Regenworm
Regenwormen Lumbricidae | |
[[Bestand: ![]() | |
Leefgebied | wereldwijd |
Leefomgeving | behalve in droge klimaten en op Antarctica |
Behoort tot de | Ringwormen, Wormen, Dieren |
Portaal ![]() |
De regenwormen (Lumbricidae) zijn een familie die behoren tot de ringwormen. Ongeveer 33 regenworm-soorten zijn over de hele wereld een normaal verschijnsel, maar het grootste deel van de soorten komt voor in de gematigde zone: Canada en de Verenigde Staten en in heel Eurazië tot Japan. Een raadselachtige soort komt voor in Tasmanië (Eophila eti).
Ze kwamen oorspronkelijk alleen voor in Europa, maar zijn door de mens verspreid.
Momenteel zijn er 670 erkende soorten en ondersoorten in ongeveer 42 geslachten. Deze regenwormen-familie omvat de meeste soorten regenwormen die goed bekend zijn bij Europeanen. Regenwormen worden vaak gebruikt als aas aan het haakje van een vishengel.
Regenwormen worden bejaagd door hooiwagens (soort spinnen) en de Bannan wormsalamander. Ook vogels zoals merels zie je ze wel eens uit de grond trekken.
Regenwormen zorgen er vaak voor dat de grond goed belucht wordt. Ze helpen ook om de bodemstructuur te verbeteren.
Wat eten regenwormen?
De 27 verschillende soorten wormen die in Nederland voorkomen zijn verdeeld in 3 soorten. Elke soort heeft zijn eigen functie en zijn eigen voedsel.
Hieronder beschrijf ik de drie soorten. namelijk:
- Strooiselbewoner, deze zijn belangrijk voor de afbraak van plantenresten en mest. Deze soort leeft vooral aan oppervlakte tot 20 cm diepte en is daardoor makkelijk te vinden.
- Bodembewoner, hij eet alleen maar grond waarbij hij plantenresten eet die al aan het rotten zijn. Deze soort leeft op een diepte van maximaal 40 cm en door het eten van aarde mengt deze worm de aarde goed. Door het goed mengen van de aarde zorgt deze worm ervoor dat er voldoende zuurstof in de aarde komt en de aarde niet een dikke klom wordt zoals bij klei. Deze worm is dus bij uitstek een ideale grond structuur verbeteraar.
- Pendelaar, deze maakt diepe verticale gangen en eet plantenresten, door de plantenresten in hun gangen te trekken. Deze soort leeft tot 3 meter diepte en zorgt ervoor dat het regenwater door de hele grond kan komen. Dit heeft als voordeel dat bomen en planten met diepe wortels ook makkelijker aan water kunnen komen. De pendelaar is een echte alles eter, hij maakt geen onderscheid tussen dode en levende bladeren. Alle bladeren die op de grond liggen worden de grond in getrokken, ook blaadjes zoals bijvoorbeeld van de sla.
Over het algemeen kunnen we zeggen dat regenwormen bladeren, mest en dode dieren eten en in de grond in trekken om als voedsel te gebruiken.