Maag-darmstelsel

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het spijsverteringsstelsel

Het maag-darmstelsel, het (spijs)verteringsstelsel of digestieve systeem is het orgaanstelsel dat zorgt voor de vertering en opname van voedingsstoffen voor het lichaam. De stoffen waar ons lichaam niks mee kan doen, afvalstoffen, worden weer uit het lichaam verwijderd door ontlasting en urine, wanneer we op het toilet onze behoefte doen. Bij de mens bestaat het verteringsstelsel uit de mond, slokdarm, maag, de twaalfvingerige darm, de dunne en dikke darm, de endeldarm en de anus.

Vertering

Vertering wordt gedaan door verschillende organen van het lichaam, waaronder de maag, de darmen, de lever en de alvleesklier. De meeste voedingsstoffen in de voeding kunnen niet in het lichaam worden opgenomen. Het spijsverteringsstelsel heeft de volgende taken:

  • Opname van voedsel
  • Mechanische verkleining van de voedselbrokken (kauwen en kneden)
  • Chemische verkleining onder invloed van enzymen (vertering)
  • Transport van de voedselbrij door het spijsverteringskanaal (slikken en peristaltiek)
  • Kneden en mengen van het voedsel (peristaltiek)
  • Overdracht van de voedingsstoffen aan het bloed (resorptie)
  • Uitscheiden van afvalstoffen door de lever en in de darm
  • Afgeven van niet verteerde resten (ontlasting en urine)

Organen binnen het maag-darmstelsel

Hieronder een overzicht van organen binnen het maag-darmstelsel:

Functies van de organen in het spijsverteringsstelsel:

Mond

De spijsvertering begint al in de mond. Als je voedsel ziet, ruikt of proeft maken je speekselklieren in je mond speeksel aan. Per dag kan je wel een liter speeksel aan maken.

Onder het kauwen komt er dus speeksel bij het voedsel. Door het kauwen wordt het voedsel klein gemalen en door je speeksel wordt het voedsel glad, zodat je het makkelijk door kan slikken. Je tong duwt dan het voedsel door naar de slokdarm.

Slokdarm (zie 1)
Organen maag-darmstelsel

De slokdarm vervoert ons eten naar de maag.

Maag (zie 3)

De maag kneed ons eten, en voegt maagsappen toe, zodat het eten zacht wordt.

Lever (zie 4)

De lever maakt gal aan. Gal is een dikke vloeistof wat helpt om vet af te breken.

Een lever is een bijzonder orgaan. Het kan zichzelf herstellen, net zoals de huid.

Galblaas (zie 5)

De galblaas (een soort peervormig ballonnetje) is een tijdelijke opslag voor gal. Als een persoon iets eet, dan knijpt de galblaas leeg en stroomt de gal naar de twaalfvingerige darm.

Alvleesklier (zie 7)

De alvleesklier maakt sappen aan om suikers, eiwitten en vetten te verteren. Ook maakt de alvleesklier twee stoffen aan die helpen bij de bloedsuikerspiegel.

Twaalfvingerige darm (zie 6)

De twaalfvingerige darm (heet zo omdat hij twaalf vingerbreedtes lang is) is het punt in het lichaam waar de inhoud van de maag naar toe wordt vervoerd en waar het gal en de sappen van de alvleesklier worden toegevoegd aan het eten.

Dunne darm

De dunne darm is ongeveer vijf meter lang. Hier vindt het belangrijkste deel van de vertering plaats. De voedingstoffen van het eten worden via de wand van de darm opgenomen in het bloed.

Dikke darm

Alle niet verteerbare voedselresten die de dunne darm niet kan gebruiken, worden doorgestuurd naar de dikke darm. Hier wordt al het vocht van de ontlasting (poep) in het lichaam opgenomen.

Endeldarm

De endeldarm is het laatste deel van het maag-darmstelsel. Hier wordt de ontlasting tijdelijk opgeslagen. Zodra de endeldarm vol zit, gaat er een seintje naar de hersenen. Hierdoor krijgt een mens de aandrang om naar het toilet te gaan.

Anus

De anus is een spier die de endeldarm afsluit met de buitenwereld. Het houdt de ontlasting in de endeldarm tegen. Zodra een persoon aandrang krijgt om naar het toilet te gaan, wilt de anus ontspannen, zodat de ontlasting het lichaam kan verlaten.

Al deze organen zijn noodzakelijk voor de vertering van voedsel. Toch kan een mens een aantal van deze organen missen. De taak van de missende organen wordt dan bijvoorbeeld overgenomen door andere organen of er wordt een aanpassing aan het lichaam gemaakt.

Maag-Darm-Lever ziekten

Want wat nou als er organen of delen van je spijsverteringsstelsel niet werken? Deze ziekten vallen onder de categorie Maag-Darm-Lever ziekten, afgekort MDL. Er zijn verschillende soorten ziekten die je spijsverteringsstelsel kunnen dwarsbomen. Denk bijvoorbeeld aan obstipatie, ziekte van crohn, kanker of prikkelbare darmsyndroom (PDS). Obstipatie komt vooral in je darmen voor. Obstipatie houdt in dat er ontlasting ophoopt in je darmen. Doordat de darm de darm te veel vocht uit de ontlasting haalt, dikt de ontlasting in en kan het niet verder zakken. Je kunt dan een bolle buik krijgen en een opgeblazen gevoel ervaren. Je bent al een dag of 2 niet naar het toilet geweest en je krijgt steeds meer buikpijn…

Dit is nog niet meteen ernstig of hoeft te leiden tot een darmziekte. Duizenden mensen hebben geregeld last van obstipatie bijv. door een bepaald gerecht waar je niet tegen kan of door te weinig drinken. Daarbij verschilt het per persoon hoe vaak je naar het toilet moet. Maar wat als dit steeds vaker voorkomt? En de tijd dat je niet naar het toilet gaat steeds langer wordt? Wat als je bijv. al een week niet naar het toilet bent geweest? Dan wordt het natuurlijk steeds vervelender. Je huisarts kan je dan doorsturen naar een mdl-arts. Deze gaat dan kijken wat er met jouw darmen aan de hand is en wat voor oplossing zij kunnen bieden. De meest voor de hand liggende oplossing is het gebruiken van laxeermiddel. Dit zorgt ervoor dat je ontlasting verdunt wordt. Er zijn heel wat mensen die dagelijks laxeermiddel slikken en hier oud mee worden. Ook zijn er verschillende medicijnen die de peristaltiek van de darmen stimuleren. De peristaltiek is de knijpbeweging die de darmwand maakt.

Als na lange tijd blijkt dat ook laxeermiddelen niet helpen, wordt er vaak gekeken naar manieren om de darm te spoelen, via je mond of anus. Als ook dit na een poos de obstipatie niet meer verhelpt, wordt er gekeken of er soms iets mis is bij een deel van je darmen. Dan kan er gekozen worden dit gedeelte operatief te laten verwijderen of om een stoma te plaatsen. Een stoma is een uiteinde op je buik waar dan de ontlasting uit komt. Er zijn verschillende soorten stoma's. Je kunt een stoma krijgen op je darm, deze is voor de ontlasting. Of op je blaas als deze niet meer werkt, die is dan voor de urine. Op je darm kun je een stoma krijgen op je dunne- of dikke darm.

Als je op deze link klikt, kom je op een pagina waar je de verschillende stoma's kunt zien. Je ziet verschillende afbeeldingen en een filmpje.

Voedingsstoffen

In het maag-darmstelsel worden voedingsstoffen uit het eten gehaald. Deze voedingsstoffen heeft een mens nodig om te kunnen overleven. Voedingsstoffen zijn alle bruikbare delen uit voedingsmiddelen, oftewel eten en drinken.

Voedingsstoffen worden verdeeld in drie groepen:

  1. Bouwstoffen
  2. Brandstoffen
  3. Hulpstoffen

Bouwstoffen zijn nodig voor de groei en herstel van het lichaam. Ook maken deze stoffen het lichaam sterk.

Brandstoffen geven een energie aan het lichaam. Deze energie heeft een mens nodig om te kunnen bewegen, nadenken, etc..

Hulpstoffen bestaan uit vitamines en mineralen. Deze stoffen zorgen ervoor dat het lichaam gezond blijft.

Bronnen

Kersbergen, C. & Haarhuis, A. (2013). Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Coutinho.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Maag-darmstelsel&oldid=530346"