IJzeren eeuw

De periode van de Industriële revolutie wordt ook wel de ijzeren eeuw genoemd. De industrie was eigenlijk niet mogelijk geweest zonder het gebruik van kolen en staal (en vooral ook gietijzer).

Voorheen draaide alles nog met hout en aangedreven door de wind, water of mens- en paardenkracht. Zeg maar het eerste industriële gebied in Nederland was wat we nu nog kennen als de Zaanse Schans.

De ijzeren eeuw kwam in Nederland pas later op gang dan in Engeland en wat we nu kennen als België. In beide landen was steenkool ruimschoots aanwezig en er ontstond mijnbouw, waarin de eerste stoommachines ook hielpen om het water in de mijnen weg te pompen. Ook ontstonden juist daar de eerste spoorwegen, een houten rails met karren getrokken door paarden. Ook voor het omhoogtrekken van de karren werden later stoommachines ingezet.

Voor het maken van de stoommachines en later de rails was ook ijzer nodig. Ook dat werd in mijnen gewonnen. De eerste hoogovens werden gebouwd om de erts om te kunnen smelten.

Men bedacht steeds meer toepassingen op stoomkracht en met ijzer als grondstof. Het oude zeilschip maakte langzaam maar zeker plaats voor het stoomschip (stoomboot). Zelfs het schip zelf werd van plaatstaal gemaakt. Misschien is de RMS Titanic wel het bekendste voorbeeld.