Russisch-Orthodoxe Kerk

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Russisch-orthodoxe Kerk)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Russisch-Orthodoxe Kerk is een van de kerken van de Oosters-Orthodoxe Kerk. De Russisch-Orthodoxe kerk is de grootste religie van Rusland en ook belangrijke religie in andere voormalige Sovjetstaten, zoals Wit-Rusland, Kazachstan en Oekraïne. Ook wordt de Russisch-Orthodoxe Kerk aangehangen door de veel Russen, die buiten Rusland wonen (diaspora). De talen van de kerk zijn het Russisch en het Kerkslavisch.

De kerk werd gesticht in 988 in de tijd van het Kievse Rijk. De Russisch-Orthodoxe Kerk werd pas echt onafhankelijk in 1448, maar dit werd pas volledig erkend in 1593. De Russisch-Orthodoxe Kerk had een belangrijke rol in de tijd van de keizer. Na de Russische Revolutie werd de kerk verboden door de communisten, net als alle andere religies. Buiten de Sovjet-Unie bleef de kerk wel actief. In de jaren 1980 werden veel kerkgebouwen en kloosters weer teruggegeven aan de kerk. In 1990 werd de kerk hersteld en sindsdien speelt de Russisch-Orthodoxe Kerk weer een grote rol in de Russische maatschappij.

Wereldwijd heeft de kerk zo'n 110 miljoen aanhangers, waarvan 95 miljoen in Rusland wonen.

Geschiedenis

Vroege geschiedenis

De Russisch-Orthodoxe Kerk ontstond officieel in 988. Dat jaar maakte grootvorst Vladimir I het christendom de officiële godsdienst van het Kievse Rijk. Het Kievse Rijk was een van de voorlopers van Rusland. De kerk was onderdeel van het Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel, maar in 1448 werd de Russisch-Orthodoxe Kerk zelfstandig. Kort hierna werd Constinantinopel veroverd door de Turken. De Russen beschouwen Moskou hierdoor als het "derde Rome". Rome was namelijk de oorspronkelijke hoofdstad van het christendom. Na de val van het West-Romeinse Rijk werd de kerk geleid vanuit Constantinopel. Na de val van Constantinopel vonden de Russen dat Moskou nu de leider was van het Oosterse christendom.

Sinds 1589 wordt de kerk geleid door een patriarch. In de 17e eeuw werd de kerk hervormd, maar een deel van de gelovigen was het hiermee niet eens. Zij worden de Oudgelovigen genoemd en scheidden zich af van de kerk.

Russische Revolutie en Burgeroorlog

Na de Russische Revolutie van 1917 kwamen uiteindelijk de communisten aan de macht. De revolutie had ook gevolgen voor de kerk, aangezien het communisme tegen religie is. Volgens Karl Marx was de religie "het opium van het volk". Opium is een verslavend middel, een soort van drugs. Marx bedoelde hiermee dat religie door de mens zelf bedacht was. Volgens hem deed de mens dit, aangezien het leven op aarde erg zwaar was voor de meeste mensen. Religie gaf de mensen zicht op een beter leven na de dood, waardoor zij niet in opstand zouden komen tegen het regime. Marx geloofde dat religie daardoor langzaam zou verdwijnen. Vladimir Lenin was het eens met Marx, maar zag religie ook als een vijand. Volgens Lenin kwam religie de bourgeoisie (de rijkere klassen) ten goede. Lenin geloofde daarom dat religie samen met kapitalisme bestreden moest worden. Ook Jozef Stalin had een hekel aan religie, voornamelijk vanwege de corruptie.

Hierdoor werd na de revolutie alle religie in Rusland verboden. In de plaats daarvan kwam staatsatheïsme. Dit betekent dat alle mensen officieel geen geloof hadden. De Russisch-Orthodoxe Kerk werd hierdoor in de Sovjet-Unie verboden, maar bleef buiten de Sovjet-Unie bestaan. Kloosters en kerken werden onteigent door de Sovjets. Veel kerken en kloosters werden vervolgens gesloten, gesloopt of veranderd in tehuizen of musea. De kerk zelf was hierdoor tegen de revolutie en de Sovjet-Unie. De Russisch-Orthodoxe Kerk vergeleek de communisten met de duivel. Aanhangers van de revolutie werden uit de kerk gezet. Veel leiders van de Russisch-Orthodoxe Kerk werden gevangengezet of het land uitgegooid.

Tijdens de Sovjet-Unie

Vanaf 1922 worden vrijwel alle bezittingen van de kerk onteigend. De gebouwen, de kunstwerken en het land van de kerk is nu onderdeel van de staat. Tijdens de jaren 1920 en 1930 vinden er grote acties plaats tegen de kerk. Dit leidt tot enkele showprocessen. Een showproces is een rechtszaak die niet eerlijk verloopt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbetert de relatie tussen de Sovjet-Unie en de Russisch-Orthodoxe Kerk zich. De kerk steunt het Rode Leger wanneer de nazi's Rusland binnenvallen. Er wordt zelfs gebeden dat het Rode Leger wint. De nazi's probeerden echter ook gelovigen aan hun kant te krijgen door kerken te heropenen. Hierdoor wilden ze zichzelf als de goeden afschilderen. Vanaf 1943 besloot Stalin daarom om toleranter te zijn tegenover religie. Al eerder had Stalin positiever gesproken over religie en in 1942 mochten mensen zelfs kerkdiensten houden tijdens Pasen.

Na de Tweede Wereldoorlog zouden kerken weer heropend worden, maar een groot deel van de kloosters en kathedralen bleef dicht. Wel was het mogelijk voor de kerkleiders om heen en weer te reizen tussen West-Europa en Rusland. Nadat Nikita Chroesjtsjov worden steeds meer kerken gesloten en dit wordt voortgezet door Leonid Brezjnev. Wel worden veel kerken en klooster gerestaureerd, maar vooral vanwege culturele en historische redenen. Pas in de jaren 1980 wordt er vrijer omgegaan met religie in de Sovjet-Unie. In 1988 wordt het 1000-jarig bestaan van de kerk groots gevierd. In 1990 zorgde Michail Gorbatsjov ervoor dat er weer godsdienstvrijheid komt.

Sinds 1991

Russisch president Boris Jeltsin begon in 1992 met het teruggeven van bezittingen aan de Russisch-Orthodoxe Kerk. In de jaren 1990 maakt de kerk een Renaissance door. Veel gesloopte kerken en kathedralen worden weer herbouwd. Ook worden de gesloten gebouwen heropend en opgeknapt. Sinds de val van de Sovjet-Unie heeft de kerk weer een belangrijke status in de Russische samenleving.

Organisatie

Patriarch Kirill van Moskou is de huidige patriarch van de Russisch-Orthodoxe Kerk.

Structuur

De Russisch-Orthodoxe Kerk heeft net als alle andere orthodoxe kerken een leider. Deze leider wordt de patriarch van Moskou genoemd. De huidige patriarch van de kerk is Kirill van Moskou. De patriarch is ook de bisschop van de stad Moskou. De patriarch vertegenwoordigt de Russisch-Orthodoxe Kerk in heel Moskou. Hij wordt gekozen door het bestuur van de kerk en blijft meestal tot aan zijn dood patriarch. Patriarch worden gaat niet zo maar. Om patriarch moet veel ervaring hebben met de kerk. Ook kunnen alleen mannen patriarch worden. Naast een patriarch zijn er nog aantal bisschoppen, die elk een eigen gebied vertegenwoordigen.

De afdelingen van de kerk buiten Rusland hebben vaak meer zelfbestuur, maar vallen alsnog onder de kerk.

Onderdelen

De Alexander Nevskikerk in Rotterdam is een Russisch-Orthodoxe Kerk in Nederland

Onder de Russisch-Orthodoxe Kerk vallen enkele kleinere kerken:

Links


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Russisch-Orthodoxe_Kerk&oldid=818932"