dwang moest Dhr. Kraler laten zien waar de onderduikers zaten. Alle onderduikers werden opgepakt, ook Dhr. Kraler en Dhr. Koophuis moesten mee. Miep en Elli werden niet meegenomen.

















3. Auteur


Levensloop


Op 12 juni 1929 wordt Annelies Marie Frank (Anne Frank) geboren in de Duitse stad Frankfurt Am Main.
















Haar moeder heet Edith Frank-Hollander. Haar vader Otto Frank is gek op fotograferen en maakt veel foto’s van zijn kinderen. Anne heeft een ouder zusje, Margot. Margot is op 16 februari 1926 geboren. De familie Frank is Joods, Duits en hadden het goed. Otto had in Frankfurt carrière gemaakt als bankier. Als Hitler en zijn nazi partij in 1933 aan de macht komt, voelt de familie zich niet meer veilig. Via Otto’s zwager Enrich Elias krijgt hij een aanbod om in Amsterdam een bedrijf te beginnen. Ze gaan weg uit Duitsland. Anne is vier jaar als ze op 16 februari 1934 in het nieuwe huis aankomen. Het huis is een nieuwbouwwoning aan het Merwedeplein in Amsterdam-zuid. In die buurt komen steeds meer Joden wonen die uit Duitsland gevlucht zijn. Het leven in Nederland leek weer normaal te verlopen. Anne en Margot gaan naar de Montesori school en voelen zich al snel helemaal thuis. Maar Edith heeft heimwee naar Duitsland en heeft moeite met de nieuwe taal.


Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland aan. Het is Oorlog! Eerst lijkt het net of er niets aan de hand is. Anne is gek op schaatsen en is nog vaak op de ijsbaan te vinden. Maar na de zomervakantie van 1941 krijgt Anne te horen dat ze niet meer naar haar oude school mag. Ze gaat naar het Joods Lyceum.

Op haar dertiende verjaardag, 12 juni 1942 kan Anne haar verjaardag nog vieren, met vrienden en vriendinnen. Ze krijgt ‘het’ geruite poëziealbum van haar vader.

Tot dan heeft Anne een fijne jeugd gehad. Ze is een jong, vrolijk, intelligent en bij haar leeftijdgenoten een vrolijk meisje


Anne’s ouders proberen hun kinderen zo onbezorgd mogelijk te laten leven. Maar als op 5 juli 1942 een oproep voor Margot komt, kan dat niet meer. Otto besluit eerder dan gepland naar de onderduik plaats op de Prinsengracht te verhuizen waar hij in het geheim al mee bezig was. Op 6 juli begint de onderduik.


Anne bedenkt een vriendin van papier en op 20 juni 1942 schrijft ze haar eerste brief aan haar ideale, bedachte vriendin Kitty.




De schuilplaats is het Achterhuis van het zakenpand Prinsengracht 263. Mnr. Koophuis en Mnr. Kraler hebben de zaak van Anne’s vader officieel overgenomen. De naam wordt veranderd van Opekta in Handelsvereniging Gies & Co. De mensen die op het kantoor werken zijn Miep Gies, Bep Voskuijl, Mnr Koophuis en Mnr Kraler. In het magazijn werkt onder andere de vader van Bep, Mnr. Voskuijl.

Het leven van de onderduikers hangt van deze zes mensen af.




Een week nadat de familie Frank is ondergedoken trekken Mnr en Mevr van Daan met hun 16 jarige zoon Peter bij hen in, in het Achterhuis. Anne vindt Peter maar een saaie jongen.


Tijdens kantoortijden moet iedereen heel stil zijn en als het kantoor dicht is zijn ze vrij in wat ze willen doen, zo luisteren ze in het kantoor naar de engelse radio.


Anne voelt zich niet echt thuis in het Achterhuis en ze komt niet meer buiten. In het begin is iedereen erg aardig voor haar maar al snel krijgt ze op haar kop en voelt ze zich onbegrepen behalve door haar vader. In haar brieven aan Kitty kan ze haar gevoelens beschrijven.


In het begin mist Anne haar vrijheid het meest en voelt ze zich eenzaam. De volwassene in het Achterhuis hebben vaak kritiek op Anne. Anne vindt dat ze door hen teveel als kind wordt behandeld. Ze vindt Margot te braaf en haar moeder niet geslaagd als moeder, maar ze is dol op haar vader. De van Daans maken veel ruzie en ze is ook niet gek op Mnr. Dussel met wie ze haar kamer en bureau moet delen.




   De kamer van Anne en Mnr. Dussel

Door alle berichten en verhalen van de buitenwereld denkt Anne na over wat mensen elkaar aan kunnen doen, over discriminatie en over de vervolgingen van Joden. ’s Nachts is ze vaak bang dan kruipt ze bij haar vader in bed.


Anne vond Peter in het begin maar saai, toch raken ze bevriend. Ze praten vaak samen op het zolderkamertje van Peter. Anne wordt verliefd op hem. Ze worden goed in de gaten gehouden door beide ouders. Peter wordt het belangrijkste in Anne’s leven.

Als Anne haar vader vertelt over de zoen met Peter en haar gevoelens hierbij, krijgt ze een reactie van hem waardoor ze zich weer kind voelt. Op een gegeven moment worden haar gevoelens voor Peter minder.


Anne bedenkt een nieuwe houding om overal zo goed mogelijk mee om te gaan ‘positief denken.’ Ze doet haar best zich aan te passen en om meer begrip te krijgen.


Op 4 augustus 1944 vallen de Duitsers het pand binnen. Het achterhuis wordt ontdekt en alle bewoners worden gearresteerd. Miep heeft het dagboek en andere papieren met Anne’s kapmanteltje in haar bureau la gelegd om ze te bewaren voor als Anne terugkomt.

Op 8 augustus worden ze naar het kamp Westerbork gebracht ook in dit kamp praat iedereen al over de bevrijding.


Op 3 september worden de alle onderduikers met ruim duizend andere op het laatste treintransport naar Auschwitz gebracht

Na een verschrikkelijke reis van drie dagen en nachten komen ze ’s nachts in Auschwitz aan.

Daar op dat perron worden de mannen van de vrouwen gescheiden. Anne ziet haar vader daar voor het laatst. Ruim de helft van alle mensen worden nog dezelfde dag vermoord. De vrouwen gaan lopend naar het vrouwen kamp Birkenau. De omstandigheden in Auschwitz zijn vreselijk. Er sterven veel mensen van de honger/ziekte en er zijn geen medicijnen. Elke dag worden er zomaar mensen doodgeslagen en vergast. Anne leeft nog steeds met de mensen om zich heen mee.


Als de Russen te dichtbij komen worden de overlevende naar andere kampen geëvacueerd.

Anne en Margot komen in Bergen-Belsen terecht. Daar ziet Anne ook haar vriendin Lies een paar keer. In maart 1945 sterven Margot en Anne kort na elkaar aan vlektyfus, nog geen twee maanden voor de bevrijding. Ze zijn allebei in een massagraf begraven.

Otto Frank is de enige van het Achterhuis die de oorlog overleeft.















Persoonsbeschrijving


Anne is dertien jaar als zij moet onderduiken. Tot dan heeft Anne een fijn leven gehad. Ze gaat graag met leeftijdsgenoten om en was op school populair, ook bij de leraren. Anne is dan nog in de groei, ze heeft bruine ogen en (donker)bruin krullend halflang haar en een vriendelijk gezicht.

In het begin van de onderduikperiode is iedereen aardig voor elkaar, maar omdat Anne altijd haar mening laat horen vinden de volwassenen haar vaak brutaal en eigelijk vinden zij dat zij meer rechten hebben dan Anne die ten slotte nog maar een kind is (dat vinden ze) iedereen bemoeit zich met haar opvoeding.

Juist Anne vindt het moeilijk om stil te zijn, niet te mogen zeggen wat ze wil, niet naar buiten te kunnen en geen vrienden te kunnen zien of spreken.

Ze doet erg haar best om te veranderen en ziet toch ook het goede in de mensen. Volgens Anne ziet haar moeder haar als een kind en Anne heeft moeite met haar. Wel is ze gek op haar vader, die haar heel goed begrijpt. Peter van Daan vindt ze in het begin maar saai maar toch raken ze bevriend en zijn zelfs nog een tijdje verliefd op elkaar. In haar dagboek laat ze zich kennen als iemand die altijd de waarheid vertelt en ze heeft een hekel aan mensen die ongemeend aardig doen. Anne denkt vaak na over haar gevoelens, haar mening over de mensen om haar heen die vaak ruzie maken.




Karakter



Anne is veertien jaar als ze van school moet veranderen omdat ze joods ia. Anne is slim genoeg om naar het Joods Lyceum te gaan en leert graag en goed.

Ze ziet erg graag leuk uit en vindt haar vriendinnen erg belangrijk. Ze was op school erg populair en had op school veel aanbidders. Anne is open en eerlijk en zegt wat ze denkt. Later probeert ze dit toch te veranderen omdat dit tijdens het onderduiken weleens problemen gaf (en omdat ze een goed mens wil worden) Anne vindt ook dat ze moet blijven werken want ze wil later schrijfster of journalist worden.



Rol


In het dagboek en in de film van Anne gaat het vooral over Anne’s belevenissen, gedachtes en gevoelens. Je ziet dat Anne er moeite mee heeft om met zoveel mensen opgesloten te zitten. De volwassenen ergeren zich vaak aan haar en behandelen haar als een kind. Anne zoekt als puber een manier om hier mee om te gaan. ……









Bibliografische gegevens


· Het Achterhuis: dagboekbrieven.

· Het achterhuis.

· Het korte leven van Anne Frank.

· Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis.

· Verhalen rondom het Achterhuis.

· Het verhaaltjes boek.

· Het mooi zinnen boek.



Autobiografisch


Het boek is autobiografisch, want het beschrijft haar eigen leven er wordt een sterk beeld gegeven van gebeurtenissen die de Joden in de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt.



Milieu


Anne frank is geboren in Frankfurt am Main, op 12 juni 1929. Ze is liberaal joodse, dat wil zeggen dat zij zich wel verbonden voelt met de joodse tradities maar ze niet streng gelovig is. Wel vieren ze joodse feesten zoals Chanoeka dit vierden ze ook in het achterhuis.

Haar vader Otto had in Duitsland een goede baan als bankier. Haar moeder zorgde thuis voor Anne’s oudere zus Margot en voor Anne zelf. In die jaren is het gezin Frank gelukkig.

Ook in Amsterdam leven ze nog zorgeloos. Daar heeft haar vader een eigen zaak.

Anne en Margot gaan in Amsterdam naar het Joods Lyceum.


De leefomgeving/milieu waar Anne Frank in is opgeroeid, wordt door de oorlog steeds kleiner. Er werden steeds meer rechten van de joden ontnomen.


Vanaf 1941 kwamen er anti-joden maatregelen: -Joden mochten niet meer studeren -Joodse tandartsen, artsen, dierenartsen, apothekers, voedvrouwen, vertalers, advocaten, notarissen, enz. werden niet meer erkent. -Joden mochten niet meer in Nederlandse orkesten spelen. - Joden mochten niet meer in zwembaden of aan zee komen. -Joden mochten niet meer in leeszalen, parken, bibliotheken, schouwburgen en in musea komen. -Joden mochten alleen in bepaalde delen van de stad leven. - Joodse kinderen mochten alleen op een joodse school zitten

- Joden waren verplicht een jodenster op hun kleding te dragen.


Vele joden vluchtten uit Duitsland in de hoop in een ander land wel veilig te zijn. Sommige deden dit pas vanaf dat er veel voor joden werd verboden, maar familie Frank, was al veel eerder verhuisd, omdat de politiek van Duitsland toen al in puin lag en ze het al in de gaten hadden, dat als Hitler aan de macht zou komen, er weinig plek voor hen over zou blijven, dat was in 1933.


Ongeveer in 1940 liet Hitler mensen een Ariër verklaring doen (niet joods) na deze verklaring werden joden ontslagen uit overheidsdiensten en het onderwijs. Nog later werden joden massaal afgevoerd naar werkkampen en concentratiekampen.



























4. Titel


Titel


‘Het achterhuis’ en ‘Het dagboek van Anne Frank’


Verklaring


Het verhaal heeft deze titel gekregen omdat de schuilplaats waar de familie Frank ondergedoken zat aangebouwd was achter een huis.Dit is niet de enige verklaring van de titel. Anne wilde haar dagboek graag uit geven na de oorlog onder titel ‘Het achterhuis’.

Nog een andere betekenis van ‘Het achterhuis’ zou kunnen zijn dat ze letterlijk achter een boekenkast leven waar andere mensen niets van wisten.


En de titel ‘Het dagboek van Anne Frank’ heeft deze gekregen, omdat de film gebaseerd is op haar leven die Anne zelf beschreven heeft.


Ik vind het een goede titel, omdat het achterhuis staat voor de tijd die ze daar samen met acht verschillende mensen in een kleine ruimte grote deel van de oorlogsjaren moesten doorbrengen.





Nieuwsgierigmakend


Ik vind het Achterhuis een nieuwsgierigmakende titel. Ook al weet je dat het Achterhuis over Anne Frank gaat wil je toch gelijk weten wat er in het Achterhuis heeft afgespeeld en waar de titel vandaan komt.


Ook het dagboek van Anne Frank is een nieuwsgierigmakende titel, omdat je zoveel mogelijk te weten wilt komen over hoe haar leven verloopt. Je leert ook over hoe het in de tweede wereldoorlog was voor de Joden.










5. Boodschap


A. Racisme is een vorm van antisemitisme.


Antisemitisme is een beweging tegen de joden en hun invloed op de maatschappij.

Antisemitisme is een vorm van discriminatie die al eeuwen voor komt overal ter wereld. Mensen konden het niet hebben dat de Joden hun eigen geloof en gewoontes hielden en weigerde zich bij ‘hun godsdienst’ aan te sluiten. Hoewel Hitler niet uitgevonden heeft was hij wel een antisemiet (een jodenhater) Hitler vond dat de Joden van een minderwaardig ras waren, maar de Joden zijn geen apart ras, het is een volk met een geloof.


In het dagboek kan je goed volgen hoe er steeds meer beperkingen en verplichtingen werden opgelegd door de Duitsers aan de Joden.

Hier zie je een rijtje met beperkingen en verplichtingen die al eerder genoemd zijn op blz.




B. Fascisme


Pas als iemand een heleboel van hier onder geschreven kenmerken heeft is iemand een fascist.


· Fascisten vinden dat de enen mens meer waard is dan de andere

· Fascisten vinden het eigen ras het beste en maken onderscheid op grond van ras.

· Zij zijn tegen de mensen die anders zijn of denken bijv. politieke tegenstanders of homoseksuelen.

· Fascisten willen geen gekozen regering zij hebben altijd een leider.


Fascisten vinden dat vrouwen minder zijn dan mannen. De man is altijd de baas. Vrouwen moeten zoveel mogelijk thuis zijn, kinderen opvoeden. Tijdens de tweede wereldoorlog was nazi-Duitsland een fascistisch land.


Uit het dagboek komt het fascisme naar voren door verschillende feiten. De oorlog is ontstaan doordat Duitsland een fascistisch land was geworden. Hitler was namelijk hun enige leider en vond met vele Duitsers dat Joden een minderwaardig volk was.

De familie Frank werd daar al in het begin jaren ’30 mee geconfronteerd, daarom vluchtten ze ook. Anne’s hele jeugd is zo gelopen omdat de nazi Duitsland fascistisch was.

Alle gevolgen het onderduiken (later de kampen) maken dat Anne heeft opgeschreven wat ze in die periode heeft meegemaakt. Anne denkt veel over wat mensen elkaar aankunnen doen.







C. Volwassen worden en puberteit


Anne was pas dertien toen het onderduiken begon maar door haar schrijftalent zichzelf kritisch te bekijken en omdat ze erg intelligent is past ze meer tussen de jong volwassene dan bij de kinderen, ze mist haar contact met leeftijdsgenootjes. Na de eerste jaren zie je dat Anne’s beeld van Pim veranderen. Hij kiest partij voor haar moeder die toch al niets van haar begrijpt. Anne voelt zich eenzaam.


Ze bezoekt Peter op zijn zolderkamertje om toch iemand te hebben om te praten. Nadat Peter verliefd wordt, word Anne ook verliefd op hem. Van hem krijgt ze haar eerste zoen.
















Peter’s zolderkamertje


In mei 1944 vraagt Anne haar vader om haar te vertrouwen in haar relatie met Peter. In een brief aan hem zegt ze zelfstandig te zijn, ze is geen kind van veertien jaar maar een volwassene van die leeftijd. De oorlog heeft Anne geestelijk snel laten groeien.

Maar de oorlog remt ook haar verdere groei, ze kan zichzelf niet in vrijheid ontwikkelen.

Anne neemt zich voor om het onderduiken te beschouwen als een gevaarlijk avontuur.

Zelf heeft ze het romantisch en interessant gevonden. Dit was voor haar een manier om hier mee om te gaan en het verdriet minder te voelen.


Anne voelt zich schuldig tegenover de joden die ‘zomaar’ verdwijnen, dan heeft zij het vergeleken met hun nog goed.

Door de oorlog en het verblijf in het Achterhuis is Anne snel volwassen geworden al lijken de volwassenen het niet te zien.







Mening auteur


Anne is een meisje die een sterke mening heeft over alles en iedereen. Ze zegt alles wat ze denkt. Anne vertelt niet alleen wat er gebeurt, maar in haar dagboek beschrijft ze haar gevoelens en gedachtes. Ze doet duidelijke uitspraken over de thema’s, en als lezers ben je het snel met haar eens. Ik vind niet dat ze haar mening opdringt, omdat je als lezer weet hoe ze aan die mening komt.


Realistisch


De thema’s zijn wel realistisch, want ze heeft het zelf meegemaakt en is echt gebeurd.

















6. Plaats


Beschrijving


Anne Frank is geboren op 12 juni 1929 in Frankfurt am Main in Duitsland. In 1933 verhuist de familie naar een (toen) nieuwbouwwoning in Amsterdam-zuid, ze gaan wonen op het Merwedeplein in de rivierenbuurt waar veel Joden van Duitse afkomst komen wonen. In juli 1942 moet Familie Frank onder gaan duiken, ze verhuizen naar de Prinsengracht 263. In dit bedrijfspand van Otto is boven/achterin een ruimte klaargemaakt ‘het Achterhuis.’



Het volgende stukje tekst komt uit het boek het Achterhuis van 2005



Het gebouw zit als volgt in elkaar: parterre is een groot magazijn, dat als pakhuis wordt gebruikt. Dit is weer onderverdeeld in verschillende hokjes, zoals de maalkamer, waar kaneel, kruidnagelen en pepersurrogaat gemalen worden, en de voorraadkamer. Naast de magazijndeur bevindt zich een gewone huisdeur, die door een tussendeur toegang tot een trap geeft. Boven aan de trap bereikt men een halfmatglazen deur, waarop eenmaal in zwarte letters ‘kantoor’ stond. Dit is het groten voor kantoor, zeer groot, zeer licht, zeer vol. Overdag werken daar Bep, Miep en mijnheer Kleiman. Via een kabinetje met brandkast, garderobe en grote voorraadkast komt men in het kleine muffe, tamelijk donkere achterkamertje. Daar zaten vroeger mijnheer Kugler en Mijnheer van Daan, nu alleen nog de eerste. Men kan ook vanuit de gang Kuglers kantoor bereiken, maar dan alleen door een glazen deur die van binnen wel, maar van buiten niet meer te openen is. Vanuit Kuglers kantoor de lange smalle gang door, langs het kolenhok, vier treden op, het pronkstuk van het hele gebouw, het privé-kantoor. Deftige donkerde meubels, linoleum en kleden op de vloer, radio, chique lamp, alles prima-prima. Daarnaast een grote, ruime keuken met warmwatergeiser en twee gaspitten en daarnaast een wc. Dat is de eerste verdieping. Vanuit de benedengang loopt een gewone houten trap naar boven. Bovenaan is een klein portaaltje, dat als overloopje wordt betiteld. Rechts en links van de overloop zijn deuren, de linker leidt naar het voorhuis met pakhuisruimten, voorzolder en voorvliering. Van dit voorgebouw loopt aan de andere kant ook nog een lange, hypersteile, echt Hollandse beenbreektrap naar de tweede straatdeur. Rechts van de overloop ligt ‘het Achterhuis’. Geen mens zou vermoeden dat achter de simpele, grijsgeschilderde deur zo veel kamers schuilgaan. Voor de deur is een stoepje en dan ben je binnen. Rechts tegenover de ingangsdeur een steile trap, links een klein gangetje en een kamer, deze kamer zou de huiskamer en de slaapkamer van de familie Frank worden, daarnaast is nog een kleinere kamer, slaap- en werkkamer van de twee jonge dames Frank. Rechts van de trap, een kamer zonder naam, met wastafel en afgesloten wc-hokje, ook weer een toegangsdeur naar Margot’s en mijn kamer. Als men de trap op gaat en de deur aan het boveneinde opent, staat men verbaasd, dat in zo’n oud grachtenhuis zo’n groot, licht en ruim vertrek bestaat. In dit vertrek staat een fornuis (dat hebben we te danken aan het feit dat het vroeger Kuglers laboratorium was) en een gootsteen. De keuken dus en tevens ook slaapkamer van het echtpaar Van Daan, algemene huiskamer, eetkamer en werkkamer. Een heel klein doorloopkamertje zal Peter van Daans appartement worden. Dan, net als voor, een zolder en een vliering.

Anne’s kamer


Anne deelde eerst haar kamer met Margot later met Mnr. Dussel, er staan dus twee bedden. Het voor Anne belangrijke bureautje staat tegen de muur. Aan de wanden

hangen plaatjes die ze uit verschillende tijdschriften geknipt heeft.








Sfeer


De sfeer in het Achterhuis is vaak gespannen. Alleen al omdat acht verschillende mensen dag en nacht in een kleine ruimte met elkaar te maken hebben. Overdag moesten ze stil zijn. Het echtpaar Van Daan maakt vaak ruzie en de andere volwassenen bemoeien zich met de opvoeding van Anne. Toch hebben ze ook leuke momenten met elkaar.


Anne schrijft in haar dagboek op 30 januari ’43.

Ik damp van woede en ik mag het niet tonen. Ze zou tegen haar moeder, Margot, de Van Daans, Dussel en haar vader willen zeggen laar me met rust. Anne kan geen kant uit met haar gevoelens en probeert zich meestal te beheersen.


In haar dagboek 20 oktober 1942 beschrijft Anne haar angst, ze waren niet ingelicht over het feit dat er een timmerman bezig was na sluitingstijd.

Er was geen tijd meer geweest om het de onderduikers te vertellen zo schrijft Anne. Ik viel haast flauw van angst dat het die wildvreemde man mocht gelukken onze mooie schuilplaats te ontmantelen.


Een voorbeeld van een ruzie en frustratie is die beschreven wordt op maandag 28 september 1942. De ruzie gaat over bescheidenheid bijv. Plotseling zei Mevrouw van Daan, omdat ze toch in elk gesprek zichzelf betrekken moet: “Ik ben ook bescheiden, veel bescheidener dan mijn man, Heb je ooit van je leven! Deze zin laat toch wel heel duidelijk haar bescheidenheid uitkomen. Daarna volgt een felle discussie.


Op maandag 7 december 1942 schrijft Anne over St. Nicolaasavond. St. Nicolaasavond, zaterdag was veel leuker. Bep en Miep hadden ons erg nieuwsgierig gemaakt door de hele tijd tussen het eten met vader te fluisteren zodat we wel iets vermoeden, dat er iets in voor bereiding was. Anne eindigt met de zin. Het was in ieder geval alle leuk bedacht en daar we alle acht nooit in ons leven Sinterklaas gevierd hebben, was deze première goed op zijn plaats.



Filmeffecten


De filmregisseur heeft allerlei filmeffecten gebruikt, omdat hij de sfeer die in het dagboek voorkomt zo goed mogelijk in de film wil benaderen. Zo is de belichting vrij donker om de sombere sfeer te laten zien. Muziek wordt alleen gebruikt om de scènes van elkaar te onderscheiden. De voice-over wordt gebruikt als Anne stukjes uit haar dagboek voorleest en in haar dagboek opschrijft.

Een voorbeeld van een close-up is als de camera inzoomt op de jodenster.

Bij het geluid van langsrijdende Duitse vrachtwagens voel je de dreiging. En bij het horen slaan van de Westertoren voelt Anne zich vertrouwt.



Belichting, licht en donker

Muziek

Voice-over, de vertel stem van Anne

Close-ups

Inzoomen op Jodenster

Klok Westertoren

Geluid langsrijdende Duitse vrachtwagens

Duiven en meeuwen gekrijs.


















7. Tijd


Plaats in de tijd


Dat heb ik gezien aan het dagboek.

Het dagboek speelt zich af in de tweede wereldoorlog. Het dabboek waar Anne in schrijft loopt van 12 juni 1942 (dat is de datum waarop ze dertien jaar werd) tot en met 1 augustus 1944.



Vertelde tijd


Dat heb ik gezien aan de datum waarop het dagboek begint en eindigt.

Het dagboek is in een periode van ong. 2 jaar en 2 maanden geschreven.



Continu


Het boek is niet continu verteld, want in het verhaal worden grote sprongen gemaakt in de tekst.

· Anne schrijft niet elke dag in haar dagboek.

· Van versie A zijn veel delen kwijtgeraakt dus is het verhaal niet meer continu.



Chronologie


Het boek is wel chronologisch, want het verhaal wordt zonder flashbacks achterelkaar door verteld.

· Een dagboek is altijd chronologisch, dat zie je aan de datums in het dagboek.



Het boek is niet chronologisch, want in het verhaal wordt gebruik gemaakt van flashbacks.

· Ze kijkt terug op gebeurtenissen van voordat ze onderdook


In het boek het Achterhuis van 2005


Blz. 143

Zondag, 2 januari 1944

Toen ik vanmorgen niks te doen had, bladerde ik eens in mijn dagboek.



Blz. 189

Dinsdag, 7 maart 1944

Ondanks alles was ik in 1942 ook niet onverdeeld gelukkig.




8. Manier van schrijven


Algemeen


Anne wilde een roman schrijven en beroemd worden. Ze was niet zeker van haar talent, maar wilde er hard voor werken. Anne schreef wat ze dacht, voelde en beleefde in een vorm die zei kende, namelijk brieven.


Anne heeft een eigen tafeltje op haar kamer waar ze aan schrijft. Later als Mnr. Dussel bij Anne komt moet ze haar tafeltje met hem delen.

Eerst schrijft ze in haar poëziealbum en als die vol is gebruikt ze dikke schriften met harden kaft, kantoorschriften en losse vellen papier die ze van Miep en Elli kreeg.


Het dagboek is een eenheid van vorm, het opent met een inleiding en dan wordt het een brievendagboek. Haar brieven schrijft ze aan Kitty, een verzonnen vriendin waar ze alles aan kan vertellen.

De techniek van schrijven van Anne Frank is echt van haarzelf en ook een beetje van haar lievelings schrijfster Cissy van Marxsveldt die meisjesboeken schreef.


Anne beschrijft het dagelijkse leven van hoe het is om met acht mensen opgesloten te zitten in oorlogstijd, over het afhankelijk zijn van andere en over hoe de berichten uit de buitenwereld over de oorlog de stemming in hun huis beïnvloeden.


Werken aan schoolvakken maar ook het schrijven houdt Anne op peil.


Het verhaal laat zien hoe een meisje van dertien worstelt met vragen als: wie ben ik, wat doe ik hier, en hoe doe ik, wat moet ik zo goed mogelijk doen en dat in een omgeving met veel volwassene. Als lezer zie je Anne zich ontwikkelen tot een jong volwassen.


Versies


Versie A


Dit is het dagboek zoals Anne dat op 14 juni 1942 begon. Ze schreef eerst in een poëziealbum dat ze voor haar dertiende verjaardag had gekregen. Toen dat vol was, schreef ze verder in twee dikke kantoorboeken. Versie A eindigt op 1 augustus 1944.


Versie B


Na een oproep van Minister Bolkestein op radio Oranje begon Anne haar dagboek te herschrijven en om te werken, verbeteren, liet stukken weg die ze niet interessant vond en voegde er herinneringen aan toe. In de tussentijd hield ze haar oorspronkelijke dagboek bij. De laatste brief die ze heeft herschreven beschrijft de gebeurtenissen tot 29 maart 1944.





Versie C


Versie C is het dagboek die Otto Frank uit de twee eerdere versies van Anne heeft samengesteld. Hij heeft sommige stukken weggelaten. Ten eerste de stukken die over seksualiteit gingen, want in 1947 was daar niet over te praten en ten tweede heeft hij heel wat onaardige opmerkingen weggelaten die Anne maakte over haar moeder en haar vriendinnen.


Versie D


Eind 1991 is een nieuwe uitgave van het dagboek van Anne Frank verschenen. Hiervoor werd als uitgangspunt het dagboek genomen zoals Otto dit had samengesteld. Dit dagboek werd aangevuld met alle andere stukken van versie A en versie B, zonder weglatingen. Je zou deze versie, versie D kunnen noemen. Hij is een kwart dikker dan de vorige uitgave.


Versie E


Aan versie E zijn de later vier gevonden pagina;s in 2001 toegevoegd. Bij deze versie wordt ook het boek ‘Verhaaltjes en gebeurtenissen vanuit het Achterhuis’ geleverd.


Redenen


Drie verschillende redenen waarom Anne in haar dagboek is gaan schrijven.


- Omdat Anne geen echte vriendinnen had aan wie ze alles kon vertellen.

- Ze wilde heel graag een beroemde journalist en/of schrijfster worden.

- Via de radio kreeg iedereen een oproep van Minister Bolkestein om dagboeken uit de oorlog te bewaren. Zo is Anne versie B begonnen.


Genre


Het boek is een dagboek dat zie je aan,

De datum boven de geschreven teksten

De chronologische volgorde

De ik-perspectief, waarop het is geschreven.


Perspectief


Het boek is opgebouwd uit dagboek brieven.

Dat zie je omdat ze brieven schrijft in de ik vorm die ze ondertekend met Je Anne of Je Anne M. Frank.

Bijv. In de eerste brief van 12 juni 1942 begint ze;

        Ik zal hoop ik aan jou alles toevertrouwen.


Einde


Het boek heeft een open einde, want nadat de onderduikers opgepakt waren, moest Anne alles achterlaten.

9. Personen


Naam: Otto Heinrich Frank



Persoonsbeschrijving:


Otto Frank is geboren op 12 mei 1889 in Frankfurt an Main. In de periode dat Anne in haar dagboek schrijft is Otto Frank in de 50 jaar. Otto Frank is een middel lange, slanke man met een vriendelijk gezicht en een kaal hoofd. Hij is joods en de familie viert dan ook de joodse feestdagen. In Duitsland was hij bankiert en in Amsterdam begon hij een eigen zaak. Na de onderduik opgepakt te zijn komt hij in Auschwitz. Otto Frank overleeft de oorlog als enige van de onderduikers.Hij heeft van de twee versies van Anne’s dagboeken, een nieuw dagboek samengesteld (Versie C.) Hij overlijd op 19 augustus 1980 in Birsfelden Zwitserland. Hij is 91 jaar geworden.


Karakter:


Otto is een moedige man omdat hij beslissingen durft te nemen. Bijvoorbeeld het besluit om op tijd uit Duitsland te vertrekken. Zo blijkt ook dat hij dapper is, omdat hij alles in Duitsland moet opgeven om in Amsterdam weer opnieuw te beginnen. Otto is intelligent dit weet je omdat hij op het gymnasium heeft gezeten. Dit merk je aan zijn manier van doen. Hij is zeker eerlijk en oprecht omdat hij bijvoorbeeld steeds in overleg meer onderduikers in het achterhuis toeliet. Uit alles blijkt dat Otto een vriendelijke open man is die vaak de bemiddellaar is als er ruzies zijn.


Rol:


Otto Frank is degene die het Achterhuis klaar maak en inricht voor de onderduik periode. Hij regelt zaken zodat het lijkt dat het gezin naar België vertrokken is. In het achterhuis is Otto voor veel mensen een vertrouwenspersoon. Anne noemt haar vader Pim dit is zijn koosnaampje. Anne is dol op haar vader. Zij vindt zijn mening belangrijk. Als Anne s’nachts bang is dan gaat ze naar haar vader.









Naam: Edith Frank -Holländer


Persoonsbeschrijving:


Edith Holländer wordt op 16 januari 1900 geboren in Aken.Zij heeft twee oudere broers en een oudere zus.

Zij gaat naar de protestante Victoriaschule in 1916 slaagt Edith voor haar eindexamen. Deze familie viert joodse feestdagen en eet kosjer.

De familie hoort bij de vooraanstaande leden van de joodse gemeenschap in Aken. Edith trouwt op 12 mei 1923 met de elf jaar oudere Otto Frank. Ze kregen twee dochters in Frankfurt. Edith Frank overlijdt op 6 januari 1945 in Auschwitz.


Karakter:


Edith is tijdens het onderduiken vaak zenuwachtig en geprikkeld. Ze vindt het moeilijk haar gevoelens te uiten en leunt op Otto.


Rol:


Edith speelt als moeder in Anne’s dagboek een grote rol. Anne was vaak woedend op haar, ze ergerde zich rot en schreef daar ook uitgebreid over in haar dagboek. Edith werd verdrietig als ze door Anne werd beledigd of een grote mond van haar kreeg en kon daar als moeder niet goed mee omgaan.



































Naam: Margot Frank


Persoonsbeschrijving:


Margot is geboren op 16 januari 1926 in Frankfurt. Ze heeft in het achterhuis donker krullend haar en draagt een bril. Ze zat net als Anne op het Joods Lyceum tot ze moest onderduiken. Margot overlijdt in Auschwitz aan vlektyfus in maart 1945.


Karakter:


Margot is een intelligent, vriendelijk, eerlijk, oprecht maar vooral een rustig en een beetje saai meisje.


Rol:


In het dagboek van Anne speelt het zusje geen grote rol. In het begin deelt Anne haar kamer met Margot. De zusjes kunnen aardig met elkaar opschieten maar de oudere onderduikers vinden wel dat Anne een voorbeeld zou moten nemen aan Margot die zelden voor problemen zorgt. Anne vindt haar zus dan ook gewoon te braaf.








De andere onderduikers:


Echte naam: Hermann Van Pels

Schuilnaam: Dhr. Van Daan


Persoonsbeschrijving:


Hermann van Pels is geboren op 31 maart 1898. Hij werkte in de worst-, vlees- en specerijen handel. Hermann Van Pels is overleden in Auschwitz. Volgens Otto Frank is Hermann V. Pels in oktober/november in 1944 gedood.


Karakter:


Anne vindt hem zelfingenomen. Als hij zijn mening laar horen valt er niets tegenin te brengen. Dus je kunt er maar beter helemaal niet tegenin gaan.

Hij lijkt wel veel inzicht te hebben in de politiek


Rol:


De familie Van Daan (Pels) is voor het onderduiken een goede bekende van de familie Frank en compagnon van Otto’s firma.

Een week nadat de Franks zijn ondergedoken trekken Hermann en Auguste met hun vijftienjarige zoon Peter bij hen in. Het echtpaar maakt veel ruzie wat de sfeer niet ten goede komt.





















Echte naam: Auguste Van Pels

Schuilnaam: Petronella Van Daan


Persoonsbeschrijving:


Geboren 29-9-1900

Ze trouwt met Hermann van Pels en krijgt een zoon Peter.

Mevr. Van Pels sterft in het voorjaar van 1945 in het kamp Theresienstadt.


Karakter:


Mevr. Van Pels (Van Daan) is zeker niet bescheiden, bemoeit zich met alles, ook met Anne en gedraagt zich als een verwent mens. Ze heeft de neiging om iedereen tegen te spreken. Ze is een praatster.


Rol:


Auguste en Edith kunnen niet zo goed met elkaar opschieten. Het echtpaar Van Daan hebben vaak erge ruzie’s wat de sfeer in het huis geen goed doet. Anne noemt haar in gedachte ‘madame’



















Echte naam: Peter Van Pels

Schuilnaam: Peter Van Daan



Persoonsbeschrijving:


Peter Van Pels is geboren op 8 november 1926

Hij is fors, heeft donker haar en heeft donker blauwe ogen.

Hij is 15 jaar als hij gaat onderduiken. Peter van Pels overlijdt in het kamp Mauthausen op 5 mei 1945.


Karakter:

Peter is een rustige jongen. In het begin vindt Anne hem saai, lui en kleinzerig.

Later praat Peter makkelijk over van alles en nog wat met Anne.


Rol:


In het begin van het onderduiken speelt Peter geen grote rol. Anne vindt hem maar saai. Maar later als ze elkaar steeds op de zolderkamer zien en praten over van alles raken ze bevriend. Ze worden zelfs nog een tijdje verliefd op elkaar.



















Echte naam: Fritz Pfeffer

Schuilnaam: Alfred Dussel



Persoonsbeschrijving:


Fritz Pfeffer is op 30 april 1889 in Giessen geboren. Hij was tandarts.

16 november 1942 komt hij in het Achterhuis.

Op 20 december sterft Fritz Pfeffer in Neunengamme.


Karakter:


Fritz lijkt traag van begrip en vergeetachtig volgens Anne. Ook is hij egoïstisch door spullen die hij van zijn vriendin krijgt niet te delen met anderen en het is zeker geen kindervriend. Met goed omgaan met anderen zal je hem ook niet zien.



Rol:


Dussel lijkt in het begin een rustige, beschaafde man. Al snel blijkt hij een bemoeizuchtige man die ook nog eens ouderwetse opvoed ideeën heeft. Anne moet haar kamer met hem delen. Anne krijgt nogal wat waarschuwingen van hem en hij verteld alles ook nog eens aan haar moeder. Hij heeft een vaste dagindeling en zit het liefst op de wc.
















Echte naam: Elisabeth Bep Voskuijl

Schuilnaam: Elli Vossen


Persoonsbeschrijving:


Bep (Elisabeth) Voskuijl wordt geboren op 5 juli 1919. Zij wordt ook wel Elli genoemd. Bep is de oudste van een gezin van acht kinderen. De familie Voskuijl is Nederlands hervormd en de kinderen gaan naar christelijke scholen.

Bep is de dochter van Dhr. Voskuijl. Ze is drieëntwintig jaar als het onderduiken begint.

Elisabeth Wijk Voskuijl overlijdt in 1983 in Amsterdam.


Karakter:


In een karakterschets die Anne Frank in 1943 geeft van Bep komt het woord ‘stil’ niet voor: ‘Vrolijk en goed gehumeurd, gewillig en goedig, dat zijn haar kenmerken.’ ( zie 9 augustus 1943)


Rol:


Werkt op het kantoor als stenotypiste. Ze zorgt samen met Miep voor de boodschappen voor de mensen in het Achterhuis. Bovendien vraagt zij onder haar eigen naam cursussen aan voor de onderduikers. Met Miep brengt ze op de dag van de arrestatie de papieren van Anne in veiligheid.















Echte naam: Johan Voskuijl

Schuilnaam: Dhr. Vossen


Persoonsbeschrijving:

Hij is de vader van Bep. Hij overlijdt aan kanker in 1943/1944.


Karakter:

Dhr. Voskuijl is volgens Anne een en al hulpvaardigheid.


Rol:

Dhr. Voskuijl is magazijnchef. Hij timmert de draaibare boekenkast voor de deur naar het Achterhuis. Dhr. Voskuijl had maagbloedingen en bij een operatie bleek hij kanker te hebben. Hij heeft daarna niet meer gewerkt.






























De helpers:


Echte naam: Miep Gies

Schuilnaam: Miep Van Santen



Persoonsbeschrijving:


Hermine Santrouschitz is geboren op 15 februari 1909, beter bekent onder de naam Miep Gies, werd geboren in Wenen, en groeide op tijdens de Eerste Wereldoorlog. In december 1920 werd ze op 11-jarige leeftijd geadopteerd door de familie Nieuwenburg uit Amsterdam. Daar groeide ze verder op, en op 24-jarige leeftijd vond ze er werk bij Opekta, dat een bedrijf was van Otto Frank. Miep woont nog steeds in Amsterdam.


Karakter:


Miep is een moedige, sterke vrouw die risico’s durft te lopen. En probeert om het de onderduikers zoveel mogelijk naar hun zin te maken.


Rol:


Miep is vanaf 1933 bij Otto Frank in de zaak en is een goede kennis geworden. Op 8 juli 1942 is Margot samen met Miep naar het Achterhuis gegaan. Miep haalde en bracht vaak boodschappen voor de onderduikers. Miep praatte met Anne over haar leven en over de buitenwereld. Na de arrestatie brengt Miep samen met Bep de papieren van Anne in veiligheid, Miep bewaart ze in haar bureau en geeft ze later ongelezen aan Otto Frank.
















Echte naam: Jan Gies

Schuilnaam: Henk Van Santen


Persoonsbeschrijving:

Jan Gies is geboren op 18 oktober 1905 en overleden op 26 januari 1993


Karakter:

Jan moet zeker dapper en moedig geweest zijn, omdat hij in het verzet gezeten heeft.


Rol:


Is de man van Miep en is via haar bevriend geraakt met de familie Frank

Jan is betrokken bij de hulp aan de onderduikers. Hij zorgt voor distributiebonnen.
































Echte naam: Johannes Kleiman

Schuilnaam: Dhr. Koophuis


Persoonsbeschrijving:


Johannes Kleiman wordt op 17 augustus 1895 geboren in Koog aan de Zaan. Over zijn jeugdjaren is weinig bekend. Begin jaren twintig maakt hij kennis met Otto Frank als hij een filiaal van de bank van zijn familie in Amsterdam opricht. Nadat hij is opgepakt wordt hij op 18 september 1944 vrijgelaten vanwege zijn slechte gezondheid

Johannes overlijdt in 1959 in Amsterdam.


Karakter:


Kleiman was een tengere, bleke man met een grote dikke bril, een spitse neus en een broos uiterlijk. Hij was een rustige persoonlijkheid, iemand die meteen vertrouwen wekt.


Rol:


Kleiman heeft samen met Dhr. Kraler de zaken van Otto Frank overgenomen. En lette op de veiligheid van de onderduikers.

















Echte naam: Victor Kugler

Schuilnaam: Dhr. Kraler



Persoonsbeschrijving:


Victor Kugler werd geboren op 5 of 6 juni 1900 in Hohenelbe. Beide dagen staan op officiële documenten geschreven en ook zijn naam is niet eenduidig. Dhr. Kugler is samen met Dhr. Kleiman opgepakt en is gevlucht op 28 maart 1945. Victor ging in 1955 naar Canada en is overleden in 1981 in Toronto


Karakter:


Victor was een forse knappe man, donker en heel precies. Hij was altijd serieus, maakte nooit grapjes. Kugler ging zijn eigen gang, altijd heel vormelijk en beleefd.’


Rol:


Dhr Kugler heeft samen met Dhr. Koophuis de zaken overgenomen. Victor Kugler is verantwoordelijk voor het bedrijf en zorgt vaak voor kranten en tijdschriften.

Hij gaf Dhr. Voskuijl de opdracht om de draaibare kast voor de deur te plaatsen.


















Echte naam: Hanneli Goslar (Lies)


Persoonsbeschrijving:

Hanneli Goslar is ongeveer in 1930 geboren. Ze heeft de oorlog overleefd.

Net als veel andere joden is ze na de oorlog naar Israël verhuisd. Ze woont er nu met haar kinderen en kleinkinderen.


Karakter:


Anne schrijft in het begin van haar dagboek over Lies, ‘Lies is een beetje verlegen en thuis brutaal. ‘Ze zegt wel wat ze ergens van vind’.

Ze is meelevend want ze probeert Anne te helpen in het kamp Bergen-Belsen door haar stiekem wat eten te geven.


Rol:


In het dagboek is Lies een van Anne’s vriendinnen waar ze het goed mee kon vinden. Ze kenden elkaar van school en het Merwedeplein.








Echte naam: Peter Wessel (Schiff)


Persoonsbeschrijving:


Peter is een jaar ouder als Anne en heeft bruine ogen.


Karakter:


Peter is een vlotte jongen waar veel meisjes op vallen


Rol:


Peter Wessel is de jongen waar Anne in haar schooltijd stapel verliefd op was. Later in het Achterhuis droomt ze over hem en beschrijft dit in haar dagboek.
























Echte naam: Helmut Silverberg (Harry Goldberg)


Persoonsbeschrijving:


Helmut is zestien jaar als Anne hem ontmoet.


Karakter:


Is een aardig, beleefde en knappe jongen.


Rol:


Schoolvriend van Anne, hij was verliefd op Anne, maar zij niet op hem. Hij doet van alles om haar te krijgen. Haar ouders vinden Harry nogal geschikt voor Anne.








Echte naam: Willem.G. van Maaren


Persoonsbeschrijving:


Geboortedatum niet bekend.

Dhr. Van Maaren is overleden in 1971.


Karakter:


Erg eerlijk kan hij niet zijn, want hij heeft wel aantal keren diefstallen gepleegd.


Rol:


Dhr. Van Maaren heeft de baan als magazijnchef overgenomen van Dhr. Voskuijl.

Werd verdacht van verraad, maar hij heeft dat altijd ontkent.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Anne_Frank&oldid=54448"