Heike Kamerlingh Onnes: verschil tussen versies
Regel 10: | Regel 10: | ||
===Vloeibaar maken van hellium=== | ===Vloeibaar maken van hellium=== | ||
+ | [[Hellium]] is netals [[water]], [[goud]] en [[zilver]] een element. Alle elementen komen voor in één systeem, het [[periodiek systeem]]. Hellium komt bijna altijd voor in de vorm van gas. Heike wist hellium vloeibaar te maken. Hiervoor wist hij voorbij het [[kookpunt]] te komen. Hiervoor had hij een speciaal koudelabaratorium. Eerst maakte hij andere elementen vloeibaar, zoals [[zuurstof]]. In 1908 lukte Heike het om hellium vloeibaar te maken. Het werd pas vloeibaar bij een temperatuur van -269°C. Tot 1923 was Leiden dankzij het labaratorium de koudste plaats op aarde. Hierdoor was er een grapje bedacht: ''Wat is de koudste stad ter wereld? Niet [[Verchojansk]] maar Leiden.'' Veel natuurkundigen en scheikundigen kwamen naar Leiden voor Heike's koudelabaratorium. Zo kwam [[Marie Curie]] naar Leiden om te kijken hoe de [[radioactiefiteit]] was bij lage temperaturen. | ||
+ | |||
+ | ==Supergeleiding== |
Versie van 1 okt 2014 18:20
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Heike Kamerlingh Onnes (geboren in Groningen, 21 september 1853 - gestorven in Leiden, 21 februari 1926) was een Nederlands natuurkundige. Hij won in 1913 een Nobelprijs. Ook was hij hoogleraar aan de Universiteit Leiden en had in Leiden ook een eigen laboratorium.
Levensloop
Jeugd en opleiding
Op 21 september 1853 wordt Heike Kamerlingh Onnes geboren. Hij was de zoon van Harm Kamerlingh Onnes en Anna Gerdina Coers. Zijn vader was dakpannenfabrikant en zijn moeder was huisvrouw. Vanaf 1870 ging Heike wiskunde en natuurkunde studeren. Dit deed hij aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hier kreeg hij ook interesse in scheikunde. In 1871 won hij een prijsvraag van de universiteit van Utrecht en kreeg een gouden medaille. In 1872 wisselde hij van universiteit en studeerde vanaf nu aan de Ruprecht-Karls-universiteit in het Duitse Heidelberg. Robert Bunsen leerde hem op die universiteit scheikunde. In 1873 ging Heike terug naar zijn geboorteplaats Groningen. Vanaf 1875 was hij voorzitter van de studentenvereniging GSC Vindicat atque Polit. Hij redde de studentenvereniging van een faillissement. In 1876 deed Heike examens en in 1878 werd hij de assistent van Johannes Bosscha Jr. In die tijd moest hij verder werken aan de Slinger van Foucault. Dit was een ingewikkelde slinger (zoals een slinger in een slingerklok). Doordat de slinger een soort van draai maakte en ook vanwege de vorm, was het erg moeilijk om te maken. Het verhaal gaat dat Heike in het midden van de nacht in de kelder werkte aan de slinger, om zo de trillingen die het verkeer maakte te omzeilen.
Hoogleraar
In 1882 werd Heike hoogleraar van de Universiteit Leiden. De plek hoogleraar was vrijgekomen, omdat Pieter Rijke was vertrokken. Heike wilde hoogleraar worden om te kunnen concurreren met Wilhelm Röntgen, de ontdekker van de Röntgenstraling. Door inspanning van zijn vriend en natuurkundige Hendrik Lorentz, werd hij gekozen als hoogleraar. Op dertigjarige leeftijd werd hij gekozen als lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In 1913 kreeg hij de nobelprijs voor de natuurkunde. Deze kreeg hij voor het vloeibaar maken van hellium.
Vloeibaar maken van hellium
Hellium is netals water, goud en zilver een element. Alle elementen komen voor in één systeem, het periodiek systeem. Hellium komt bijna altijd voor in de vorm van gas. Heike wist hellium vloeibaar te maken. Hiervoor wist hij voorbij het kookpunt te komen. Hiervoor had hij een speciaal koudelabaratorium. Eerst maakte hij andere elementen vloeibaar, zoals zuurstof. In 1908 lukte Heike het om hellium vloeibaar te maken. Het werd pas vloeibaar bij een temperatuur van -269°C. Tot 1923 was Leiden dankzij het labaratorium de koudste plaats op aarde. Hierdoor was er een grapje bedacht: Wat is de koudste stad ter wereld? Niet Verchojansk maar Leiden. Veel natuurkundigen en scheikundigen kwamen naar Leiden voor Heike's koudelabaratorium. Zo kwam Marie Curie naar Leiden om te kijken hoe de radioactiefiteit was bij lage temperaturen.