Gotische kunst
De gotische kunst is een verzamelnaam voor de beeldende kunst in de periode tussen de romaanse kunst en de renaissance ongeveer van het midden van de twaalfde eeuw tot de eerste helft van de zestiende eeuw (late middeleeuwen).

De beeldhouwkunst volgt al snel de Gotische architectuur, maar de ontwikkeling van de schilderkanst komt trager op gang. Daardoor is er ook geen duideijke scheidslijn tussen de romaanse kunst en die van de gotiek. In het glas-in-lood komen meer details en de glasschilderkunst is verfijnder. Het gebruik van muurschilderingen (fresco's) werd juist minder omdat de muren tussen de ramen smaller werden.
Om de opgaande lijnen van de gotische architectuur te versterken, kwamen er slanke beeldhouwwerken. Vaak waren deze gepolychromeerd (gekleurd).
De schilderkunst op paneel ontwikkeld zich later uit de boekverluchtingen (versieringen), muurschilderingen en glasschilderkunst. Ook het polychromeren van beelden gaat er aan vooraf. Bovendien is het woord schilderen afkomstig van het wapenschild dat voor de ridders van kleuren en symbolen werd voorzien net als de vlaggen of banieren die ze bij zich droegen.
Ook altaarstukken (houtsnijwerk en later ook in de vorm van een schilderij) wordrn steeds belangrijker en rijker van kleur.
Later ontstaat er in de Lage landen de Internationale gotiek.