Sinbad de Zeeman
|
|
Sinbad de Zeeman of De zeven wonderbaarlijke reizen van Sinbad de Zeeman is sprookje uit Duizend-en-een-nacht. Het is een van de bekendste verhalen uit de bundel. Toch was het verhaal oorspronkelijk geen onderdeel van de bundel. Sinbad de Zeeman werd pas in de 18e eeuw toegevoegd aan Duizend-en-een-nacht door de Fransman Antoine Galland.
Het verhaal gaat over Sinbad die met zijn bood zeven reizen maakt. Onderweg maakt bij allerlei avonturen mee op magische plekken en ontmoet verschillende mythische wezens.
Verhaal
Het verhaal dat hieronder staat is een sprookje en dus niet in het echt gebeurd. Van sprookjes bestaan verschillende versies, dus dit verhaal kan afwijken van andere versies. |
Er was eens een kruier genaamd Sinbad. Hij woonde in Bagdad. Hij leidde een arm bestaan en moest hard werken, terwijl anderen in rijkdom geboren worden. Sinbad puft uit en beklaagt zich tegen God over de oneerlijkheid. De buurman van een naburig huis (die ook Sinbad heet) hoort zijn geklaag. Sinbad de buurman legt uit aan de kruier hoe hij aan zijn rijkdom gekomen is. Hij nodigt de kruier daarom uit in zijn huis. Vervolgens vertelt Sinbad over zijn zeven zeereizen.
De eerste reis
Sinbad is de zoon van een rijke koopman. Wanneer zijn vader sterft, krijgt Sinbad al zijn geld. Sinbad houdt echter van grote feesten. Hierdoor raakt het geld al snel op. Sinbad moet aan de slag om geld te verdienen. Hij besluit handelaar te worden op zee.
Onderweg naar Basra komen hij en zijn bemanning op een klein eiland aan. Op het eiland maken zij een vuur om te overnachten. Het blijkt echter dat het eiland helemaal geen eiland is, maar de rug van een grote vis. De vis heeft zolang stilgelegen dat er planten op zijn rug gegroeid zijn.
Op het moment dat de vis de bemanning ontdekt, duikt het beest weg. De bemanning springt aan boord, maar Sinbad wordt achtergelaten. Hij spoelt uiteindelijk aan op een ander eiland. Hier redt hij de merrie van een zeepaardenkoning. Sinbads schip weet hem uiteindelijk te vinden. De zeepaardenkoning geeft Sinbad als dank voor veel rijkdommen. Als rijk man keert Sinbad terug naar Bagdad.