Sprookje

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Giambattista Basile was een Italiaans dichter en verzamelde als eerste een aantal sprookjes.
De Franse sprookjesschrijver Charles Perrault werd vooral bekend door zijn ‘Sprookjes van Moeder de Gans’.
De Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen.
De Duitse broers Wilhelm en Jacob Grimm verzamelden sprookjes en andere volksverhalen.

Sprookjes behoren tot een literair genre waarin fantasie een belangrijke rol speelt. Het woord sprookje is afgeleid van het middeleeuwse woord 'sproke', dat verhaal of vertelling betekent. Er zijn verschillende soorten sprookjes, bijvoorbeeld dierensprookjes (bijvoorbeeld de wolf en de zeven geitjes) en raadsel- en leugensprookjes. Verreweg de bekendste zijn echter de zogenaamde toversprookjes, dit zijn verhalen vol avonturen en magie.

Daarnaast heb je ook nog tal van mythes, sagen en legenden die tot de volksvertellingen horen en ook vaak een sprookjesachtig karakter hebben.

Farm-Fresh bullet terug.pngTerug naar PIM-systeem

Sprookjes in het kort

Sprookjes zijn fantasieverhalen, en dus niet echt. Maar vaak gaat het wel over mensen die in de tijd van het sprookje echt hadden kunnen bestaan. Toch komt er altijd wel iets van bijvoorbeeld magie in voor, en meestal zorgt dat er ook voor dat het sprookje zo mooi eindigt. Dat was vroeger trouwens wel anders. Toen eindigden de meeste sprookjes op een gruwelijke wijze. Tegenwoordig is het einde van een sprookje vaak zo aangepast dat het eindigt met ... en ze leefden nog lang en gelukkig.

Kijk op Categorie:Sprookje, welke sprookjes op Wikikids beschreven staan.

Volkssprookjes

De toversprookjes behoren tot de volkssprookjes. Ze bestaan al honderden jaren en zijn ontstaan doordat de mensen de sprookjes aan elkaar doorvertelden. Bijvoorbeeld tijdens het spinnen van wol of manden vlechten maar ook in de vrije tijd op de markt. Niemand weet dan ook wie de sprookjes ooit verzonnen heeft. Van sommige sprookjes zijn veel verschillende versies geschreven. Zo werden er in de vorige eeuw alleen al in Frankrijk bijna honderd versies van het sprookjes 'Klein Duimpje' verteld. De hoofdfiguren die in de sprookjes voorkomen zijn bijna altijd arme mensen, vooral vrouwen en kinderen die aan hun lot zijn overgelaten en jongste zonen zonder een rijke vader. Een goed einde van de sprookjes betekent meestal dat de meisjes gaan trouwen met een knappe prins (assepoester, sneeuwwitje en de kikkerkoning) en dat de kinderen en jonge mannen heel rijk worden (klein duimpje en de gelaarsde kat).

Het verhaal achter de volkssprookjes

Wat een volkssprookje vertelt komt ons nu onwerkelijk over. Vroeger was het leven hard en de dood (door bijvoorbeeld hongersnood of ziekte) lag altijd op de loer. Soms werden de ouders gedwongen om hun kinderen tijdens een hongersnood ergens alleen achter te laten. Een voorbeeld hiervan is het sprookje van Hans en Grietje, want ook zij werden door hun ouders alleen in het bos achtergelaten omdat hun ouders niet genoeg eten hadden voor het hele gezin. Figuren die in sprookjes voorkomen, waar we nu niet meer in geloven, zoals heksen, duivels en geesten, waren voor mensen uit de vorige eeuw wel iets waar ze in geloofden. Zij wisten niet beter dan dat die wezens bestonden. En wolven waren in die tijd nog in heel Europa aanwezig!

Voor wie?

Vroeger waren de sprookjes niet speciaal voor kinderen bedoeld, maar voor grote mensen, volwassenen. Sprookjes waren meer bedoeld om kinderen ‘op het juiste pad’ te houden, te leren gehoorzaam te zijn en als waarschuwingsverhalen die kinderen bang moesten maken voor wolven en weerwolven. “Pas op als je niet luistert, want dan ….. !” 'Roodkapje' is zo’n verhaal. In de oorspronkelijke versie van dit sprookje overleeft Roodkapje het niet. Maar in deze tijd zijn sprookjes eigenlijk iets voor kinderen en dus niet meer voor volwassenen. Een sprookje loopt vrijwel altijd goed af.

Belangrijke thema's in sprookjes

Sprookjes hadden vroeger het doel om mensen iets belangrijks te leren. Soms ging het om waarschuwen om goed op te letten, soms was het om arme mensen te helpen, soms ging het erom dat echte schoonheid van binnen zit en niet van buiten. Dat wordt vaak ook wel de moraal van een sprookje genoemd. Elk sprookje heeft een moraal, en soms wel meerdere. Tegenwoordig zijn sprookjes vaak herschreven om kinderen te vermaken. De moraal zit er echter nog steeds wel in. Lees jouw favoriete sprookje nog maar eens terug.

Sprookjesschrijvers en verzamelaars

Giambattista Basile

Giambattista Basile was een Italiaanse dichter en verzamelde als eerste een aantal sprookjes.

Charles Perrault

Charles Perrault was een Frans schrijver. Hij is vooral bekend geworden om een aantal van zijn sprookjes die bekend zijn geworden als de “Sprookjes van Moeder de Gans”. Bekende sprookjes van Perrault zijn onder andere Assepoester, Roodkapje, Klein Duimpje, De gelaarsde kat, Blauwbaard en De Schone Slaapster in het bos.

De gebroeders Grimm

Jacob en Wilhelm Grimm waren twee Duitse broers. Ze verzamelden een enorme hoeveelheid sprookjes en volksverhalen. Er wordt wel eens verteld dat ze samen lange reizen maakten en overal naar sprookjes luisterden en die dan opschreven. Maar dat is niet waar. De verhalen (teksten) werden naar ze opgestuurd, meestal door deftige dames. Bekende sprookjes van Grimm zijn bijvoorbeeld: Sneeuwwitje, Hans en Grietje, De wolf en de zeven geitjes, Raponsje, Het dappere snijdertje (kleermakertje), De Bremer Stadsmuzikanten, De Kikkerkoning en nog héél veel meer!

Hans Christian Andersen

Hans Christan Andersen was een bekende Deense dichter en schrijver, geboren in Odense. Net als Perrault was hij het meest bekend om zijn sprookjes. Hans wilde graag acteur worden, maar hij werd niet aangenomen op de theaterschool. Hij ging eerst naar een armenschool en later pas naar een goede school. Daar werd hij veel gepest, want Hans was een verlegen en stille jongen. Maar later werd hij toch een beroemd schrijver. Zijn leven gaat dus net zo als één van zijn beroemdste sprookjes: Het lelijke jonge eendje. Andere bekende sprookjes van Andersen zijn: De kleine zeemeermin, De prinses op de erwt, De Chinese nachtegaal, De rode schoentjes, Duimelijntje, De nieuwe kleren van de keizer, Het meisje met de zwavelstokjes.

Sprookjesachtige verhalen

Tegenwoordig worden er nog steeds heel wat sprookjesachtige boeken geschreven. Ze lijken niet meer op de sprookjes van vroeger. Ze zijn lang niet zo griezelig meer en juist de reuzen, heksen en monsters in deze boeken zijn aardig. Sprookjesachtige boeken zijn er voor kinderen van alle leeftijden. Enkele beroemde schrijvers van sprookjesachtige boeken zijn: Astrid Lindgren, Annie M.G Schmidt en Paul Biegel. Ook zijn sommige sprookjes aangepast en vaak verkort en is er een mooi boek van gemaakt. In het boek van Roald Dahl: Gruwelijke Rijmen, komt bijvoorbeeld het sprookje Roodkapje voor. Maar op een leuke, grappige, rijmende manier is het aangepast en modern gemaakt. Ook de illustraties in de boeken verschillen heel erg van de platen van vroeger.

Films

Van heel veel beroemde sprookjes zijn films gemaakt. Vooral de Disney-studio’s hebben mooie tekenfilms gemaakt, zoals Sneeuwwitje, Bambi, 101 Dalmatiërs, Jungleboek, De Aristokatten, De Leeuwenkoning, Tarzan, Mulan, Frozen en nog veel meer.

Clips van Schooltv

Test je kennis

Externe links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Sprookje&oldid=819842"