Boris van Rusland
Boris Fjodorovitsj Godoenov van Rusland (geboren in Moskou rond 1551 - gestorven in Moskou op 13 april 1605) was van 1598 tot 1605 tsaar van Rusland en daarvoor al de machtigste man van dat land. Hij was de opvolger van de zwakbegaafde Fjodor I van Rusland en werd opgevolgd door zijn zoon Fjodor II, die korte tijd later al werd vermoord en opgevolgd door valse Dimitri I.
Leven
Boris werd na de dood van Ivan de Verschrikkelijke de belangrijkste adviseur van de nieuwe tsaar, Fjodor I. Uiteindelijk had Boris zoveel macht, dat híj in werkelijkheid de tsaar was geworden. In 1598 stierf Fjodor, mogelijk vergiftig door Boris. Boris nam plaats op de Russische troon en heerste vanaf toen als tsaar Boris I. Onder zijn heerschappij werden veel stadsmuren gebouwd, havens uitgebreid en delen van Siberië en Oekraïne werden veroverd. Hij maakte zich impopulair bij de boeren, door hen te dwingen op hun land te werken, want ze mochten niet meer verhuizen. Om deze impopulariteit te stoppen liet hij brood uitdelen, alleen dat werd door oneerlijke rijken achterover gedrukt.
Toen verscheen valse Dimitri I. Deze monnik beweerde Dimitri Ivanovitsj te zijn, de gestorven kroonprins van Rusland en dus degene met het meeste recht op de troon. Hij maakte zich populair bij het volk, Polen en bij de Rooms-Katholieke Kerk. Valse Dimitri verzamelde een leger en trok op tegen Boris, die deze opstand hard neer wilde slaan. De tijd der Troebelen begon en Rusland werd verscheurd door de burgeroorlog. Toen stierf in 1605 Boris, geheel onverwachts. Officiële bronnen spraken van een hartaanval, maar tegenwoordig wordt ook vermoed dat Boris het slachtoffer is geworden van vergiftiging. Boris werd opgevolgd door zijn 16-jarige, krachtige zoon Fjodor II. Moskou werd echter korte tijd later door de valse Dimitri veroverd, die Fjodor liet vermoorden en zelf plaats nam op de Russische troon.
|
Tsaardom Rusland (1547-1721) Keizerrijk Rusland (1721-1917) | |