Paus Clemens VII
Paus Clemens VII (Firenze, 26 mei 1478 – Rome, 25 september 1534) was paus van de Rooms-Katholieke Kerk tussen 1523 en 1534.
Clemens VII werd geboren als Giulio de' Medici, de buitenechtelijke zoon van Giuliano di Piero de' Medici. Hij volgde Lorenzo II op als leider van de familie de' Medici, maar deed in 1523 afstand van zijn functie om tot paus te worden verkozen. Daarmee was hij na zijn neef Leo X de tweede paus uit dit beroemde geslacht. Met de verkiezing van kardinaal Giulio de' Medici leek het alsof de gouden tijd van de' Medici was teruggekeerd. Clemens VII was echter veel strenger en ook plichtsgetrouwer dan Leo X ooit was geweest.
Door aanvankelijk Frans I van Frankrijk te steunen in de Italiaanse Oorlog van 1521 tot 1526, tot grote ergernis van keizer Karel V, trachtte de nieuwe paus de Spaanse druk op Italië tegen te gaan, hetgeen echter totaal mislukte. Na de Franse nederlaag in de Slag bij Pavia en de gevangenneming van Frans I zocht hij de bescherming van de keizer om zich vervolgens weer aan te sluiten bij de Liga van Cognac (1526, een militair bondgenootschap met Frankrijk, Milaan, Venetië, en Florence) tégen de keizer. Dit leidde tot de inneming en een door de keizer onbedoelde plundering van Rome (6 mei 1527) door de keizerlijke troepen. Paus Clemens vluchtte naar de Engelenburcht, maar moest zich uiteindelijk gewonnen geven en werd gevangengenomen. Hij kwam pas vrij na de uitdrukkelijke belofte van neutraliteit in het Habsburgs-Franse conflict, verliet de verwoeste stad en vestigde zich eerst in Orvieto en daarna in Viterbo. De verzoening met Karel V en diens keizerkroning in 1530 was slechts een schijnvrede.