'Nieuwe' tweezaadlobbigen

Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.

Dit artikel is nog niet af.

'Nieuwe' Tweezaadlobbigen Eudicots
Leefgebied	Wereldwijd
Leefomgeving	divers
Behoort tot de	Bedektzadigen
Portaal Biologie

'Nieuwe' tweezaadlobbigen (Eudicots) of Tricolpates, zijn bedektzadigen planten met, zoals de naam al aangeeft, twee zaadlobben. Een zaadlob, kiemlob of cotyl is het eerste blaadje van een jong plantje als het boven de grond komt. Hierin zit ook het reservevoedsel wat het 'baby-plantje' nodig heeft om te kunnen ontkiemen. Een spercieboon of pinda zit vaak met meerdere tweezaadlobigen in een peul. Wanneer je deze pelt zie je ze met in het midden het begin van een piepklein plantje. De twee helften zijn de zaadlobben.

Twee zaadlobben van de pinda

Indeling volgens de laatste inzichten

Nederlandse namen en verwijzingen moeten nog verder toegevoegd worden

• Primitieve tweezaadlobbigen met de orden
  • Ranonkelachtigen (Ranunculales)
  • Protealesachtigen (Proteales)
  • Buxusachtigen (Buxales)
• Geavanceerde tweezaadlobbigen met de
  • Superrosiden met de orde
    • Steenbreekachtigen (Saxifragales)
  • Rosiden met de orden
    • Druifachtigen (Vitales), waaronder druiven
    • Vlinderbloemachtigen (Fabales), waaronder pinda's
    • Roosachtigen (Rosales), waaronder Hennep, Duindoorn, Moerbei, Wegedoorn, Roos, Iep, Brandnetel
    • Berkachtigen (Fagales), waaronder Berk, Gagel en Okkernoot
    • Komkommerachtigen (Cucurbitales), waaronder Begonia en komkommer
    • Kardinaalsmutsachtigen (Celastrales), waaronder Kardinaalsmuts en Parnassia
    • Klaverzuringachtigen (Oxalidales), waaronder Klaverzuring
    • Malpighiales, waaronder wilg, het viooltje, de kerstster en de cocaplant
    • Ooievaarsbekachtigen (Geraniales), waaronder Ooievaarsbek of Geranium
    • Mirteachtigen (Myrtales), waaronder Mirte, eucalyptus, Kattenstaart, Teunisbloem
    • Crossosomatales, waaronder Pimpernoot
    • Zeepboomachtigen (Sapindales), waaronder Pruikenboom, Wijnruit, Zeepboom
    • Kaasjeskruidachtigen (Malvales), waaronder Kaasjeskruid en Peperboompje
    • Kruisbloemachtigen (Brassicales), waaronder Kruisbloem, Kappertjes, Papaja, Moerasbloem, Reseda en Klimkers
  • Superasteriden met de orden
    • Sandelhoutachtigen (Santalales), waaronder Maretak
    • Anjerachtigen (Caryophyllales), waaronder Anjer, Cactus, IJskruid, Amarant, Zonnedauw, Duizendknoop
  • Asteriden met de orden
    • Kornoelje-achtigen (Cornales), waaronder Kornoelje en Hortensia
    • Heideachtigen (Ericales), waaronder de Kiwi, Balsemien, Heide, Vlambloemen en Sleutelbloemen
    • Garrya-achtigen (Garryales), waaronder de Aucuba en de Garrya
    • Gentiaanachtigen (Gentianales), waaronder Maagdenpalm, Gentiaan, en sterbladachtigen
    • Ruwbladachtigen (Boraginales), waaronder Vergeet-mij-nietje, Slangenkruid, Longkruid, Smeerwortel
    • Nachtschadeachtigen (Solanales), waaronder de Winde, Nachtschade
    • Lipbloemachtigen (Lamiales), waaronder Acantus, Trompetboom, Lipbloemen, Blaasjeskruid, Gemzehoorn, Olijf, Bremraap, Weegbree, Helmkruid, IJzerhard, Kaaps viooltje
    • Hulstachtigen (Aquifoliales), waaronder de Hulst,
    • Composietenachtigen (Asterales), waaronder Composieten als Duizendblad, Kamille, Valkruid, Aster, Madelief, Goudsbloem, klokjesbloemen als Grasklokje
    • Dipsacales
    • Apiales