Regenworm

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regenwormen
Lumbricidae

Lumbricus terrestris (26559560801).jpg

Leefgebied wereldwijd
Leefomgeving behalve in droge klimaten en op Antarctica
Behoort tot de Ringwormen, Wormen, Dieren
Portaal Portal.svg Biologie

De regenwormen (Lumbricidae) zijn een familie die behoren tot de ringwormen. Ongeveer 33 regenworm-soorten zijn over de hele wereld een normaal verschijnsel, maar het grootste deel van de soorten komt voor in de gematigde zone: Canada en de Verenigde Staten en in heel Eurazië tot Japan. Een raadselachtige soort komt voor in Tasmanië (Eophila eti). Ze kwamen oorspronkelijk alleen voor in Europa, maar zijn door de mens verspreid.

In Nederland en België komen 27 verschillende soorten voor. Over de hele wereld zijn wel 2200 verschillende soorten bekend.

Als je hard stampt op de grond komen wormen vaak naar boven. Dit komt doordat wormen boven de grond komen als het regent. De wormen denken door het stampen dat er regen valt en komen daardoor boven de grond.

Er zijn ook vogels zoals de meeuw, die dit ook weten en door te trappelen op de grond wormen naar boven lokken om ze daarna op te eten.

Momenteel zijn er 670 erkende soorten en ondersoorten in ongeveer 42 geslachten. Deze regenwormen-familie omvat de meeste soorten regenwormen die goed bekend zijn bij Europeanen. Regenwormen worden vaak gebruikt als aas aan het haakje van een vishengel.

Regenwormen worden bejaagd door hooiwagens (soort spinnen) en de Bannan wormsalamander. Ook vogels zoals merels zie je ze wel eens uit de grond trekken.

Regenwormen zorgen er vaak voor dat de grond goed belucht wordt. Ze helpen ook om de bodemstructuur te verbeteren.


Wat eten regenwormen?

De 27 verschillende soorten wormen die in Nederland voorkomen zijn verdeeld in 3 soorten. Elke soort heeft zijn eigen functie en zijn eigen voedsel.

Hieronder beschrijf ik de drie soorten. namelijk:

  1. Strooiselbewoner, deze zijn belangrijk voor de afbraak van plantenresten en mest. Deze soort leeft vooral aan oppervlakte tot 20 cm diepte en is daardoor makkelijk te vinden.
    Strooiselbewoner
    Strooiselbewoner
  2. Bodembewoner, hij eet alleen maar grond waarbij hij plantenresten eet die al aan het rotten zijn. Deze soort leeft op een diepte van maximaal 40 cm en door het eten van aarde mengt deze worm de aarde goed. Door het goed mengen van de aarde zorgt deze worm ervoor dat er voldoende zuurstof in de aarde komt en de aarde niet een dikke klom wordt zoals bij klei. Deze worm is dus bij uitstek een ideale grond structuur verbeteraar.
    Bodembewoner
  3. Pendelaar, deze maakt diepe verticale gangen en eet plantenresten, door de plantenresten in hun gangen te trekken. Deze soort leeft tot 3 meter diepte en zorgt ervoor dat het regenwater door de hele grond kan komen. Dit heeft als voordeel dat bomen en planten met diepe wortels ook makkelijker aan water kunnen komen. De pendelaar is een echte alles eter, hij maakt geen onderscheid tussen dode en levende bladeren. Alle bladeren die op de grond liggen worden de grond in getrokken, ook blaadjes zoals bijvoorbeeld van de sla.
    Pendelaar

Over het algemeen kunnen we zeggen dat regenwormen bladeren, mest en dode dieren eten en in de grond in trekken om als voedsel te gebruiken.

Externe videolink

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Regenworm&oldid=800979"