Bataafse opstand
In 69 na Christus kwamen de Bataven in opstand tegen de Romeinen, onder gezag van hun leider Gaius Claudius / Julius Civilis. Hij had jarenlang als officier in het Romeinse leger gediend en was, hoewel hij eigenlijk een Bataaf was, eerder Romeins staatsburger geworden. Maar nu keerde hij zich dus juist tegen de Romeinen.
We denken dat dit gebeurde in de Betuwe (en dus in een deel van wat nu Nederland is), onder meer op grond van wat de geschiedschrijver Tacitus hierover schreef in zijn Historiae. Van de opstand zelf is geen enkel duidelijk archeologisch spoor teruggevonden, wel zijn er zeker Romeinen geweest op de plek waar nu Nijmegen is.
Gebeurtenissen
Julius Civilis beraamde een opstand tegen de Romeinen om te voorkomen dat nog meer dan de al gebruikelijke hoeveelheid Bataafse soldaten naar Rome zouden worden gestuurd. Dit had te maken met een machtsstrijd tussen Vitellius en generaal Vespasianus. Als oud-officier wist Julius Civilis precies hoe en waar hij de Romeinen het best kon aanvallen. In het begin had hij veel succes. Hij wist de Bataven zo ver te krijgen om mee te doen. Ook de Cananefaten, die leefden in het Nederlandse kustgebied, deden mee. Verder sloten de Frisii en Chauken zich bij de opstandelingen aan. Hij veroverde een groot gebied lang de Rijn. Romeinse legerkampen werden geplunderd en in brand gestoken. Dat begon bij twee winterkampen van twee cohorten aan de kust, waarschijnlijk de Praetorium Agrippinae (Valkenburg bij Den Haag) en Lugdunum Batavorum (Katwijk). Alle legerkampen in ons land werden vernietigd. Doordat een Tungri-eenheid over liep naar de Bataven, werden de Romeinse troepen verpletterend verslagen. Het door Tacitus genoemde Oppidum Batavorum (de "nederzetting van de Bataven") werd ook verwoest. We denken dat Oppidum Batavorum lag waar nu een deel van het centrum van Nijmegen is.
De Romeinse soldaten moesten zich terugtrekken, maar ze gaven hun gebied niet zomaar op. Ze kwamen een jaar later terug met een groot leger. Toen in de zomer van 70 vanuit het zuiden Quintus Petillius Cerialis arriveerde met vier legioenen, waaronder het 2e, 13e en 21e legioen, zou dit het begin van het einde voor Civilis' opstand worden. Het Romeinse leger bestond uit wel 50.000 soldaten. De Bataven moesten zich toen toch overgeven, of sloegen op de vlucht. In september was de opstand neergeslagen. De Romeinse macht werd hersteld en de rust keerde terug.