De Hobbit

"De hobbit" (1937, oorspronkelijk "The Hobbit") is een boek dat door de Engelse schrijver J.R.R. Tolkien werd geschreven voor zijn kinderen. Maar het bleek ook door volwassenen gewaardeerd te worden. Dat inspireerde Tolkien tot het schrijven van een vervolg. Dat werd de trilogie "In de ban van de ring". Hieronder de korte inhoud van "De hobbit".

Let op! Hieronder staat de samenvatting van een verhaal. Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt!

Bilbo Balings

Op een dag krijgt hobbit Bilbo Balings (hobbits zijn een soort kabouters met grote, harige platvoeten) visite van tovenaar Gandalf en dertien dwergen onder aanvoering van dwerg Thorin, die een bijzonder verzoek aan Bilbo hebben. Ze hebben namelijk het plan opgevat om hun vroegere rijk, "Onder de Berg" geheten, te heroveren. Dat rijk (eigenlijk is het een grot met vele gangen) is in bezit genomen door de draak Smaug, die met zijn grote witte drakenbuik bovenop de dwergenschat ligt. Die schat bestaat uit goud en duizenden juwelen die een onvoorstelbare rijkdom vertegenwoordigen.

Het verzoek aan Bilbo is om met list en bedrog (volgens Gandalf is hij daar heel goed in) Smaug weg te lokken, zodat de dwergen zich weer in het bezit kunnen stellen van hun schat. Met tegenzin, maar toch een beetje trots dat ze hem zo belangrijk vinden, gaat Bilbo akkoord en gaat met het gezelschap op weg.

Op weg naar de Berg

De expeditie naar de Berg verloopt niet zonder gevaren. Ze beleven het ene ijzingwekkende avontuur na het andere. Gelukkig is tovenaar Gandalf erbij om in geval van nood met zijn toverkunsten uitkomst te bieden. Op een gegeven moment raakt Bilbo de dwergen en Gandalf kwijt en vindt de Ring, die eeuwenlang in het bezit van het monstertje Gollem was en later de Ring der Ringen blijkt te zijn. De Ring maakt Bilbo onzichtbaar, als hij hem aan zijn vinger schuift. Dat zal nog goed van pas komen.

Geholpen door het toeval vindt Bilbo de dwergen weer terug. Nadat Gandalf, die kennelijk nog meer te doen heeft, van het gezelschap afscheid heeft genomen, trekken ze verder. Op een gegeven moment worden ze door de boselfen gevangen genomen, behalve Bilbo, die gauw de ring aan heeft gedaan en daardoor onzichtbaar wordt. Bilbo helpt de dwergen te ontsnappen en ten slotte komen ze in de Stad aan het Meer in de buurt van de Drakenberg (zoals de inwoners van die stad hem noemen) aan, hun voormalige koninkrijk. Ze vragen toegang tot de Meester van de Stad.

De elfenkoning zit juist bij de Meester van de Stad aan een feestmaal en is uiterst verbaasd de gevangenen te zien die hij nog in zijn kerkers waant. Maar als hij al had gedacht, dat de Meester wel onmiddellijk bevel zou geven, de dwergen op te sluiten, vergist hij zich. Want al gauw doet de mare de ronde dat de Koning onder de Berg is teruggekeerd (al is het dan zijn kleinzoon Thorin), zoals in oude sagen en legenden wordt voorspeld, en de dwergen worden toegezongen en bejubeld. Dan is er ook een kans dat de gevaarlijke draak Smaug, die in de Berg huist, en een voortdurende dreiging vormt voor de bewoners van de Stad aan het Meer, wordt verslagen. En ze zeggen alle hulp toe, ook in de hoop op een deel van de schat.

Wat er met de draak gebeurde

Nu is het de beurt aan Bilbo. Hij dringt via een geheime gang, waarvan het bestaan alleen aan de dwergen bekend is, tot de schatkamer door waar Smaug op hun rijkdommen ligt te slapen. Maar die snuift al gauw onraad op. Snuift, want Bilbo heeft de Ring weer aan zijn vinger geschoven en is onzichtbaar. De draak wordt boos en probeert te ontdekken hoe Bilbo is binnengekomen. Hij inspecteert de berg aan de buitenkant maar als hij niets vindt, wordt hij nog kwader en vliegt door naar de Meer-stad. Daar zal de indringer vandaan komen, vermoedt hij, en richt met een verzengend drakenvuur de grootste verwoestingen in de uit hout gebouwde stad aan. Tot Bard, een van de laatste verdedigers van de stad, met zijn laatste pijl de draak raakt op het enige punt, waar zijn gepantserde schubben hem niet beschermen, en het monster stort dodelijk getroffen neer.

De strijd om de dwergenschat

Als de dwergen erachter komen dat Smaug dood is, wanen ze zich opnieuw eigenaar van hun schatten, maar een deel daarvan wordt opgeëist door de mensen van Meer-stad als schadevergoeding. Tenslotte heeft de komst van de dwergen alleen maar tot ellende geleid. Die hebben de draak uit zijn slaap gewekt. Maar hun aanvoerder Thorin wenst niets af te staan. Het lijkt op een veldslag uit te draaien tussen de dwergen, die inmiddels versterking hebben gekregen, en de mensen van het Meer (versterkt door de boselfen van de elfenkoning). Tot Bilbo, die zich ergert aan de onverzoenlijke houding van Thorin, zich stiekem meester maakt van het mooiste juweel van de hele schat, de door Thorin gekoesterde Arkensteen. Rivieren van goud wil deze er wel voor geven, maar hij heeft er vergeefs naar gezocht tussen de andere schatten. Bilbo (geholpen door zijn onzichtbaarheid) geeft de steen aan drakendoder Bard, zodat deze de Arkensteen als pressiemiddel kan gebruiken. Als Thorin hoort, dat Bilbo de steen aan zijn vijanden heeft gegeven, ontsteekt hij in woede. Gandalf (die weer ten tonele is verschenen) kan nog net voorkomen dat Thorin Bilbo van de rotsen smijt. De strijd lijkt los te barsten, als een nog groter gevaar dreigt: de aardmannen zijn in aantocht. Een vreselijke slag ontbrandt, waarin dwergen, mensen en elfen zij aan zij strijden, want de aardmannen zijn de vreselijkste vijand van allen. De aardmannen worden verslagen, Thorin sneuvelt, maar heeft op zijn sterfbed nog afscheid kunnen nemen van Bilbo, jegens wie hij geen wrok meer koestert. Bilbo, vergezeld van Gandalf, keert ten slotte huiswaarts.