Sophie in Beieren
Sophie Charlotte Augustine Wittelsbach (München, Duitsland, 22 februari 1847 - Parijs, Frankrijk, 4 mei 1897) was een Prinses van Beieren, Hertogin in Beieren en later - door haar huwelijk - Hertogin van Alencon-Orléans.
Zij was de jongste dochter van Hertog Max in Beieren en zijn vrouw, Ludovika en de jongste zus van de Oostenrijkse keizerin Elisabeth.
Sophie bracht het grootste gedeelte van haar jeugd door op het slot Possenhofen, niet ver van München. Nadat al haar broers en zussen getrouwd waren was zij vanaf 1861 nog als enig kind op het ouderlijke slot.
Ze had een goede vriendschapsband met haar neef Ludwig, die in 1864 als Ludwig II de Beierse troon zou bestijgen. Ze deelden een grote liefde voor de natuur en voor de muziek van Richard Wagner. Omdat Sophie mooi kon zingen en bovendien zichzelf begeleidde op de piano, zong zij regelmatig stukken uit de opera's van Wagner voor Ludwig.
Aangezien zij de schoonzus was van de machtige Oostenrijkse keizer, Franz Joseph I, waren er veel Europese prinsen geïnteresseerd in haar. Zo deden prins Louis van Portugal en Ludwig Viktor, een jongere broer van de Oostenrijkse keizer, haar een aanzoek. Met steun van haar vrijgevochten vader, sloeg ze deze aanzoeken af.
Uiteindelijk verlooft ze zich met haar neef, koning Ludwig II van Beieren. Dit zeker ook omdat haar moeder zich zorgen maakte over de al te intieme omgang die haar dochter met Ludwig onderhield. Tot een huwelijk kwam het evenwel niet. Mogelijk door bindingsangst verbrak Ludwig de verloving. Daarop heeft Sophie een korte maar kennelijk hevige omgang met de kunstschilder Edgar Hanfstaengl. Deze werd evenwel niet geschikt geacht als toekomstige levenspartner.
Ludovika ging daarom op zoek naar een nieuwe huwelijkskandidaat en vond deze in de hertog Ferdinand van Alencon-Orléans. Sophie stemde in met het huwelijksaanzoek, en op 28 september 1868 trouwden ze in Possenhofen.
Ze verhuisden naar Engeland, omdat het de afstammelingen van het huis Orléans sinds de revolutie van 1848 verboden was ook maar een voet op Franse bodem te zetten. In Engeland ontpopte Ferdinand zich tot een gewelddadige man. En Sophie verlangde steeds meer naar huis en naar haar vroegere geliede, Edgar Hanfstaengl. Aan hem schreef ze hartstochtelijke liefdesbrieven, die evenwel onbeantwoord bleven.
Ondertussen kreeg het paar twee kinderen:
- Prinses Louise Victoire Marie Amelie Sophie (19 juli 1869 - 4 februari 1952)
- Prins Philippe Emanuel Maximilian Marie Eudes (18 januari 1872 - 1 februari 1931)
Als Ferdinand bij toeval de liefdesbrieven van Sophie vindt, is hij des duivels. Hij stuurt haar naar een inrichting voor seksuele therapie in Graz, waar ze van haar "seksuele obsessies" genezen zou moeten worden door de seksuoloog Richard von Kraft-Ebing. Na een paar naargeestige weken, weet ze de kliniek te ontvluchten. Via Possenhofen ontkomt ze uiteindelijk naar Parijs, waar ze intreedt in een klooster. Ze sterft uiteindelijk in Parijs, tijdens een brand die plaats vindt in een liefdadigheidsbazaar, vlak bij waar de wereldtentoonstelling wordt gehouden.
Op haar begrafenis werden haar nichtje Elisabeth in Beieren en Prins Albert, de Hertog van Brabant, verliefd op elkaar.
Foto's
Links
De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van Wikipedia.
De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie. |