Klipdassen: verschil tussen versies
(Klipdassen afgerond) |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | {{Werk}} |
||
{{Infobox dier |
{{Infobox dier |
||
|Naam = Klipdassen of Hyraxen |
|Naam = Klipdassen of Hyraxen |
||
Regel 10: | Regel 9: | ||
|AfbeeldingLeefgebied = |
|AfbeeldingLeefgebied = |
||
}} |
}} |
||
− | '''Klipdassen''' of '''Hyraxen''', van het Oudgrieks ὕραξ ''(''húrax'')'' en |
+ | '''Klipdassen''' of '''Hyraxen''', van het Oudgrieks ὕραξ ''(''húrax'')'' en dat betekent zoiets als 'spitsmuis'. Ze worden ook wel '''dassies''' genoemd. Het zijn kleine, gedrongen, plantenetende [[zoogdieren]] in de orde [[Afrotheria]]. Ze lijken oppervlakkig op [[pika's]] en [[Marmot|marmotten]], maar zijn (hoe gek het ook klinkt) nauwer verwant aan [[olifanten]] en [[Zeekoe|zeekoeien]]. |
== Soorten == |
== Soorten == |
||
− | + | Klipdassen of hyraxen kunnen 9 tot 14 jaar worden. Er worden vijf bestaande soorten erkend: |
|
* De rotshyrax (''Procavia capensis'') |
* De rotshyrax (''Procavia capensis'') |
||
* De geelgevlekte rotshyrax (''Heterohyrax brucei''), die beide leven op rotspartijen, waaronder kliffen in Ethiopië en geïsoleerde granieten ontsluitingen die koppies worden genoemd in zuidelijk Afrika; |
* De geelgevlekte rotshyrax (''Heterohyrax brucei''), die beide leven op rotspartijen, waaronder kliffen in Ethiopië en geïsoleerde granieten ontsluitingen die koppies worden genoemd in zuidelijk Afrika; |
||
Regel 19: | Regel 18: | ||
* De zuidelijke boom hyrax (''D. arboreus'') en |
* De zuidelijke boom hyrax (''D. arboreus'') en |
||
* De oostelijke boom hyrax (''D. validus''). |
* De oostelijke boom hyrax (''D. validus''). |
||
− | Hun verspreiding is beperkt tot Afrika, met uitzondering van ''P. capensis'' , die ook voorkomt in het Midden-Oosten. |
+ | Hun verspreiding is beperkt tot Afrika, met uitzondering van ''P. capensis'' , die ook voorkomt in het Midden-Oosten. Naast de 5 hoofdsoorten zijn er zo'n 50 ondersoorten. |
+ | |||
+ | == Kenmerken en leefwijze == |
||
+ | [[Bestand:Klipdas.jpg|miniatuur|Jonge klipdas]] |
||
+ | Ze hebben een slecht ontwikkelde interne temperatuurregulatie, wat ze compenseren door hun gedrag, zoals bij elkaar kruipen en zonnebaden. |
||
+ | |||
+ | Ze scheuren de bladeren die ze eten meer met hun kiezen dan met hun voortanden. De vier onderste snijtanden zijn diep gegroefde "kamtanden". |
||
+ | |||
+ | Hoewel ze vaak kauwbewegingen maken, zijn het geen herkauwers zoals koeien dat doen. |
||
+ | |||
+ | De klipdas bouwt geen holen, zoals de meeste [[knaagdieren]] en knaagdierachtige zoogdieren doen, maar zoekt in de loop van zijn leven eerder beschutting in bestaande holen. |
||
+ | |||
+ | Ze wonen in rotsachtig terreinen in [[Afrika]] ten zuiden van de [[Sahara (woestijn)|Sahara]] en het [[Midden-Oosten]]. |
||
+ | |||
+ | Hun voeten hebben rubberachtige kussentjes met talloze zweetklieren, die het dier kunnen helpen zijn grip te behouden wanneer het snel steile, rotsachtige oppervlakken op gaat. Hyraxen hebben stompe tenen met hoefachtige nagels; vier tenen zijn aan elke voorvoet en drie aan elke achterste voet. Ze hebben ook efficiënte nieren die water vasthouden, zodat ze beter kunnen overleven in droge omgevingen. |
||
+ | |||
+ | Klipdassen zijn goed behaarde, ronde dieren met korte staarten. Meestal meten ze tussen de 30 en 70 cm lang en wegen ze tussen de 2 en 5 kg. |
||
+ | |||
+ | Vrouwelijke hyraxen krijgen tot vier jongen na een draagtijd van 7-8 maanden, afhankelijk van de soort. De jongen worden gespeend als ze 1 à 5 maanden oud zijn en zijn geslachtsrijp als ze 16 à 17 maanden oud zijn. Ze leven in kleine familiegroepen. |
||
+ | |||
+ | De geslachtsdelen en de plaats van de tepels lijkt op dat van de olifanten. Ook hebben ze een soort van slagtanden. Deze ontwikkelen zich uit de snijtanden. |
||
+ | [[Categorie:Zoogdieren]] |
Huidige versie van 22 mrt 2023 om 22:28
Klipdassen of Hyraxen Hyracoidea | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | Ethiopië, Zuidelijk Afrika en het Midden-Oosten | ||
Leefomgeving | op rotsen en in bomen | ||
Behoort tot de | Afrotheria | ||
|
Klipdassen of Hyraxen, van het Oudgrieks ὕραξ (húrax) en dat betekent zoiets als 'spitsmuis'. Ze worden ook wel dassies genoemd. Het zijn kleine, gedrongen, plantenetende zoogdieren in de orde Afrotheria. Ze lijken oppervlakkig op pika's en marmotten, maar zijn (hoe gek het ook klinkt) nauwer verwant aan olifanten en zeekoeien.
Soorten
Klipdassen of hyraxen kunnen 9 tot 14 jaar worden. Er worden vijf bestaande soorten erkend:
- De rotshyrax (Procavia capensis)
- De geelgevlekte rotshyrax (Heterohyrax brucei), die beide leven op rotspartijen, waaronder kliffen in Ethiopië en geïsoleerde granieten ontsluitingen die koppies worden genoemd in zuidelijk Afrika;
- De westelijke boomhyrax (Dendrohyrax dorsalis),
- De zuidelijke boom hyrax (D. arboreus) en
- De oostelijke boom hyrax (D. validus).
Hun verspreiding is beperkt tot Afrika, met uitzondering van P. capensis , die ook voorkomt in het Midden-Oosten. Naast de 5 hoofdsoorten zijn er zo'n 50 ondersoorten.
Kenmerken en leefwijze
Ze hebben een slecht ontwikkelde interne temperatuurregulatie, wat ze compenseren door hun gedrag, zoals bij elkaar kruipen en zonnebaden.
Ze scheuren de bladeren die ze eten meer met hun kiezen dan met hun voortanden. De vier onderste snijtanden zijn diep gegroefde "kamtanden".
Hoewel ze vaak kauwbewegingen maken, zijn het geen herkauwers zoals koeien dat doen.
De klipdas bouwt geen holen, zoals de meeste knaagdieren en knaagdierachtige zoogdieren doen, maar zoekt in de loop van zijn leven eerder beschutting in bestaande holen.
Ze wonen in rotsachtig terreinen in Afrika ten zuiden van de Sahara en het Midden-Oosten.
Hun voeten hebben rubberachtige kussentjes met talloze zweetklieren, die het dier kunnen helpen zijn grip te behouden wanneer het snel steile, rotsachtige oppervlakken op gaat. Hyraxen hebben stompe tenen met hoefachtige nagels; vier tenen zijn aan elke voorvoet en drie aan elke achterste voet. Ze hebben ook efficiënte nieren die water vasthouden, zodat ze beter kunnen overleven in droge omgevingen.
Klipdassen zijn goed behaarde, ronde dieren met korte staarten. Meestal meten ze tussen de 30 en 70 cm lang en wegen ze tussen de 2 en 5 kg.
Vrouwelijke hyraxen krijgen tot vier jongen na een draagtijd van 7-8 maanden, afhankelijk van de soort. De jongen worden gespeend als ze 1 à 5 maanden oud zijn en zijn geslachtsrijp als ze 16 à 17 maanden oud zijn. Ze leven in kleine familiegroepen.
De geslachtsdelen en de plaats van de tepels lijkt op dat van de olifanten. Ook hebben ze een soort van slagtanden. Deze ontwikkelen zich uit de snijtanden.