Stanley Baldwin
Stanley Baldwin (1867-1947) was premier van het Verenigd Koninkrijk tussen 1923 en 1924, 1924 en 1929 en tussen 1935 en 1937.
Baldwin stamde uit een geslacht van industriëlen en landheren. Na zijn studies kreeg hij een leidinggevende functie in het staalconcern van zijn vader. Hij huwde met Lucy Ridsdale en kreeg met haar zes kinderen.
In 1908 werd hij voor de conservatieven verkozen in het House of Commons en zetelde er tot in 1937. In 1916 werd hij particulier-parlementair secretaris van de toenmalige minister van Financiën en partijleider van de Conservatieven Andrew Bonar Law. Daarna was hij van 1917 tot 1921 junior lord of the Treasury en van 1921 tot 1922 minister van Handel in de regering van David Lloyd George.
In 1922 leidde hij met Andrew Bonar Law de actie tegen de coalitie van conservatieven en liberalen die Lloyd George leidde. Mede door zijn toedoen werd de coalitie verbroken, tegen het verzet van de conservatieve ministers in. Vervolgens werd Law de nieuwe premier en in diens regering werd Baldwin Minister van Financiën.
Toen Andrew Bonar Law in mei 1923 het premierschap om gezondheidsredenen neerlegde, volgde Baldwin hem op. Tevens werd hij partijleider van de conservatieven, wat hij bleef tot in 1937. Hij probeerde tijdens zijn eerste premierschap door protectionistische maatregelen het land over de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog heen te helpen, wat echter mislukte. Zijn ministerie moest in januari 1924 reeds plaats maken voor het eerste Labour-kabinet onder Ramsay MacDonald.
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.
Meer informatie over dit onderwerp vind je hier: |
Dit artikel is een beginnetje.
|