Johan Rudolph Thorbecke
Johan Rudolph Thorbecke | |
---|---|
Geboren | 14 januari 1798 |
Geboren te | Zwolle |
Overleden | 4 juni 1872 |
Overleden te | Den Haag |
Partij | partijloos |
Aantreden | 1849, 1862, 1871 |
Aftreden | 1853, 1866, 1872 |
Voorganger | Jacobus Mattheüs de Kempenaer Schelte van Heemstra Pieter Philip van Bosse |
Opvolger | Floris Adriaan van Hall Isaäc Dignus Fransen van de Putte Gerrit de Vries |
Functie(s) | |
Voormalig minister Voormalig minister-president | |
Portaal Politiek |
Johan Rudolph Thorbecke (geboren te Zwolle op 14 januari 1798 - gestorven te Den Haag op 4 juni 1872) was een belangrijk Nederlands politicus.
Tot 1848
Thorbecke kwam uit een half-Duitse familie. Zijn vader was werkloos en daarom was de familie arm. Het geld moest komen van familieleden in Duitsland. De vader van Thorbecke bleef zijn zoon stimuleren om te gaan studeren. Dit deed hij tot aan zijn dood. Eerst ging Thorbecke studeren aan het Athenaeum Illustre in Amsterdam. Vervolgens ging hij letteren studeren aan de Universiteit Leiden. Vervolgens vertrok hij naar Duitsland. Hier ging hij als privaatdocent (vroeger een docent op de universiteit) werken. Omdat het geld op was, vertrok hij terug naar Nederland. Hier werd hij in 1825 hoogleraar aan de universiteit Gent (België behoorde toen nog bij Nederland). Op deze universiteit hield hij zich vooral bezig met Europese geschiedenis, internationale betrekkingen (politiek tussen verschillende landen) en statistiek. Ook verzorgde hij het college staatshuishoudkunde (economie). Thorbecke bestudeerde de industrialisatie (het overnemen van werk van mensen door machines). Hij las onder andere het boek van Jean Charles Léonard de Sismondi. Thorbecke begon boeken te schrijven over dit onderwerp. De Verhandeling over den invloed der machines op het samenstel der maatschappelijke en burgerlijke betrekkingen en Over 't bestuur van 't onderwijs in verband met een aanstaande wetgeving publiceerde hij in deze tijd.
Vervolgens brak de Belgische Revolutie uit. Thorbecke moest Gent verlaten en vertrok naar Leiden. Hier werd hij ook hoogleraar, maar dan aan de Universiteit Leiden. Hij gaf daar college (les) in de grondwet. Hier schreef hij ook weer een boek over: Aanteekening op de Grondwet. Het boek ging over de verandering van de Nederlandse grondwet en werd in de eerste maand al veel verkocht. Na een jaar schreef hij een vervolg: Proeve van herziening der grondwet volgens de Aanteekening. In de tussentijd trouwde hij met Adelheid Solger op 19 juli 1836. In 1840 werd hij lid van de Dubbele kamer. Tussen 1844 en 1845 was hij lid van de Tweede Kamer. Hier maakte hij deel uit van de zogeheten negenmannen, een groep mensen die de grondwet wilden veranderen. Hoewel het voorstel in de Tweede Kamer niet door ging, werd het voorstel wel populair. Tussen 1945 en 1950 zat hij in de gemeenteraad van Leiden. Over het lokale bestuur (bestuur van een gemeente) schreef hij weer een boek: Over plaatselijke begrooting.
1848
Hij werd een beroemd politicus, die er in 1848 met een nieuwe grondwet voor zorgde dat de koning minder en "de gewone mensen" meer macht zouden krijgen. De mensen mochten een regering kiezen, die de meeste macht kreeg. De koning mocht zich er niet mee bemoeien. Thorbecke was een liberaal.
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.
Meer informatie over dit onderwerp vind je hier: |
Dit artikel is een beginnetje.
|