Paus Paulus III
Paus Paulus III (Canino, 29 februari 1468 – Rome, 10 november 1549) was paus van de Rooms-Katholieke Kerk tussen 1534 en 1549.
Hij werd geboren in Canino, Toscane. Zijn opleiding, gedeeltelijk verzorgd door Pomponius Laetus, genoot hij in Rome en aan het hof van Lorenzo de' Medici in Florence.
Reeds op 25-jarige leeftijd, in 1493, werd hij benoemd tot kardinaal alhoewel hij nog leek was. Hij dankte zijn benoeming aan de voorspraak van zijn zus Giulia Farnese die de maîtresse was van paus Alexander VI. Zestien jaar later, in 1509, had hij het tot bisschop van Parma gebracht. In die periode nam hij ook een maîtresse, die hem vier kinderen schonk.
Na de dood van Clemens VII werd hij verkozen tot paus. Een sterk staaltje van nepotisme was zijn benoeming van zijn kleinzonen Alessandro Farnese (14 jaar) en Ascanio Sforza (16 jaar) tot kardinaal. Toch zag hij blijkbaar wel in dat de Katholieke Kerk zichzelf mede door dit soort praktijken in diskrediet had gebracht, want al snel begon hij te hameren op de noodzaak van hervormingen in de Kerk. Al onder zijn voorgangers was er binnen de Kerk een conflict ontstaan tussen de katholieken en de protestanten. Maarten Luther had in 1517, aangespoord door de decadente levensstijl van de geestelijken en de pausen in het bijzonder alsmede de handel in aflaten, 95 stellingen gepubliceerd. Hierin sprak hij zich uit voor grondige hervormingen in het kerkwezen. Als reactie hierop had paus Leo X hem in 1521 geëxcommuniceerd.
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.
Meer informatie over dit onderwerp vind je hier: |
Dit artikel is een beginnetje.
|