Pesach
Pesach of het Joodse Pasen wordt elk jaar op een andere datum gevierd. Namelijk op de eerste volle maan in de lente. Omdat in het Jodendom de maankalender wordt gebruikt, verschuift dit feest telkens op de gewone kalender, ongeveer in maart - april.
Het feest duurt ongeveer 7 dagen en begint met Cederavond of seideravond. Pesach wordt gevierd door Joden. Het is dus een feest wat uit het Jodendom komt. De Joden herdenken dat hun voorvaders vroeger zijn bevrijd uit Egypte.
Pesach begint met Cederavond. Op deze avond gaat de familie met elkaar eten. Maar het is geen gewone maaltijd, de kinderen hebben een hele belangrijke rol. Er worden eerst kaarsen aangestoken en de famillie wenst elkaar vrolijk Pesach.Daarna wordt er wijn of druivensap gedronken.Het jongste kind stelt zingend vier vragen over Pesach. En ze eten matzes, dat zijn platte broden.Dat eten ze om te herdenken dat het joodse volk uit Egypte trok. Die hadden toen geen tijd om het brood te laten rijzen en toen bleven de broden dus plat net zoals de matzes. Ook dopen ze peterselie in zout water. Het water is niet voor niks zout. Dat is omdat de tranen van de mensen die toen gehuild hebben ook zout waren van het verdriet van de slaven. En dan beginnen ze met en denken aan het verhaal van de Uittocht.
Mozes
In het boek Exodus staat het verhaal van de Pesach. God riep Mozes op om de nakomelingen van Abraham, Izaak en Jacob te bevrijden uit de slavernij.