Basluit
De basluit of theorbe (ook gespeld teorbe) is een snaarinstrument uit de luitfamilie, met een verlengde hals en een tweede set stemschroeven. Net als een luit heeft een basluit een naar achteren gebogen klankkast (een holle kist) met een houten bovenblad, typisch met een klankgat, en een hals die uit de klankkast steekt. Net als bij de luit, tokkelt de speler de snaren met de ene hand, terwijl hij de snaren tussen de fretten naar beneden drukt met de andere hand net als bij een gitaar. Door de snaren op verschillende plaatsen in de hals te drukken, worden verschillende toonhoogtes (noten) geproduceerd, waardoor de speler akkoorden, baslijnen en melodieën kan spelen. Een instrument dat ook verwant aan de basluit is, is de chitarrone. Deze is 1,80 m lang. De chitarrone heeft zes snarenparen voor melodiespel en vijf tot acht vrijzwevende bassnaren.
De basluit is verwant aan de liuto attiorbato, de Franse théorbe des pièces, de aartluit, de Duitse barokluit en de angélique of engelwortel. Een basluit of theorbe verschilt van een gewone luit doordat de basluit een veel langere hals heeft die verder reikt dan de gangbare toets / hals en de basluit heeft dus een tweede set stemschroeven aan het einde van de verlengde hals. Er zijn bassnaren toegevoegd aan de verlengde hals. Dit geeft een basluit een veel breder bereik aan toonhoogtes (noten) dan een gewone luit. De basluit werd gebruikt tijdens het tijdperk van de barokke muziek (1600–1750) om de zogeheten basso continuo-begeleiding te spelen (als onderdeel van de basso continuo-groep, die vaak klavecimbel-, pijporgel- en basinstrumenten omvatte). Het kan ook als solo-instrument (alleen spelend) gebruikt worden.
Basluiten werden ontwikkeld aan het einde van de zestiende eeuw in Italië, vooral door de vraag naar instrumenten met een groter basbereik voor gebruik in de toen nieuw ontwikkelde muzikale stijl van opera ontwikkeld door de Florentijnse Camerata en nieuwe muziekwerken die basso continuo (steeds doorgaande, ofwel continue baslijn) gebruiken. De oorsprong van de term theorbe kan van het Slavische of Turkse 'torba' zijn, wat 'tas' of 'tulband' betekent.
Het instrument werd vaak gebruikt bij kamermuziek. Johann Sebastian Bach schreef onder andere muziek (preludes) voor de basluit.