Pos

Pos Gymnocephalus cernua
Niet bedreigd
Leefgebied	stroomgebieden van de Kaspische Zee, de Zwarte Zee, het Aralgebergte, de Oostzee en de Noordzee
Leefomgeving	rustig water met een zanderige bodem
Behoort tot de	Baarsachtigen (Perciformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen
Portaal Biologie

De Pos (Gymnocephalus cernua) is een zoetwatervis die behoort tot de Baarsachtigen (Perciformes). Het is een vis die voorkomt in gematigde streken van Europa en Noord- Azië. Het is door de mens geïntroduceerd in de Grote Meren van Noord-Amerika, helaas met ongelukkige resultaten, omdat het invasief is (er niet thuis hoort) en zich sneller voortplant dan andere soorten en daardoor die andere soorten verdwijnen.

Beschrijving

De kleuren en markeringen van de pos zijn vergelijkbaar met die van de snoekbaarzen, een olijfbruine tot goudbruine kleur op zijn rug, bleker aan de zijkanten met geelachtig witte onderkanten. De pos kan tot 25 cm lang worden, maar is meestal ongeveer de helft zo groot. Het is een zeer agressieve vis voor zijn grootte. De pos heeft ook een grote, stekelige rugvin die waarschijnlijk niet lekker is voor zijn roofdieren. Het heeft ook twee vinnen bovenop, de voorste vin heeft harde en scherpe stekels, de achterste vin heeft zachte stekels die roggen worden genoemd. De meest voor de hand liggende kenmerken om een ​​pos te herkennen, zijn de grote, doorlopende rugvin van de pos en zijn licht naar beneden gerichte mond. De soort komt voor in de stroomgebieden (delta's van rivieren) van de Kaspische Zee, de Zwarte Zee, het Aralgebergte, de Oostzee en de Noordzee, en wordt ook gevonden in Groot-Brittannië, delen van Scandinavië en sommige gebieden van het stroomgebied van de Noordelijke IJszee oostwaarts tot aan de afwatering van de Kolyma. Het is geïntroduceerd in delen van West-Europa (Frankrijk, Noord-Italië) en Griekenland, evenals in de Noord-Amerikaanse Grote Meren. In Nederland vooral in het IJsselmeer.

Ze leven van kleine waterinsecten en larven van muggen en dergelijke.

De pos heeft het vermogen om zich in een heel hoog tempo voort te planten. Een pos wordt meestal binnen twee tot drie jaar volwassen, maar een pos die in warmere wateren leeft, kan zich in het eerste levensjaar al voortplanten. Een enkel vrouwtje kan jaarlijks 130.000 tot 200.000 eieren leggen. De Pos zal het diepe, donkere water verlaten waar ze het liefst leven en naar warmer, ondiep water reizen om er te paaien. Het belangrijkste paaiseizoen voor de pos vindt plaats van half april tot ongeveer juni. Over het algemeen leven vrouwelijke en mannelijke poss niet langer dan 7 tot 11 jaar.