Gladiator
Een gladiator was meestal een slaaf of een gevangene. Hij kreeg eerst een training om goed te leren vechten. Een bekende gladiator in de Romeinse tijd was Spartacus. Een gladiator vocht meestal in een arena. De bekendste arena uit de Oudheid was het Colosseum.
Gladiator (film) is een film uit 2000 van Ridley Scott. Hoewel het verhaal verzonnen is, laat het wel het leven van de gladiator uit de Romeinse tijd zien.
De arena
De arena was een groot onoverdekt gebouw in de vorm van een cirkel. Het lijkt een beetje op een voetbalstadion zoals we dat nu kennen. In deze arena zaten soms zelfs tienduizenden mensen te kijken naar de gladiatorengevechten. ER werd veel georganiseerd in de arena, maar de gladiatorengevechten waren toch mestal het hoogtepunt van de dag.
Het leven van de gladiatoren
Gladiatoren waren meestal slaven die voor de lol van de keizer en andere Romeinen tegen leeuwen en 'goede' gladiatoren moesten vechten. Deze slaven waren boeren die werden ontvoerd, omdat ze niks waard waren tegenover de soldaten van de keizer. Als je als gladiator veel gevechten won kreeg je als beloning vrouwen, brood, geld en roem. Vaak werden de 'slechte' gladiatoren heel snel gedood. Daarom wou bijna niemand gladiator worden waren mensen die het wel werden waren dan ook alleen mannen die wisten dat ze goed met een zwaard om konden gaan. Nog vaker waren het getrainde slaven. Er zijn heel veel mensen doodgegaan in de arena waar gladiatoren vochten. Ze moesten niet alleen tegen elkaar vechten maar ook tegen wilde dieren die de Romeinen uit Afrika hadden meegenomen. Niet alleen de keizer keek naar deze gevechten, heel het volk kon komen kijken en vond het erg leuk om te zien.
Soorten gladiatoren
In het oude Rome waren er allerlei soorten vechters die gladiatoren werden genoemd. Sommigen waren dappere krijgers die eerst gevangen genomen waren in gevechten. Er waren ook gladiatoren zoals Galliërs, Samnieten en Thraeces (Thraciërs) die vochten met hun eigen speciale wapens en kleren. Elk soort gladiator was goed in een ander soort vechten. Ze droegen verschillende outfits en gebruikten verschillende wapens. Wanneer ze vochten, hadden ze meestal dezelfde soort spullen om het eerlijk te houden. Meestal vochten ze alleen tegen andere gladiatoren van dezelfde school of groep. Maar soms moesten ze tegen gladiatoren van een andere school vechten.
De allerbeste gladiatoren droegen supermooie en sterke pantsering als ze in een parade liepen voordat het gevecht begon. De gladiatoren die voor Julius Caesar vochten, hadden zilveren pantsering aan, die van Domitianus droegen gouden pantsering en die van Nero hadden pantsering met mooie stukjes barnsteen erop. Op hun hoofden hadden ze veren van pauwen en op hun kleren zaten patronen gemaakt van gouden draad. Maar als het tijd was om te vechten, droegen ze echt sterke pantsering die hielp om hen te beschermen. Zelfs die pantsering kon heel mooi versierd zijn. Sommige plaatjes en mozaïeken laten zien dat gladiatoren kwastjes aan hun armen of benen hadden hangen. Mensen denken dat dit misschien een soort scorekaart was om te laten zien hoeveel gevechten ze hadden gewonnen. Tijdens de gevechten hielden scheidsrechters in de arena alles goed in de gaten en zorgden ervoor dat iedereen zich aan de regels hield.
Gladiator types
Deze lijst vertelt over verschillende soorten gladiatoren en andere mensen die met hen te maken hadden. Het laat zien hoe ze vochten en wat voor spullen ze droegen. Ook staan er algemene termen in voor gladiatoren en mensen die met hen werkten, zoals trainers en presentatoren.
Andabata
Andabata betekent een gladiator die geblinddoekt vecht. Stel je voor dat een gladiator een doek om zijn ogen heeft en toch moet vechten! Cicero, een beroemde schrijver uit het oude Rome, maakte er grapjes over in een brief aan zijn vriend Trebatius Testa, die in Gallië was. Hij linkte de andabata losjes aan essedarii, de gladiatoren die vochten vanaf strijdwagens. Het woord is heel zeldzaam in oude boeken en we weten niet zeker waar het precies vandaan komt.
Bestiarius
Een Bestiarius was eigenlijk een beestenvechter! Ze vochten tegen wilde dieren in gevechten, en soms werden gevangenen zelfs aan die dieren gevoerd als straf, dat noemen ze 'Damnatio ad bestias'.
Bustuarius
Een Bustuarius was eigenlijk een 'grafvechter'. Ze vochten soms bij graven, vandaar de naam die van 'bustum', dat 'graf' betekent, komt. Dit had te maken met hoe gladiatorengevechten soms werden gehouden als onderdeel van begrafenisspelen. Vroeger was het zelfs gebruikelijk om gevangenen te doden bij de graven van sterke mannen, wat later een beetje wreed leek. Dus besloten ze om gladiatoren bij de graven te laten vechten in plaats van gevangenen. Bustuarius was geen hele leuke term - Cicero gebruikte het om de slechte moraal van zijn vijand Clodius te beschrijven, zoals die van de allerlaagste klasse gladiatoren.
Cestus
De Cestus was een vuistvechter of bokser die de cestus droeg, een kruising tussen een bokshandschoen en een zwaar soort boksbeugel, maar verder geen pantser had.
Crupellarius
Een Crupellarius was een soort gladiator die door de Romeinse historicus Tacitus werd beschreven. Hij vertelde over een groep Galliërs die als stagiaires dienden en waren uitgerust als crupellarii tijdens een opstand in het jaar 21 na Christus. Tacitus zei dat ze gekleed waren volgens de mode van Gallia Lugdunensis, een gebied in Frankrijk, en dat ze ingepakt waren in dikke lagen ijzer, wat het moeilijk maakte voor hen om te vechten. Ze waren traag en konden niet goed bewegen onder het gewicht van hun pantser. De Romeinse troepen versloegen hen snel. Tacitus denkt dat deze crupellarii mogelijk lijken op een ander type gladiator, genaamd murmillo, dat zwaar gepantserd was en in zijn tijd bekend was.
Dimacheros
De Dimachaerus (Grieks διμάχαιρος, "met twee messen") gebruikte een zwaard in elke hand.
Eques
Een Eques was eigenlijk geen gewone gladiator, maar eerder iemand uit de rijke klasse van Romeinen. Ze waren te belangrijk om deel te nemen aan de gevechten in de arena. Maar er was ook een soort gladiator die Eques werd genoemd. Ze waren meestal licht bewapend en vochten vanop paarden. Vroeger hadden ze een klein schild, een helm met veren, en wat bescherming voor hun benen. Later kregen ze ook een soort handschoen om hun arm te beschermen en droegen ze mouwloze shirts met een riem. Deze gladiatoren vochten meestal alleen tegen andere gladiatoren te paard.
Essedarius
Een Essedarius was een speciaal soort gladiator die misschien voor het eerst naar Rome werd gebracht door Julius Caesar. Ze kwamen waarschijnlijk uit Groot-Brittannië. Essedarii vochten in de arena, maar anders dan andere gladiatoren, vochten ze misschien vanaf strijdwagens. Het is een mysterie of ze de arena binnenkwamen in hun strijdwagens en dan uitstapten om te vechten, of dat ze vechten terwijl ze nog in de strijdwagen zaten. Sommige van hen werden mogelijk geholpen door wagenmenners. Er zijn helaas geen foto's of tekeningen overgebleven om ons te laten zien hoe ze eruitzagen.
Gallus
Een Gallus was eigenlijk een persoon uit Gallië, wat een gebied was dat we nu kennen als delen van Frankrijk en België. Soms was een Gallus een krijgsgevangene die moest vechten in gevechten voor het vermaak van anderen. Maar soms was een Gallus een speciaal soort gladiator die vocht met wapens en kleding uit Gallië, in een stijl die de Romeinen als 'Gallisch' zouden herkennen. Ze waren waarschijnlijk groot en hadden veel bescherming aan. Later werden ze misschien vervangen door een ander type gladiator genaamd de murmillo, nadat Gallië een deel werd van het Romeinse rijk.
Gladiatrix
Een Gladiatrix was eigenlijk een vrouwelijke gladiator, wat betekent dat ze vocht in de arena, net als de mannen. Maar ze waren heel zeldzaam en er is niet veel bekend over hen. Soms, aan het einde van de Romeinse Republiek, kon je ze af en toe zien vechten. Maar rond het jaar 200 verbood keizer Septimius Severus hen. Het woord "gladiatrix" werd voor het eerst gebruikt in een gedicht uit de 4e eeuw, waarin werd gesproken over een vrouw die jaagde op wilde dieren.