Minnesota

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een kaart van Minnesota

Minnesota is één van de vijftig staten van de Verenigde Staten. Het had 5.266.214 inwoners in het jaar 2009. De hoofdstad van de staat is Saint Paul, terwijl Minneapolis de grootste stad is. Deze twee steden liggen vlakbij elkaar en worden tweelingsteden genoemd. Geografisch ligt Minnesota in het midwesten van de VS. Het is de twaalfde grootste staat van de Amerika en de 21e dichtstbevolkte.

Minnesota is gesticht als de 32e staat van de VS. De staat is bekend als 'Het land van de 10.000 meren'. Ongeveer 60 % van de gehele bevolking in Minnesota leeft in het metropool-gebied Minneapolis-Saint Paul.

Minnesota betekent in de taal Dakota 'lucht-getint water'. In de staat zijn namelijk veel bossen, nationale parken, meren en nog veel meer. Jaarlijks komen er duizenden toeristen naar deze plekken.

Minneapolis-Saint Paul is het financiële, industriële, politieke en culturele centrum van de staat. Er bevinden zich veel werk-mogelijkheden en universiteiten. De metropool is bekend om haar kunst en cultuur. Afgelegen gebieden in Minnesota (zoals Sleepy Eye en Walnut Grove) zijn omgeven door prairies en bossen. Hier is veel arbeidsintensieve landbouw. Arbeidsintensief betekent dat je het werk met de hand doet en niet met machines. In deze gebieden is veel bosbouw, recreatie en mijnbouw.

Vroeger waren de meeste inwoners in Minnesota Duitsers en Scandinaviërs. Maar tegenwoordig leven er vooral veel Amerikanen (van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk), maar ook andere etnische groepen. De inwoners van Minnesota hebben vaak een gezond leven en de bevolking is volkomen niet analfabetisch.

Geschiedenis

Een schilderij ter herinnering de Dakota Oorlog van 1862

Oorspronkelijk werd de staat bewoond door indianen voor dat de Europese kolonisten hier kwamen. Om precies te zijn: de Anishinaabe-, de Sioux- en de Dakota-indianen. De eerste Europeanen die Minnesota verkenden waren Franse kolonisten die handelden in bont rond het jaar 1600. Na een paar jaar later emigreerden het een ander indianenvolk naar dit gebied. Dat waren de Ojibwe-indianen.

Het gebied ten oosten van de rivier de Mississippi werd een deel van de Verenigde Staten toen de Amerikaanse Burgeroorlog voorbij was. Dat gebeurde op het moment dat het Tweede Verdrag van Parijs werd ondertekend. De westelijke kant van de Mississippi werd toegedragen aan Louisiana Purchase. Toch werd een deel van het westen nog betwist door de Verenigde Staten.

In het jaar 1805 onderhandelde een zekere Zebulon Pike met de inheemse indianen van Minnesota dat ze een Amerikaans fort wilden bouwen bij de samenvloeiing van de Minnesota River en de Mississippi. De indianen gaven akkoord en er werd inderdaad een fort daar gebouwd. Het fort heette Fort Snelling. Dat fort lag in het gebied waar nu Saint-Paul ligt.

Bij dat fort werden allerlei dingen gebouwd, waaronder een molen en een houtzagerij. Die houtzagerij werd gebouwd bij Saint Anthony Falls. Saint Anthony Falls was een waterval. Tegenwoordig is het een stuwdam.

Rondom die houtzagerijen werden allerlei huizen gebouwd, waaruit Minneapolis uit zou worden geboren. De indianen werden steeds slechter behandeld in het gebied en daardoor kwamen ze in opstand. Er brak zelfs oorlog uit, namelijk de Dakota Oorlog van 1862. De oorlog duurde enkel zes weken, maar er waren bloedige veldslagen. Wel 800 blanke kolonisten stierven tijdens de oorlog. Maar ze wonnen wel.

Houtkap en landbouw begonnen vanaf het einde van die oorlog de economie in Minnesota te steunen. De zagerijen in Saint Anthony Falls groeiden uit tot centra van houtkap. Minneapolis en Saint Paul werden geboren. Vooral omdat de steden aan rivieren lagen, kon men makkelijk transporteren. In de nederzettingen kwamen veel molenaars wonen.

Later begon er zelfs mijnbouw in Minnesota. De industrie was ook belangrijk voor de economie van Minnesota. Er kwamen zelfs ijzerindustrie. Vanaf het jaar 1900 was er een grote volksverhuizing vanaf het platteland naar de grote steden (Minneapolis, Saint Paul, enzovoort). Voor lange tijd werd de staat getroffen door droogte. De landbouw ging minder goed.

Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de economie en het onderwijs van Minnesota zich enorm. De landbouw werd nu bijna helemaal gedaan door machines of tractors. Er kwamen veel nieuwe technologieën voor de industrie. In de grote steden werden universiteiten gesticht. Voor het eerst waren er nu veel financiële diensten in Minnesota.

Geografie & Natuur

Minnesota is na Alaska de noordelijkste staat van de VS. Het ligt geografisch in het opper midwesten van Amerika. De staat grenst aan de Amerikaanse staten North Dakota, South Dakota, Wisconsin, Iowa en aan de Canadese provincies Manitoba en Ontario. Enkele van de oudste stenen op aarde zijn gevonden in Minnesota. Soms zijn die wel 3,6 miljard jaar oud. Die steden zijn overblijfselen van een vulkanische rots ten noordoosten van Minnesota. Het vulkanisme is daar gestopt en daardoor bleven deze stenen over. Ongeveer 1 miljard jaar geleden ging de vulkanische rots dood.

In de ijstijd waren er veel ijskappen over Minnesota. Er waren allemaal gletsjers toen in Minnesota. De ijskappen verwoestten het landschap van toen in Minnesota en vormden het landschap van nu in de staat. Het hoogste punt van Minnesota is Eagle Mountain. Dat is ongeveer zo'n 701 meter hoog. De hoogtes in de staat verschillen vaak veel. Er zijn zowel lage plekken en hoge plekken.

Minnesota wordt niet voor niets 'Het land van de 10.000 meren' genoemd. Er zijn namelijk heel veel meren in de staat. In totaal wel 11.842 meren. Het grootste meer in Minnesota is Lake Superior. Ook is Lake Superior het diepste meer van de staat. Verder zijn er ook veel rivieren en beken. In totaal zelfs 6.564 rivieren/beken. Die rivieren en beken zitten vol met allerlei vissen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Minnesota&oldid=155782"